Verslag van de vergadering van 9 december 2019 (2019/2020 nr. 11)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.03 uur
De heer Frentrop i (FvD):
De hoofdmoot van het debat vanavond is het Belastingplan voor 2020. Daar gaan we bijna 24 uur voor uittrekken, als ik het goed zie. Maar die naam lijkt mij niet juist. Dit is geen plan. Een plan maken betekent vaststellen: hier staan we, daar willen we naartoe en zo komen we daar. Niets van dat alles staat in de stukken die nu voorliggen. Dit is geen plan, dit is een boodschappenlijstje: beetje meer innen hier, beetje meer innen daar; zoethoudertje hier, zoethoudertje daar. De kleine ondernemers pakken we aan door de zelfstandigenaftrek te beperken. Familiebedrijven in het Westland en elders gaan we kapotmaken met een gigantische heffing opslag duurzame energie. Zo halen we alles bij elkaar 150 miljard binnen; weer een nieuw record, de hoogste opbrengst ooit.
Terwijl de burger zo wordt uitgeknepen, worden de structurele manco's in ons belastingstelsel — de complexiteit, de hoge tarieven, de fnuikende marginale druk — geen van alle aangepakt. Ambtenaren studeren wel in alle rust op wat heet de "bouwstenen voor een nieuw fiscaal stelsel", maar die bouwstenen zijn nog niet eens gebakken. Het leggen van de eerste steen is op zijn vroegst iets voor het volgende kabinet.
Voorzitter. Ik heb wel begrip voor die traagheid van handelen van de regering. Plannen maken voor het belastingstelsel is immers zinloos. Nieuwe plannen zijn toch niet uit te voeren. De Belastingdienst kan dat niet doen. Jaren van slecht bestuur hebben die organisatie kapotgemaakt. Als de Belastingdienst een onderneming zou zijn, was zij failliet. Dan heb ik het niet eens over het wanbeleid rond het terugvorderen van toeslagen. Ik heb het over de oude Belastingdienst, die van de blauwe enveloppen, die gaat over belastingen innen.
Onderzoeken zoals die van de Algemene Rekenkamer schetsen een ontluisterend beeld. De Rekenkamer drukt zich altijd netjes uit en schrijft over "hardnekkige onvolkomenheden" bij twee kernonderdelen van de dienst, de informatietechnologie en het personeelsbeleid.
De Rekenkamer constateert een geheel ontbreken van overzicht, inzicht en beheer van het totale pakket aan ICT-projecten. Volgens mij betekent dit dat afdelingen langs elkaar heen werken en de top geen enkel zicht heeft op het totaal. De helft van de IT-systemen is verouderd, zo erg verouderd dat veel systemen helemaal niet meer onderhouden kunnen worden. En het percentage verouderde systemen groeit harder dan de inspanningen om achterstallig onderhoud terug te dringen. Ik vind dit onvoorstelbaar.
Niet alleen met de IT maar ook met mensen is ongehoord slordig omgesprongen. Bijna 5.000 ervaren mensen zijn weggestuurd. Dit jaar zijn er weer 3.000 nieuwelingen binnengehaald. Het doel is om volgend jaar weer 2.000 mensen te werven. Ik schat dat deze vernietiging van menselijk kapitaal 1 miljard heeft gekost.
Voorzitter. Dit wanbeleid is al jaren aan de gang en zelfs de aanpak ervan hapert. In het Jaarplan 2020 van de Belastingdienst zelf lezen we over Enterprise Tax System, een belangrijk systeem: "Door vertraging in oplevering van een nieuw systeem en het aflopen van het onderhoudscontract van het oude is er sprake van continuïteitsrisico's." Oude schoenen zijn dus weggegooid voordat de nieuwe zijn gepast. Als oplossing is ervoor gekozen het onderhoudscontract voor het oude systeem te verlengen tot eind 2022. "Beheerst vernieuwen" heet deze aanpak. Het ambitieniveau ligt een stuk lager dan bij het milieubeleid. Het streven van het ministerie is om achterstallig onderhoud terug te brengen van 50% nu naar 39% eind volgend jaar. Het streven is naar 39% achterstand! Als we zo met alle infrastructuur omgaan, dan durf ik niet meer over de Van Brienenoordbrug te rijden.
Om weer te kunnen sturen en beheersen is de Belastingdienst al in 2018 begonnen met het Programma Managementinformatie en Risicomanagement. Hoe gaat het daarmee? We lezen in het plan van de Belastingdienst: "Up-to-date en betrouwbare managementinformatie zijn uiterlijk vanaf 2022 onderdeel van de reguliere planning- en controlecyclus." Daar staat volgens mij eigenlijk: de top van het ministerie heeft geen idee wat er speelt. De afgelopen twee jaar voer de Belastingdienst blind en de komende twee jaar doet hij dat ook.
De Belastingdienst schrijft, ik citeer: "Het zal nog lange tijd duren voordat de meeste door de Rekenkamer gesignaleerde onvolkomenheden en aandachtspunten zijn opgelost." Dit is onbestaanbaar. De Belastingdienst is kapotgemaakt en verworden tot een met houtjes, touwtjes, elastiek en afvloeiingsregelingen samengehouden bureaucratie. Zelfs met de herstelplannen die nu op tafel liggen, is de dienst voor eind 2022 niet gerepareerd.
Dat betekent dat wij, de wetgever, te maken hebben en blijven hebben met de politieke schade van mismanagement. Wij, de wetgever, worden de komende jaren immers belemmerd in onze taak en dat is een ernstige zaak, die vraagt om verdergaande stappen dan gebruikelijk. We zagen dat ook al in de Tweede Kamer naar aanleiding van het toeslagenschandaal. Daar hebben sommige fracties, waaronder een regeringspartij, zelfs gekeken naar mogelijkheden om bewindslieden en ambtenaren strafrechtelijk aan te pakken. Zulks is absoluut niet de intentie van Forum voor Democratie. Wanbeleid bestrijd je niet met strafrecht. Maar ik wil wel alle feiten boven tafel krijgen. Dat is de taak van dit huis. De Belastingdienst is een grote organisatie met 30.000 medewerkers en met een omzet van meer dan 150 miljard. Als een bedrijf van die omvang onderuitgaat, dan is er sprake van mismanagement. Dat openbaart zich meestal pas na een paar jaar, zo leren we uit boeken over falend bestuur bij grote ondernemingen zoals KPN, Ahold en ABN AMRO.
De huidige minister en staatssecretaris zijn politiek verantwoordelijk, maar zij zijn niet degenen die dit wanbestuur valt te verwijten. Zij zijn met het probleem opgezadeld door hun voorgangers. De Belastingdienst is ingestort onder de vorige kabinetten-Rutte: onder minister van Financiën Dijsselbloem en de staatssecretarissen Weekers in Rutte I en Wiebes in Rutte II. Deze politici zijn door het partijkartel — een term die wij bij Forum voor Democratie weleens in de mond nemen, zeker in dit verband — niet aangekeken op de problemen die zij hebben veroorzaakt. Het heeft dit kabinet onlangs behaagd de heer Dijsselbloem te benoemen tot voorzitter van de Onderzoeksraad voor Veiligheid. De staatssecretarissen zijn evenmin politiek verantwoordelijk gehouden.
Dat betekent dat we dieper moeten zoeken om te vinden waar het mis is gegaan. Dat is niet gebruikelijk. Bedrijfsvoering van ministeries geschiedt in normale tijden zonder politieke besluitvorming. Dat is een goede zaak, maar als de Belastingdienst kapot is gemaakt, kunnen we niet spreken van "normale tijden". Dan belanden wij bij de topambtenaren die een spilfunctie vervullen tussen de bewindspersoon en het ambtelijk apparaat. De algehele leiding van een departement is in handen van de secretaris-generaal.
En wat wil het toeval? Precies vandaag sluit de termijn waarop kandidaten zich kunnen melden voor de vacature van secretaris-generaal bij het ministerie van Financiën; salarisschaal 19, vacaturenummer 714. In de uitgebreide taakomschrijving is onder andere te lezen: "U geeft leiding aan de doorontwikkeling van de sturingsrelatie tussen beleid, uitvoering en toezicht. Dit betreft onder meer de governance van de Belastingdienst, waarbij het kerndepartement en de Belastingdienst vanuit hun eigen rol en verantwoordelijkheid effectief samenwerken." Reacties kunnen per email verstuurd worden naar de Algemene Bestuursdienst op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Het land ziet vol verwachting uit naar de nieuwe man of vrouw die zorgt dat het departement en de Belastingdienst weer gaan samenwerken. Maar terugkijkend kunnen we het vertrek van de huidige secretaris-generaal niet zien als een aanwijzing dat zij verantwoordelijk wordt gehouden voor het falend bestuur van de Belastingdienst. Secretarissen-generaal worden voor maximaal zeven jaar bij een ministerie benoemd. Na die periode vindt functiewisseling plaats. De huidige sg heeft er ruim zes jaar opzitten bij Financiën en het heeft dit kabinet behaagd haar per maart te benoemen in het bestuur van de Autoriteit Consument & Markt.
Wij moeten dus verder zoeken naar wie verantwoordelijk is voor het kapotmaken van de Belastingdienst. De directe leiding ervan ligt bij de directeur-generaal. De huidige directeur-generaal is per 1 januari 2017 in die functie benoemd. Hij is net als de zittende bewindslieden met de problemen opgescheept. Zijn voorganger leek vanwege de chaotische reorganisatie te vertrekken met een absurde vertrekregeling. Maar wordt hij verantwoordelijk gehouden? Blijkbaar niet, want het heeft het kabinet behaagd hem te benoemen tot voorzitter van de marechaussee.
Voorzitter. Er is sprake van gigantisch bestuurlijk falen, maar niemand wordt verantwoordelijk gehouden. Dat kan niet. Je kunt een organisatie niet reorganiseren als niet eerst duidelijk is wie wat fout heeft gedaan. Daarom is het in het bedrijfsleven onvoorstelbaar dat een organisatie ten onder gaat zonder dat in de top wordt ingegrepen.
Zoals gezegd: anders dan sommige collega's in de Tweede Kamer zoek ik niet naar strafrechtelijke sancties. Ik ben op zoek naar de oorzaken van organisatorisch falen, want als we die niet kennen, is herstel niet mogelijk. Om de oorzaken te vinden, moeten we het hebben over mensen. De accountantsdienst van het Rijk is gevraagd de uitgangspunten van de nieuwe topstructuur van de Belastingdienst te onderzoeken. De staatssecretaris heeft gezegd: Het onderzoek door de accountantsdienst Rijk moet aangrijpingspunten bieden voor het versterken van interventies op leidinggevend niveau. Inderdaad, het gaat om mensen. Als we weer een ambtelijk apparaat willen hebben waar we trots op kunnen zijn, dan moeten we goed kijken hoe en door wie de mensen benoemd worden.
Er is voor gekozen om alle hoge ambtenaren in dienst te laten zijn bij Binnenlandse Zaken en ze te laten rouleren over de ministeries en uitvoeringsdiensten. Zo is een wiel gaan draaien voor mensen die de hoogste ambtelijke functies vervullen. Dat wiel draait nu 25 jaar en nooit valt er iemand af. Het lijkt tijd om dat bestuursmodel weer eens tegen het licht te houden, want bestuurlijke problemen spelen niet alleen bij de Belastingdienst. De hele overheid worstelt met de ingewikkelde samenleving. De overvloed aan regulering kaatst allereerst terug naar slecht geleide uitvoeringsorganisaties, van politie tot Belastingdienst.
De Tweede Kamer heeft al gezegd een onderzoek te willen naar de problemen van alle grote uitvoeringsorganisaties. Een aantal ministeries heeft samengewerkt aan een gezamenlijke taakopdracht en in april volgend jaar worden "mogelijke oplossingsrichtingen verwacht". Ik wil graag een steentje bijdragen aan die zoektocht naar oplossingsrichtingen. Ik sluit daarbij aan bij het CDA, dat het kabinet schriftelijk heeft gevraagd of het redenen ziet het roulatiebeleid voor topambtenaren ten aanzien van de Belastingdienst te wijzigen. Het antwoord van het kabinet was nee. Maar ik zou toch iets soortgelijks willen vragen: wil de regering bij het lopende onderzoek naar de problematiek rond de uitvoeringsorganisaties, ook het functioneren betrekken van de Algemene Bestuursdienst? Die is immers headhunter voor en leverancier van de hoogste ambtenaren, de mensen die Nederland besturen zonder politieke verantwoordelijkheid te dragen.
Dan heb ik nog een viertal inhoudelijke vragen over wat het Belastingplan 2020 heet.
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Is de heer Frentrop het met mij eens dat we hier spreken met bewindslieden die politiek verantwoordelijk zijn? In dit geval spreken we met de staatssecretaris van Financiën, die de politieke verantwoordelijkheid draagt voor de Belastingdienst. In zijn betoog komen topambtenaren voorbij, met naam herkenbaar, die zich hier in deze zaal niet kunnen verweren. Is de heer Frentrop het daarom met mij eens dat het chique zou zijn om ons te beperken tot het aanspreken van de politiek verantwoordelijke, in dit geval de staatssecretaris?
De heer Frentrop (FvD):
Ik ben dat geheel eens met collega Vendrik. Dat is ook de gebruikelijke manier van doen. Ik heb geschetst dat dit een heel bijzondere situatie is. Ik hoop dat de heer Vendrik dat met mij eens is, want er is hier iets gigantisch misgegaan en er is niemand politiek verantwoordelijk voor gehouden. Daarom vraag ik de nu politiek verantwoordelijke naar een onderzoek om de vraag te beantwoorden hoe het mis is kunnen gaan. Dat lijkt me de taak van dit huis.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dat kan inderdaad ook de taak zijn van deze Eerste Kamer. Maar nogmaals, dan zijn we het eens dat het verstandig is dat we in het politieke debat beschuldigingen in de richting van individuele topambtenaren vermijden. Wat ze ook hebben gedaan of nagelaten, het is altijd aan de bewindslieden en aan de bewindslieden alleen om zich te verantwoorden voor het doen en laten van ambtenaren. Wij spreken hen dus niet rechtstreeks aan, hier niet en niet in de Tweede Kamer. Zo doen we dat niet. Zij kunnen zich hier niet verdedigen. Ik hoop dat de heer Frentrop dat met mij eens is. Het is een gebruik wat mijn fractie zeer op prijs stelt.
De voorzitter:
Ik sluit me daar graag bij aan, meneer Frentrop. Wellicht kunt u in het vervolg van uw betoog daar rekening mee houden.
De heer Frentrop (FvD):
Ik ben het volledig eens met de heer Vendrik. Ik wil geen topambtenaren persoonlijk aanspreken. Ik wil wel aandacht voor het systeem en de manier waarop topambtenaren worden benoemd en rouleren.
Ik heb nog vier inhoudelijke vragen over wat het Belastingplan 2020 heet. De eerste: ik heb de staatssecretaris bij de Algemene Financiële Beschouwingen reeds gevraagd om het onzalige idee te laten varen om zelfstandigen zonder personeel 450 miljoen extra jaarlijkse lasten op te leggen, want dat is slecht voor de economie. Bij dezen nogmaals een laatste poging.
Ten tweede. Ik heb hem toen ook gevraagd om te erkennen dat de onrechtvaardigheden die zijn ingebakken in de vermogensrendementsheffing niet op budgetneutrale wijze weggenomen kunnen worden. Ik heb hem niet kunnen overtuigen. Maar in het vooroverleg heeft de staatssecretaris wel de toezegging gedaan om de proefprocedures bij het Europees Hof voor de Rechten van de Mens leidend te laten zijn voor alle burgers die getroffen worden. Als ik het goed heb gelezen, is in het schriftelijke antwoord van de staatssecretaris de reikwijdte van de toezegging echter beperkt tot de jaren 2013 en 2014. Die worden expliciet genoemd. De oude systematiek van box 3 gold echter ook voor de jaren 2015 en 2016. Daarom wil ik de staatssecretaris vragen om een expliciet antwoord op de vraag of de jaren 2015 en 2016 ook vallen onder zijn toezegging.
De derde vraag. De regering realiseert zich niet hoezeer de opslag duurzame energieheffing onevenredig toeslaat bij bepaalde ondernemingen in het midden- en kleinbedrijf. De regering maakt bijvoorbeeld op deze manier fantastische familiebedrijven in de bloementeelt kapot. Ik vraag de regering zich hierop te bezinnen nu dat nog kan.
En tot slot nog een oproep tot bezinning. Die betreft het voorstel tot het openbaar maken van vergrijpboetes door belastingadviseurs. Niemand houdt van belastingadviseurs die de fout in gaan. Maar de vrij rondlopende moordenaar van Pim Fortuyn wordt in de kranten aangeduid als Volkert van der G. De moordenaar van Theo van Gogh heet Mohammed B. Namen van veroordeelde zedendelinquenten worden zorgvuldig geheim gehouden. Bij veel misdrijven wordt zelfs de etniciteit van de daders angstvallig verzwegen. Als dan de adviseurs die hebben geholpen bij belastingontduiking naast hun straf ook nog eens publiek aan de schandpaal worden genageld, heeft de regering in de ogen van Forum voor Democratie haar prioriteiten niet op orde.
Samenvattend: Er is geen serieus belastingplan 2020 gemaakt. Voor 2021 en 2022 zijn evenmin serieuze belastingplannen te verwachten omdat de Belastingdienst kapot is gemaakt. Maar wij weten niet wie dat heeft gedaan en waarom dat is gebeurd. De dichter Vergilius schreef ooit, lang geleden: "Gelukkig is hij die de oorzaken der dingen heeft leren kennen". Dit huis is nog niet zover. Het is daarom de hoogste tijd dat de regering structurele gebreken in de politieke aansturing van de ambtelijke top van de Rijksdienst onder het vloerkleed vandaan haalt en weer op tafel legt.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Frentrop. De heer Van Apeldoorn.
De heer Van Apeldoorn i (SP):
Dank, voorzitter. We behandelen vandaag acht wetsvoorstellen. Ik kan me goed voorstellen dat de heer Frentrop in zijn betoog niet aan alle acht wetsvoorstellen aandacht wilde en kon geven. Dat ga ik zelf ook niet doen. Ik heb een vraag over een wetsvoorstel waarover hij niet heeft gesproken, namelijk het wetsvoorstel om per 2020 een conditionele bronbelasting in te voeren. In de Tweede Kamer heeft Forum voor Democratie als enige partij daartegen gestemd. Ik vraag mij af of de fractie van de heer Frentrop in de Eerste Kamer van plan is om diezelfde lijn te volgen.
De heer Frentrop (FvD):
Ja, dat gaan we natuurlijk zien, afhankelijk van het debat.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Aangezien de heer Frentrop er geen vraag over heeft gesteld, ben ik benieuwd naar zijn positie. Wat verwacht hij als uitkomst van het debat? We kennen Forum voor Democratie als een partij die graag opkomt voor de koopkracht van de middenklasse, die de immigratie graag beperkt en die ook graag de sterkste schouders ontziet, zo hebben we vorige maand geleerd tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen. Ontziet Forum voor Democratie ook graag belastingontwijkers en de Zuidas-industrie daaromheen? Wat zit daar mogelijk achter? Of staat de heer Frentrop er geheel open in?
De heer Frentrop (FvD):
Ik kan de vragensteller geruststellen: van belastingontwijking houden we niet bij Forum voor Democratie. Ik denk niemand in dit huis. Maar voor het precieze stemgedrag moeten we nog even afwachten wat er gezegd wordt in dit beraad.
De heer Van Apeldoorn (SP):
Ik ben gewoon benieuwd wat de overwegingen zouden kunnen zijn voor de fractie van Forum in de senaat om eventueel tegen de wet te stemmen. De wet is bedoeld om belastingontwijking tegen te gaan. Ik hoor hem eigenlijk zeggen dat het misschien nog wel verder had kunnen gaan. Is Forum voor Democratie dan van mening dat dat niet het geval is? Wat zou een reden kunnen zijn om tegen het wetsvoorstel te stemmen?
De heer Frentrop (FvD):
Nogmaals, er zijn natuurlijk een heleboel wetten met goede bedoelingen, maar waar je toch tegen kunt stemmen. Het gaat niet alleen om de bedoeling van de wet. Bijna iedere wet heeft een goede bedoeling. Er zijn vele wetten met heel goede bedoelingen waar wij tegen zullen stemmen.
De voorzitter:
Dank aan de heer Frentrop. Dan is het woord aan de heer Ester, namens de ChristenUnie.