Plenair Ruers bij voortzetting behandeling Verwijdering asbest en asbesthoudende producten



Verslag van de vergadering van 28 mei 2019 (2018/2019 nr. 32)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.56 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ruers i (SP):

Voorzitter, dank u wel. Tijd is moeilijk voor Kamerleden hier.

Ik wil in de eerste plaats de staatssecretaris bedanken voor de uitvoerige en indringende uiteenzetting. Op erg veel details is zij ingegaan; ik vind dat heel knap. Ik weet dat u heel veel steun krijgt van uw medewerkers, maar ik vind het ook heel knap dat u het in een paar uur tijd hier allemaal tot ons gebracht hebt. Ik geef toe dat een aantal dingen vooruitgeschoven zijn en later komen omdat dat niet anders kon. Dat snap ik ook wel.

Ik hoorde sprekers voor mij zeggen: ik ben er niet van overtuigd dat dit nou dé oplossing is voor de asbestdaken in ons land. Dat begrijp ik en er zijn twijfels mogelijk. Maar aan de andere kant weten we ook dat als we dit niet doen, we wél weten wat we krijgen. Dan krijgen we namelijk een heleboel problemen, menselijke problemen, maatschappelijke problemen, enorme kosten, onzekerheid. Dat weten we zeker. Ik denk daarom dat dit gewoon het beste is; als er geen betere methodes zijn, moeten we het hiermee doen. Ik denk dat we voorlopig moeten vaststellen dat dit de beste oplossing is, met al haar beperkingen. Dan moet er wel goed gehandhaafd worden et cetera, en aan alle voorwaarden moet voldaan zijn. Dat zal nog een hele klus worden, dat weet ik zeker.

Ik heb aan het begin enigszins een foutje gemaakt. Ik heb gezegd: deze sanering van de asbestdaken is eigenlijk de eerste collectieve regeling die we in dit land gaan toepassen. Dat klopt niet helemaal, want de asbestproblematiek heeft ook al in 1999 in de Tweede Kamer geleid tot een saneringsregeling, maar dan voor de bodem. Het ging daarbij om de bodem in Twente, in een straal van ongeveer 40 kilometer rond de Eternitfabriek. Wat was daar aan de hand? Eternit had om verschillende redenen, maar ook uit kostenoverwegingen, afval uit het productieproces over. Dat moest men storten op de stortplaats en daar moest men voor betalen. Maar men kon het afval ook weggeven. Dat heeft Eternit gedaan. Dat speelde in de tijd dat er nog heel veel zandwegen waren in die dorpen rond Goor. Boeren konden met dat afval wegen verharden, het erf verharden. Zij stonden op zaterdag met hun platte wagens in de rij bij de fabriek van Eternit om dat gratis asbestafval op te scheppen, waarna ze het naar hun land brachten om er de wegen mee te verharden. Velen bewaarden ook nog een extra voorraadje tegen de rand van de schuur. Honderden wegen en erven zijn in die jaren, tot eind jaren zeventig, met dat asbestafval bedekt. De gevolgen merken we nu nog. Ik sprak zojuist met iemand die ik ken uit die omgeving. Hij is 72 jaar en heeft nu meosthelioom, omdat hij vroeger als kind speelde op het erf waar het afval van Eternit lag. Zo zijn er heel veel kinderen die gespeeld hebben in die afvalhopen, en die 30, 40, 50 jaar later sneuvelen. Vreselijk!

Die saneringsregeling is er dus gekomen. Maar daar was iets bijzonders mee aan de hand. Er zijn drie rondes geweest. Iedere keer ging dat met een aantal miljoenen. In de stukken staat ergens een bedrag van 150 miljoen genoemd, maar ik heb destijds al uitgerekend dat de samenleving meer dan 200 miljoen euro uitgegeven heeft aan het saneren van die asbestwegen. En nog steeds komen er uit dat gebied berichten dat er weer nieuwe bronnen zijn gevonden. Dat afval is overal terechtgekomen: in tuintjes, bij huizen, overal. Het heeft 200 miljoen euro gekost, volgens mijn berekening. En wie heeft het betaald? De vervuiler? Nee. De vervuiler, Eternit, heeft nul betaald. Wij hebben dat allemaal samen betaald. Dat vind ik een uiterst trieste constatering. Het principe in het milieurecht is altijd dat de vervuiler betaalt. Ik heb vaker gevraagd aan de regering waarom deze vervuiler niet betaalt, maar ik kreeg geen afdoende antwoord op die vraag. Maar die saneringsregeling is er gelukkig gekomen en daar is heel veel goed werk mee gedaan.

Nu hebben we deze regeling. Ik vind die acceptabel en nodig. Mijn derde vraag is natuurlijk wanneer de overheid denkt een oplossing te vinden voor al dat asbest dat nog in de samenleving zit, overal en op alle mogelijke plaatsen. Mensen kunnen daarmee in aanraking komen. Is er misschien een voornemen bij de regering om, als dit afgelopen is, een volgende stap te zetten? Hoe halen we het asbest uit al die huizen, gebouwen, fabrieken et cetera? Ik ben daar benieuwd naar.

Ik kom op een ander aspect, mevrouw de voorzitter. Ik zie dat ik nog 5 minuten heb.

De voorzitter:

U hebt nog 5,5 minuten.

De heer Ruers (SP):

Kijk eens aan, 5,5 minuten. Over het fonds heeft de staatssecretaris een aantal interessante opmerkingen gemaakt. Ze zegt bijvoorbeeld: er is een extra fonds van 5 miljoen beschikbaar voor bijzondere groepen. Ik heb begrepen dat die 5 miljoen specifiek bedoeld is voor de eigenaren-bewoners van huizen met daken van asbest leien. Als dat zo zou zijn, zou ik daar blij mee zijn. Maar het betreft waarschijnlijk 5.000 huizen. 5 miljoen zal dan waarschijnlijk een te klein bedrag zijn om al die mensen tegemoet te komen, want het gaat niet alleen om de kosten en het is maar heel weinig. Als deze 5 miljoen specifiek voor deze groep bestemd is, is de volgende vraag aan de staatssecretaris wat zij gaat doen als in de praktijk blijkt dat die 5 miljoen te weinig is. Is de regering dan bereid om met een open geest te kijken naar het tekort, en om dat tekort ook aan te vullen, zodat we niet halverwege moeten zeggen tegen de rest van de eigenaren: u krijgt het niet? Voor dat geval heb ik hier voor de zekerheid een motie die ik daarover wil indienen.

De voorzitter:

Door de leden Ruers, Köhler, Stienen, Koffeman en Binnema wordt de volgende motie voorgesteld:

De Kamer,

gehoord de beraadslaging,

overwegende dat sommige saneringen, zoals met name de saneringen voor de eigenaren-bewoners met asbestleiendaken, voor deze eigenaren ondraaglijk hoog zijn;

overwegende dat andere belanghebbende groepen voor het saneren van asbestdaken aanspraak hebben kunnen maken op rijkssubsidies, terwijl de eigenaren-bewoners met asbestleiendaken geen aanspraak kunnen maken op vergelijkbare, adequate subsidies;

verzoekt de regering ten behoeve van de eigenaar-bewoners met asbestleiendaken een passende saneringssubsidie van rijkswege aan te bieden,

en gaat over tot de orde van de dag.

Zij krijgt letter I (34675).

De heer Ruers (SP):

De motie is dus bedoeld voor het geval dat mocht blijken dat die oplossing er niet is, of dat de staatssecretaris er anders tegen aankijkt dan ik zojuist heb aangegeven. Daarvoor is deze motie bedoeld. Dat zeg ik er nadrukkelijk bij. Ik hoop dat de motie niet hoeft te worden ingediend omdat er voldoende garanties en toezeggingen zijn gekomen.

Ten slotte nog een opmerking over een punt waarover ik het niet met de staatssecretaris eens ben. Ik heb gezegd dat de voordeur wagenwijd open staat voor het importeren van asbesthoudende producten, ook nu nog. Dat heb ik in de praktijk ook een aantal malen gezien. De staatssecretaris heeft gezegd dat zij heeft ingegrepen na de melding van onder meer het Comité Asbestslachtoffers over asbest in kindermake-up, straalgrit en dergelijke. Maar ik heb haar ook het voorbeeld gegeven dat anno 2019 binnen het bedrijf van Tata Steel het importeren van asbesthoudende pakkingen overwogen is en dat Tata Steel heeft besloten om die inderdaad aan te schaffen, nu, dit jaar nog. Dit betekent dus dat asbest gewoon geïmporteerd wordt en dat zulke bedrijven het ook gebruiken. Dan zegt de staatssecretaris dat het niet waar is, maar het is wél waar. Het wordt gewoon gebruikt en dat is niet verantwoord. Wat gaan wij daartegen doen? Daarop hoor ik graag een antwoord van de staatssecretaris.

De heer Koffeman i (PvdD):

Ik wil collega Ruers het volgende vragen. Nu er sprake is van zodanige overtredingen als hier worden vastgesteld, vraag ik mij af of daarvan aangifte is gedaan. Het is namelijk moeilijk om op basis van de informatie die de heer Ruers hier ter tafel brengt aan de staatssecretaris te vragen of zij daartegen gaat optreden. Op het moment dat er aangifte gedaan wordt, lijkt mij dat een kwestie die veel tastbaarder wordt.

De heer Ruers (SP):

Aangifte doen is de ene kant. Ik vraag nu iets van het bestuur, van de overheid. De aangifte tegen Tata Steel, die inderdaad klaar ligt, is daarvan een onderdeel.

Ten slotte kan ik meedelen dat wij blij zijn met het wetsvoorstel, met alle beperkingen die het heeft. Ik ben blij met de vele toezeggingen die de staatssecretaris heeft gedaan.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Ruers. Ik geef het woord aan de heer Koffeman.