Verslag van de vergadering van 7 april 2020 (2019/2020 nr. 24)

Aanvang: 13.32 uur

Status: gecorrigeerd



Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Voordat wij overgaan tot de behandeling van de wetsvoorstellen, eerst nog enkele huishoudelijke mededelingen. Rekening houdend met de anderhalve meter afstand tussen personen is voor veertien woordvoerders plaats in de zaal: voor iedere fractie één. Tevens is er plek voor de bewindspersonen en voor de medewerkers van de Eerste Kamer die zorgen voor een goed verloop van de vergadering. De vaste interruptiemicrofoons die met de hand werden bediend, zijn vervangen door een microfoon die met de voet kan worden bediend. U ziet hem daar staan. Het is er één. Bedient u hem met de voet. Raakt u hem toch aan, dan zal hij worden gereinigd na die aanraking. De Kamerbewaarder draagt handschoenen en reinigt ook het spreekgestoelte na iedere spreker. Ik verzoek de Kamerleden om, wanneer zij het spreekgestoelte gebruiken, voldoende afstand te houden tot de Kamerbewaarder.

Op de tafel van de Griffier ligt een lijst van ingekomen stukken. Op die lijst staan voorstellen voor de behandeling van deze stukken. Als voor het einde van de vergadering daartegen geen bezwaar is gemaakt, neem ik aan dat daarmee wordt ingestemd.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Aan de orde is het voorstel om de vervaltermijn van twee aangehouden moties met zes maanden te verlengen. Op grond van artikel 93, derde lid van het Reglement van Orde, zouden deze aangehouden moties op 7 dan wel op 21 april 2020 van rechtswege vervallen. Het betreft:

  • de motie-Nagel c.s. over de discontovoet voor de berekeningen bij de pensioenen en klimaatmaatregelen (34534, letter H);
  • de motie-Van Apeldoorn c.s. over een verkennende analyse over Europese marktordening (35078, letter D);
  • de motie-Reuten c.s. over de vaststelling van het klimaatplan door de regering en de Staten-Generaal gezamenlijk (34534, letter I);
  • de motie-Ruers c.s. over een passende saneringssubsidie ten behoeve van eigenaar-bewoners van asbestleiendaken (34675, letter I).

Ik heb inmiddels begrepen dat de laatste twee genoemde moties komen te vervallen en dat daarvoor geen verlenging wordt aangevraagd. Kan de Kamer instemmen met het voorstel tot verlenging van de termijn van aanhouden van de eerste twee genoemde moties? Dat is het geval. Wenst een van de leden aantekening? Dat is niet het geval.

Aan de orde is het verzoek over het nader aanhouden van het voorstel van wet van het lid Karabulut tot wijziging van de Participatiewet en enkele andere wetten in verband met de invoering van een verdringingstoets: de Wet verdringingstoets (34325). De commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft via het College van Senioren van 10 maart jongstleden aan de Kamer voorgesteld om voor een laatste keer in te stemmen met een schriftelijk verzoek van initiatiefneemster Karabulut tot verder uitstel van de hervatting van de plenaire behandeling van het initiatiefvoorstel tot na het zomerreces. Kan de Kamer instemmen met het voorstel van de commissie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid? Dat is het geval. Wenst een van de leden aantekening? Dat is niet het geval.