Plenair Rosenmöller bij stemming over wetsvoorstel 35412 (inclusief verklaring minister van Financiën en stemverklaringen over alle vijf Incidentele suppletoire begrotingswetsvoorstellen)



Verslag van de vergadering van 7 april 2020 (2019/2020 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.50 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Rosenmöller i (GroenLinks):

Voorzitter, dank u wel. De fractie van GroenLinks steunt het noodpakket dat nu voorligt. Solidariteit hoort nu ons gemeenschappelijke antwoord te zijn. Dat geldt in menselijke zin, bijvoorbeeld als het gaat om de mensen die rechtstreeks getroffen zijn door het virus en de mensen die dag in, dag uit naar hun werk gaan in de zorg, het onderwijs — de minister noemde ze — de vakkenvullers, de schoonmakers en die voor een deel de samenleving nog draaiende houden, maar dat geldt ook in financiële zin. Het is zonder meer terecht dat de overheid, gesteund door de Europese Centrale Bank, nu snel inspringt om burgers en bedrijven in nood bij te staan.

De vraag is of dit noodpakket toereikend is. We gaan ervan uit dat de regering hierbij dagelijks de vinger aan de pols houdt, het pakket waar nodig aanpast en de Kamers goed informeert over de voortgang daarvan. De fractie van GroenLinks vreest de mondiale gevolgen voor de meest kwetsbaren. Ook hier gaan wij ervan uit dat de regering zich sterk maakt voor internationale solidariteit en daartoe de nodige initiatieven neemt.

Er zijn nu ten minste twee grote vragen. Wat is de exitstrategie? Hoe en wanneer kunnen de beperkende maatregelen worden verzacht? Ten tweede. Hoe pakt de regering het duurzame herstel van economie en samenleving aan? We gaan ervan uit dat de regering dat nu voorbereidt en daarbij lessen trekt uit deze crisis. Dat zijn er vele. De moderne samenleving en economie zijn in menig opzicht kwetsbaar. Dat moet anders in de toekomst. De GroenLinksfractie hoopt van harte dat we een solidaire en duurzame koers vooruit weten te vinden, hier en elders. We kijken uit naar de voorstellen hiertoe van de regering.

Tot slot, voorzitter. Alles afwegende kunnen wij ons vinden in het besluit om nu in de Eerste Kamer dit noodpakket zonder debat te aanvaarden. Maar het parlementaire hart bloedt wel een beetje. Vandaag is wat ons betreft een uitzondering. Juist in deze tijd ook behoort de regering in het openbare parlementaire debat verantwoording af te leggen, in ieder geval in de Tweede Kamer — dat gebeurt ook — en in de Eerste Kamer als dat moet.

Ik dank u zeer.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Rosenmöller. Dan kijk ik in de richting van de heer Knapen. Wenst u het woord voor een stemverklaring? Dat is het geval. Gaat uw gang, meneer Knapen.