Plenair Bredenoord bij stemming over wetsvoorstel 35412 (inclusief verklaring minister van Financiën en stemverklaringen over alle vijf Incidentele suppletoire begrotingswetsvoorstellen)



Verslag van de vergadering van 7 april 2020 (2019/2020 nr. 24)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.58 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Bredenoord i (D66):

Dank u, voorzitter. Namens de leden van de D66-fractie wil ik bij de goedkeuring van de wetsvoorstellen die samen het coronanoodpakket banen en economie vormen, een stemverklaring afleggen.

Allereerst wil ik onze waardering en ons medeleven uitspreken voor alle Nederlanders, al dan niet in vitale beroepen. Waardering voor de mensen die op dit moment in uitzonderlijke omstandigheden werken in onze gezondheidszorg, in de kinderopvang en in de supermarkten, en voor docenten die snel omgeschakeld zijn naar onlinelessen. Waardering ook voor alle thuiswerkers, niet in de laatste plaats voor alle ouders die nu tegelijkertijd vader, moeder, juf en meester voor hun kinderen zijn. En waardering voor de regering die vertrouwenwekkend reageert op de COVID-19-pandemie.

In het voorliggende pakket wordt onder andere geregeld dat ondernemingen een tijdelijke tegemoetkoming van loonkosten kunnen aanvragen. Ondernemers kunnen aanvullende inkomensondersteuning en uitstel van belasting aanvragen. Er komt ook een compensatieregeling voor sectoren die bijzonder hard getroffen worden door deze pandemie. De regering vraagt hiervoor politiek vertrouwen van het parlement en heeft dat in de Tweede Kamer van alle fracties gekregen. Dat is bijzonder, en ook voor de behandeling in deze Kamer een belangrijk gegeven bij hoe wij nu dit noodpakket met elkaar behandelen. Immers, de kerntaak van de Eerste Kamer is de kwaliteit van wetgeving te toetsen op rechtmatigheid, uitvoerbaarheid, handhaafbaarheid.

En dat plaatst de leden van de D66-fractie, en ik denk ook andere fracties, voor een dilemma. Immers, de acute problemen waarin veel mensen zijn gekomen door die coronacrisis, vraagt om een snelle aanvaarding van deze wetsvoorstellen. Er wordt een enorm uitgavenpakket van de rijksbegroting voorzien en daar zouden wij in normale tijden grondig met elkaar en met de regering over gesproken hebben. Wij hebben de afweging gemaakt dat we het, politiek en maatschappelijk gezien, van groot belang vinden om deze wetgeving nu snel te steunen. In een later stadium zullen wij met het oog op onze rol en verantwoordelijkheid de regering uitnodigen om met ons in gesprek te gaan over de legitimiteit en de consequenties van de gemaakte keuzes.

Voorzitter. Bij alle welgemeende lof wil mijn fractie een paar overwegingen aan het kabinet meegeven. Ten eerste: de crisismaatregelen grijpen diep in op onze persoonlijke vrijheden, iets wat velen van ons nooit eerder hebben meegemaakt. De maatregelen zijn nu gerechtvaardigd met het oog op de solidariteit en volksgezondheid, maar de legitimiteit zal elke dag weer afgewogen moeten worden, inclusief de exitstrategie, die al is genoemd. Ten tweede: het is veel te vroeg om de huidige situatie nu te evalueren, maar vanuit de toekomststoel, de lege stoel die in vergaderingen en besluitvorming de toekomst vertegenwoordigt, is het ook belangrijk dat we met de miljardenuitgaven die er nu plaatsvinden, versneld de slag maken richting de circulaire economie. Flatten the curve, ook als het om de dreigende klimaatcrisis gaat. En ten derde vraagt mijn fractie extra aandacht voor groepen waar de nood nu wel heel hoog aan het worden is, zoals kinderen die nu thuis zitten in kwetsbare gezinnen, flexwerkers, studenten, mensen in de culturele sector; dat is geen uitputtende opsomming. En natuurlijk voor andere landen waar mensen ook heel hard getroffen worden. In de Europese Unie maar zeker ook daarbuiten, is onze solidariteit nu noodzakelijk.

Mijn fractie wenst de regering sterkte en wijsheid toe bij de vele uitdagingen waarvoor zij in de komende periode nog gesteld wordt.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Bredenoord. Ik kijk nu of het woord nog gewenst wordt door mevrouw Faber van de PVV. Dat is het geval, dus ik geef het woord aan mevrouw Faber.