Plenair Crone bij behandeling Tijdelijke wet verlenging tijdelijke huurovereenkomsten



Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Crone i (PvdA):

Voorzitter. Ik vind het ook heel fijn dat de minister er weer is. Ze heeft de afstand van 1,5 meter wel heel erg opgerekt het laatste anderhalve jaar, maar ik ben heel blij dat ze nu weer dichtbij is. We zouden die 1,5 meter nu graag weer willen overbruggen, maar dat mag niet, dan grijpt u in. Welcome back, minister.

Ik sluit me aan bij de vragen die zijn gesteld door mevrouw De Boer. Er komt straks nog een motie, zoals aangekondigd, van de heer Kox. Ik wil vooral onderbouwen waarom wij vinden dat er toch echt iets moet gebeuren, wat overigens ook in de Tweede Kamer door de voltallige oppositie is gevraagd.

Laat ik eerst zeggen dat ik blij ben met deze wet, minister. Die geeft steun, maar in de eerste plaats ook steun aan de verhuurders, want er gaat niet meer automatisch een contractverlenging plaatsvinden naar onbepaalde tijd. Dus dit is goed voor de verhuurders, ook voor de huurders. Maar in die balans missen we toch ook wat meer aandacht voor de huurders. Ik zal dit vooral toespitsen op het feit dat veel huurders nu in zware financiële problemen komen. De helft is al in problemen; dat weten we allang. En iedereen die kinderen heeft, die een huis zoekt of ergens wil huren, zelfs met zijn tweeën, die betaalt zomaar €700 of €800, of meer. En velen van ons, ook onze kinderen, hebben de laatste jaren al een huurverhoging gehad van tientjes per maand, en daar komt dit nu weer bovenop. En dan zou je maar een flexcontract hebben, en dat allebei kwijt zijn. Dan moet je naar de bijstand, en dan kun je dat dus niet meer betalen; de oude huur al niet, laat staan nog die verhoging erbij. Dus waar we terecht zo royaal zijn — laat ik het toch eens zeggen — voor de booking.coms van deze wereld, is bevriezing toch niet zo'n ingewikkeld ding voor verhuurders. De minister gaat erg uit van goed vertrouwen, van het doen van een oproep, van vriendelijk zijn. Dat hebben de Tweede Kamer en wij ook gezegd met betrekking tot de flexcontracten. Maar gelukkig zei de Kamer vorige week: voor flexcontracten kunnen we niet meer alleen maar een beroep doen op ondernemers; we moeten ze toch ook verplichten om voor flexwerkers wat te doen. Dus ik deel de opvatting over goed vertrouwen, maar er moet een stok achter de deur zijn. Daarom steun ik zo meteen graag de motie om de minister op te roepen tot een bevriezing te komen.

Over de modaliteiten valt te praten en zijn er vele mogelijkheden. Dat klemt temeer daar er natuurlijk geen sprake is van echte marktwerking. Mensen kunnen niet zeggen "nou ja, als de huur te hoog is, ga ik naar een ander huis", want dat huis is er niet. Dat staat nog los van het feit dat er geen zoektijd is, gelet op de coronaproblematiek. Op televisie zie je hoe moeilijk het voor kopers is om een huis te bezichtigen met een makelaar. Het is nu natuurlijk ook niet mogelijk om zomaar te verhuizen en een ander huis te vinden. Financieel is het voor de overheid zelfs nog wel gunstig, want als de huur niet omhooggaat, hoeft zij ook minder huurtoeslag uit te betalen. Natuurlijk zijn er al opties en voorzieningen, maar in dit opzicht is het zelfs een financiële meevaller voor de overheid als we dit nu doen. Maar vooropstaat het sociaal rechtvaardige gevoel. Mensen worden echt onder water geduwd, nog verder dan ze soms al onder water staan. Dat geldt juist voor de mensen die het het hardste nodig hebben. Daarom geven we graag steun aan de motie die straks zal worden ingediend om de verhuurders die het juist niet willen te binden. De goedwillenden hebben er geen last van, want die waren toch al het goede van plan. Die staan aan de kant van de minister en van ons. We vinden het altijd vervelend als de goedwillenden weer moeten lijden onder de kwaadwillenden.

Dank u wel, voorzitter.

Mevrouw De Boer i (GroenLinks):

Ik dacht: de minister zal er op antwoorden, maar misschien is het toch goed om even een interruptie te plegen. Aan het begin van zijn bijdrage hoor ik de heer Crone zeggen dat deze wet vooral bedoeld is voor verhuurders, omdat als zij nu niks doen, een tijdelijk huurcontract niet wordt omgezet in een contract voor onbepaalde tijd. Maar ik heb juist begrepen dat dat wél het geval is, dus dat nog steeds geldt dat als er geen opzegging plaatsvindt aan het eind van de huidige termijn, het gewoon een contract voor onbepaalde tijd wordt. Ik denk dat de minister dat misschien ook nog wel duidelijk zal maken, maar het lijkt mij een hele slechte zaak als hierover straks in de Handelingen iets komt te staan wat juridisch niet klopt. Ik weet niet of de heer Crone hier nog op wil reageren of dat wij gezamenlijk de minister vragen om helderheid hierin te verschaffen.

De heer Crone (PvdA):

Die bal ligt zo op de stip, dus die gaat de minister er straks wel in schieten. Maar de balans is wel duidelijk in deze wet. Uiteraard kan de verhuurder het altijd opzeggen, maar als hij dat niet doet, zou het voor onbepaalde tijd doorlopen. Laat de minister straks maar de juridische finetuning uitleggen. Maar die balans zat erin. Het is niet alleen een huurdersrecht om nu langer in je huis te mogen zitten. Het is ook in het belang van de verhuurder om niet automatisch aan een onbepaalde duur vast te zitten. Dat was overigens de enige reden waarom in de Tweede Kamer de VVD voorstemde, want die is natuurlijk erg liberaal georiënteerd. Die vond het wel fijn dat de verhuurder hierdoor beschermd werd. Anders had ze misschien niet eens voorgestemd.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Crone. Dan is het woord aan de heer Kox namens de fractie van de SP.