Plenair Nagel bij behandeling Initiatiefvoorstel Klimaatwet



Verslag van de vergadering van 21 mei 2019 (2018/2019 nr. 30)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.09 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Nagel i (50PLUS):

Voorzitter. 50PLUS wil zijn bijdrage beginnen met een compliment aan de initiatiefnemers van de wet die de wereldwijde opwarming en verandering van klimaat van deze aarde moet beperken. De initiatiefnemers zijn een soort reddingsbrigade en dat geeft ons de plicht goed toe te zien of deze reddingsbrigade voldoende mogelijkheden en middelen heeft om zijn missie te kunnen uitvoeren, om te voorkomen dat hij kopje onder gaat.

50PLUS onderschrijft de ideologische doelstelling, niet alleen voor de huidige generatie maar juist ook voor de kinderen, kleinkinderen en volgende generaties. Niet voor niets staat in ons verkiezingsprogramma: "Door het terugdringen van de CO2-uitstoot en andere milieumaatregelen waakt 50PLUS over de leefbaarheid van de volgende generaties." Daarmee neemt 50PLUS principieel stelling die ons doet onderscheiden van partijen als Forum voor Democratie en de PVV. Daarom zullen de indieners en de regering onze bedenkingen die er tegelijkertijd zijn en die gefundeerd zijn, serieus moeten nemen.

Het voorliggende wetsvoorstel doet ons denken aan een aantal leden van een woongroep die de opdracht geven voor een toekomstig woonverblijf. Exact is aangegeven hoeveel woon-, slaap- en badkamers er nodig zijn, het aantal keukens en logeerkamers is vastgelegd, de terrassen zijn genummerd en de vierkante meters groen ontbreken evenmin. De jaren waarop de eerste laag en de completering met de bovenlaag gereed moeten zijn, liggen vast — ook al mag de eerste oplevering wel wat later als de einddatum maar gehaald wordt. Maar wat niet is vastgelegd: de kosten, hoe die gefinancierd moeten worden en hoe die lasten over de deelnemers verdeeld moeten worden.

50PLUS maakt zich zorgen over het realiteitsgehalte van de klimaatambities. Zijn de initiatiefnemers het met 50PLUS eens dat onverbiddelijke voorwaarden zijn dat er draagvlak moet zijn bij de bewoners van Nederland net als betaalbaarheid voor iedereen met een evenredige bijdrage naar draagkracht? Kan de minister deze stelling eveneens onderschrijven?

Dan de zekerheid. Er wordt een beeld gecreëerd dat door het aannemen van deze wet, gegarandeerd wordt dat de doelstellingen in 2050 gehaald worden. Uiteraard hoopt 50PLUS dat dit zal gebeuren, maar de eerlijkheid tegenover de burgers gebiedt te zeggen dat het desondanks erg onzeker is. Er is geen kostenplaatje, er is geen lastenplaatje voor de burger en er kunnen economische tegenslagen zijn de komende jaren die tot een andere rangschikking in de financiële begrotingen leiden. We zullen mede afhankelijk zijn van wat de landen om ons heen en elders in de wereld doen, en dat maakt een garantie in een wet over wat er over ruim 30 jaar bereikt moet zijn, nogal relatief — om het zacht uit te drukken.

Dit jaar moet er een eerste plan neergelegd worden dat vervolgens elke vijf jaar geactualiseerd wordt. We weten dat alle acht partijen die deze Klimaatwet indienen, absoluut niet eensgezind zijn over de wijze waarop de doelen bereikt moeten worden. Hoe om te gaan, naast de financiële problemen, met de onaangenaamheden voor de burgers zoals verandering in levensstijl, hinder in de bouw, openliggende wegen, geluidsoverlast van waterpompen, enzovoort. Wat te doen als de burgers dit onredelijk gaan vinden? Stel u voor dat de komende jaren verkiezingen waarbij het klimaat een grote rol speelt, uitwijzen dat bijstellingen noodzakelijk zijn om het draagvlak onder de inwoners niet te verspelen? Wat te verwachten van de vijfjaarlijkse discussies over de gevolgen voor de economie, de werkgelegenheid en de inkomenspositie van met name de lagere inkomens? Wat te doen als dit banen gaat kosten of bedrijven de grens over gaan omdat daar andere wetgeving telt? Zou dat niet minstens zo gevoelig kunnen liggen als de dividendbelasting waarvoor deze regering bijna alles over had?

De indieners van het wetsvoorstel schrijven zelf in de memorie van antwoord dat het nu nog onzeker is welke maatregelen de komende 30 jaar worden getroffen om de doelen te bereiken en dat maatschappelijke en technologische ontwikkeling moet uitwijzen welke maatregelen het meest geschikt zijn. Die beoordeling wordt overgelaten aan het kabinet. Wat gebeurt er als het internationale tempo geen gelijke tred houdt met de Nederlandse voortvarendheid? De indieners van de Klimaatwet stellen in de memorie van antwoord van 12 maart 2019 dat ze van mening zijn dat rekening moet worden gehouden met de ontwikkelingen op mondiale en Europese schaal. Kunnen zij toelichten wat dit betekent? Het rekening houden met de internationale ontwikkelingen? Kan dit ook de doelstellingen in 2050 onzeker maken?

In de politiek dient realiteitszin met hoofdletters geschreven te worden anders zullen er vele verkiezingsavonden volgen waarop verliezende leiders van traditionele partijen opnieuw beduusd maar wel breedsprakig zullen zijn over de kloof tussen de kiezers en Den Haag. De directeur van het Economisch Instituut voor de Bouw, Taco van Hoek, zelf twintig jaar rekenmeester bij het CPB, zei het treffend: "met alleen ideologie kom je er niet". Je kunt het niet in beton gieten. Hij waarschuwde ervoor dat niet één generatie gaat ombuigen wat meerdere generaties hebben veroorzaakt. In dit verband hebben wij nog twee vragen aan de regering. Bij het verdwijnen van de fossiele brandstoffen zullen zeer hoge belastinginkomsten verdwijnen. Heeft de regering al enig inzicht over hoeveel miljard we bij benadering praten en kan de regering een richting aangeven hoe deze belastingderving gecompenseerd moet worden?

Wij willen graag van de indieners en regering weten of zij de opvatting delen dat voor mensen met een laag inkomen de lastenstijgingen zwaarder tellen. Dat geldt trouwens ook voor de bedrijven. In dat verband vragen wij extra aandacht voor de ouderen. De omschakeling op andere energiebronnen met bijbehorende apparatuur moet door hen in een kortere periode worden opgebracht en afgeschreven. Zij hebben de afgelopen jaren een grote achterstand opgelopen omdat de pensioenen de afgelopen tien jaar niet zijn geïndexeerd en zelfs gekort zijn. Nieuwe kortingen lijken op korte termijn aanstaande en van indexatie zal de komende jaren al helemaal geen sprake zijn. Lastenverzwaringen die voortvloeien uit de uitwerking van deze Klimaatwet zullen hen onevenredig treffen en deze opeenstapeling van koopkrachtverlies is voor de groep ouderen onacceptabel. Kunnen de initiatiefnemers voor één keer de vluchtroute vermijden van "wij gaan niet over de uitwerking", maar aangeven dat zij compensatiemaatregelen voor deze groep noodzakelijk vinden? Is de minister bereid dit standpunt in het kabinet te verdedigen?

Ook willen wij een antwoord van de minister op het gegeven dat bij de pensioenen door de regering wordt uitgegaan van een rekenrente van circa 1,5% maar dat volgens de berekening van het PBL uitgegaan wordt bij de klimaatberekeningen van een discontovoet van 3%. Dat is volstrekt oneerlijk. Ik heb nog eens opgezocht wat de betekenis is van de discontovoet in de voor iedereen duidelijke begrippenlijst van de Algemene Rekenkamer. Daarin staat: de discontovoet is een factor die ervoor moet zorgen dat reeksen met jaarlijkse kosten van diverse projectvarianten vergelijkbaar worden gemaakt. Dat is toch niet voor tweeërlei uitleg vatbaar? Kan de minister uitleggen waarom dit voor de burger onbegrijpelijke meten met twee maten gebeurt, en kan de minister becijferen wat het financieel kan schelen als niet van 3% maar ook van 1,5% wordt uitgegaan? Graag een zo concreet mogelijk bedrag.

Tot slot herhalen wij dat voor 50PLUS absolute voorwaarden zijn het draagvlak bij de inwoners van Nederland en de betaalbaarheid voor iedereen. Daarom herhaalt 50PLUS zijn oproep aan de indieners en minister: toon begrip en ga in gesprek met de mensen die er moeite mee hebben, die bang zijn voor de praktische en financiële gevolgen, en zorg er voor dat in de praktijk deze mensen zich niet bedrogen gaan voelen. Graag uw reactie.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Nagel.

Ik zeg even tegen degenen die achter de regeringstafel zitten dat de akoestiek in deze zaal heel goed is. Dus ik hoor u spreken, ook al probeert u te fluisteren, en dat is ook voor de anderen misschien een beetje lastig. Dus misschien kunt u dat beperken.

Ik geef het woord aan mevrouw Fiers.