T02821

Toezegging De Kamer tijdig te betrekken bij discussies in OESO-verband en schriftelijk op de hoogte te stellen over OESO-voorstellen die voor Nederland relevant zijn (35.241/35.305)



De Staatssecretaris van Financiën zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Essers (CDA), toe de Kamer tijdig te betrekken bij discussies in OESO-verband en schriftelijk op de hoogte te stellen over OESO-voorstellen die voor Nederland relevant zijn.


Kerngegevens

Nummer T02821
Status voldaan
Datum toezegging 10 december 2019
Deadline 1 juli 2020
Verantwoordelijke(n) Staatssecretaris van Financiën
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. Essers (CDA)
Commissie commissie voor Financiën (FIN)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen Anti Tax Avoidance Directive 2
bronheffing
heffingsrechten
OESO
Kamerstukken Wet bronbelasting 2021 (35.305)
Wet implementatie tweede EU-richtlijn antibelastingontwijking (35.241)


Uit de stukken

Handelingen I 2019-2020, nr. 11, item 3, p. 28

De heer Essers (CDA):

De bij een oorlogssituatie passende retoriek van collateral damage en de daarbij horende mentaliteit, zie je ook terug bij een tweetal wetsvoorstellen die deel uitmaken van het belastingpakket dat wij vandaag en morgen behandelen. Deze wetsvoorstellen, de bronheffing op rente en royalty's alsmede ATAD 2, worden door de regering "prohibitieve heffingen" genoemd. Daarmee bedoelt men heffingen die, als het goed is, budgettair niets zullen opleveren omdat belastingplichtigen er wel voor zullen waken om ermee te maken te krijgen. Dat mag zo zijn, het blijft echter toch goed voorstelbaar dat bedrijven in de praktijk wel degelijk met deze heffingen kunnen worden geconfronteerd. Zeker, fraude en agressieve belastingontwijking moeten worden tegengegaan, daar is ook de CDA-fractie van overtuigd en daarin steunt zij de staatssecretaris, maar door de gecompliceerdheid van de desbetreffende bepalingen zou je er ook als bonafide bedrijf zomaar mee te maken kunnen krijgen. Alle ondernemingen moeten bij alle intraconcern rente- en royaltybetalingen nagaan en vastleggen of de conditionele bronbelasting wel of niet van toepassing is. Leidt dit niet tot een disproportionele uitvoeringslast, zo vraag ik de staatssecretaris. Is overigens bij de Wet bronbelasting de kans niet groot dat deze wet volgend jaar, nog voordat zij is ingevoerd, weer dient te worden aangepast naar aanleiding van de afspraken in de OESO over pijler 2? Waarom niet een jaar gewacht met deze wet? Vindt de staatssecretaris ook niet dat nu de OESO zich steeds meer gaat bemoeien met de verdeling van heffingsrechten, nadrukkelijke betrokkenheid van het parlement vooraf gewenst is, als het gaat om de beoordeling en acceptatie van OESO-voorstellen?

Handelingen I 2019-2020, nr. 12, item 12, p. 18

Staatssecretaris Snel:

Het kan zijn dat er straks een OESO-voorstel komt dat voor Nederland belangrijk is. De heer Essers vroeg in verband daarmee of wij de Kamer hierover voldoende informeren, omdat die OESO-voorstellen uiteindelijk best vergaand kunnen zijn. Ik ben het volmondig met hem eens dat wij dat absoluut moeten doen. Het parlement moet tijdig betrokken worden bij de discussies die in OESO-verband gaande zijn. Ik heb de Tweede Kamer in mijn brieven van 10 oktober en 14 november jongstleden geïnformeerd over de stand van zaken. Ik ben voornemens om ook uw Kamer gedurende het proces met dit soort brieven op de hoogte te stellen, dat zeg ik ook indirect tegen de mensen die dat dan doen. Dan kunt u dat zelf rechtstreeks volgen, zonder op de lijsten van de Tweede Kamer te hoeven kijken.


Brondocumenten


Historie