Verslag van de vergadering van 21 april 2020 (2019/2020 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Onderzoekers van de Universiteit Utrecht schatten dat de omvang van witwassen in Nederland op jaarbasis zo'n 16 miljard euro bedraagt. Dat geld is voor 90% afkomstig van drugshandel en fraude. Van die 16 miljard euro komt 9,1 miljard uit het buitenland. De PvdA acht deze witwaspraktijken onacceptabel. Het is slecht voor de belastingmoraal en parasiteert op de staatskas. Wij willen er zeker van zijn dat bedrijven en vermogenden hun eerlijke bijdrage leveren aan onze samenleving. Tegelijkertijd is mijn fractie zich ervan bewust dat de aanpak van witwaspraktijken niet eenvoudig is. Het Nederlandse antiwitwasbeleid is gebaseerd op de 40 aanbevelingen van de Financial Action Task Force en op EU-regelgeving die Nederland verplicht risicogericht beleid tegen witwassen te voeren. De voorliggende Implementatiewet wijziging vierde anti-witwasrichtlijn is een voorbeeld van deze EU-regelgeving. De voorliggende Wet verwijzingsportaal bankgegevens vloeit hier deels uit voort. Daarom zal ik starten met de eerstgenoemde.

Voorzitter. De vierde Anti-witwasrichtlijn verplicht tot minimumharmonisatie. Het is lidstaten dan toegestaan om strengere eisen te stellen dan de richtlijn voorschrijft. In Nederland is besloten om de implementatie van de richtlijn te beperken tot de bepalingen uit de richtlijn. Deze keuze verbaast de PvdA, net zoals die de woordvoerder van GroenLinks verbaasde. Immers, de FATF-standaarden stellen verdergaande eisen dan de richtlijn. Sommige lidstaten hebben die verdergaande eisen gelijk meegenomen bij de implementatie van de richtlijn. Onze vraag aan de minister is op welke wijze deze verdergaande eisen in Nederland zullen worden meegenomen.

Het beleggen van de poortwachtersfunctie bij banken, andere financiële ondernemingen en verschillende beroepsbeoefenaars wordt door de regering gezien als de meest effectieve manier om het gebruik van het financiële stelsel voor witwassen en financieren van terrorisme te voorkomen. Deze instellingen zijn daarmee bij uitstek in staat om onderzoek naar hun klanten te verrichten en om te beoordelen wanneer een transactie als ongebruikelijk moet worden gemeld, zo staat in de memorie van antwoord. Meldingen van banken, accountants en belastingadviseurs komen terecht bij de Financial Intelligence Unit, die hier de echt verdachte transacties uit filtert. Die komen vervolgens bij het Openbaar Ministerie of de Fiscale Inlichtingen- en Opsporingsdienst terecht. Door onderbezetting schieten die publieke instanties echter tekort en wordt maar een fractie van de meldingen verder onderzocht of vervolgd, zo menen de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs en het Register Belastingadviseurs. Ook vanuit de banken is die kritiek al eens geuit. Waar veel banken inmiddels duizenden mensen inzetten voor het controleren op verdachte transacties, zitten hier bij het OM en de FIOD veel minder mensen voor. Deelt de minister de kritiek dat de overheid zelf tekortschiet in de strijd tegen het witwassen? Zo ja, welke aanpassingen mogen we dan van hem verwachten?

Daarnaast concludeert De Nederlandsche Bank uit eigen onderzoek dat verschillende banken veel te weinig onderzoek doen naar wie hun klanten zijn. Ook de verplichte onderzoeken die banken moeten uitvoeren naar transacties van klanten zijn bij meerdere banken gebrekkig, aldus de toezichthouder. Volgens de minister zal DNB erop toezien dat de inspanningen zodanig zijn dat de banken integriteitsrisico's adequaat beheersen. De minister zal met DNB in gesprek blijven over de vorderingen die de sector hierbij maakt. Graag krijgt mijn fractie van de minister gedetailleerd zicht op deze vorderingen. Welke investeringen zijn er gepleegd in de expertise en nieuwe technologieën? Hoe is het juiste klimaat voor de beheersing van integriteitsrisico's gecreëerd? Hebben bankbestuurders zich persoonlijk gecommitteerd aan het voorkomen van betrokkenheid van banken bij financieel-economische criminaliteit?

Voorzitter. Dan kom ik bij de Wet verwijzingsportaal bankgegevens. Door het verwijzingsportaal wordt gegevensverstrekking vereenvoudigd. Dat kan op de steun van de PvdA rekenen. Met deze wet wordt de verplichting geïmplementeerd voor elke lidstaat van de Europese Unie om te voorzien in een centraal elektronisch systeem ter identificatie van cliënten van banken en andere betaaldienstverleners. Deze verplichting vloeit voort uit de gewijzigde Vierde Europese Anti-witwasrichtlijn, zoals eerder gemeld. De Belastingdienst gaat het Verwijzingsportaal Bankgegevens gebruiken voor meerdere processen. In de nota naar aanleiding van het verslag in de Tweede Kamer wordt de verwachting uitgesproken dat de Belastingdienst circa 700.000 tot 900.000 verzoeken zal indienen voor de verifiëring van bankrekeningnummers in verband met het doen van betalingen.

In het licht van de kinderopvangtoeslagaffaire verneem ik graag hoe de Belastingdienst onterechte beschuldigingen zal voorkomen. Verder vraag ik de minister graag in hoeverre de ICT-infrastructuur van de Belastingdienst hierop voorbereid is. Al vele jaren staan ICT-projecten bij de overheid in een kwaad daglicht. Vele projecten mislukken en er is veel ophef over enorme overschrijdingen van tijd en budget. Naar ik aanneem, meent de minister dat dit bij het Verwijzingsportaal Bankgegevens niet aan de orde is. Maar daar moet hij de PvdA nog wel van overtuigen.

Voorzitter. In het debat in de Tweede Kamer is uitvoerig stilgestaan bij de grote overlap tussen witwassen en belastingontwijking. Daar is geconstateerd dat, terwijl de aanpak van witwassen vooral Europese aandacht krijgt, de aanpak van belastingontwijking juist op nationaal niveau is belegd. Ook hier verwees mevrouw Karimi van GroenLinks al naar. Middels een aangenomen motie is de minister opgeroepen onderzoek te doen naar hoe groot die overlap is tussen kapitaalstromen waar witwassen plaatsvindt en kapitaalstromen waar belastingontwijking plaatsvindt. Graag vraag ik, net als mevrouw Karimi, de minister om ons nu al als tussenstand te informeren over de voorlopige bevindingen uit dit onderzoek. Kan de minister daarbij bevestigen dat de aanpak van belastingontwijking net als de aanpak van witwassen geharmoniseerd dient te worden?

Ook vraag ik namens de PvdA graag aandacht voor de relatie tussen witwassen en ondermijning. Want het laatste behoeft juist een stevige aanpak op lokaal niveau. Zo willen gemeenten in de strijd tegen ondermijnende criminaliteit intensiever persoonsgevoelige informatie kunnen delen om verwevenheid van onder- en bovenwereld tegen te gaan. Uiteraard is privacy van groot belang ter bescherming van burgers, maar het mag niet zo zijn dat criminelen zich erachter kunnen verschuilen. Graag vraag ik de minister om ons namens het kabinet te informeren over het plan van aanpak aangaande ondermijning op lokaal niveau.

Voorzitter, ik rond af. De voorliggende wetsvoorstellen zetten stappen in de goede richting, maar het had wat de PvdA betreft ambitieuzer gemogen. Zo blijkt uit onderzoek onder leiding van professor Brigitte Unger van de Universiteit Utrecht dat ons land prijkt in een rijtje met Cyprus en Luxemburg als de top drie EU-lidstaten die het kwetsbaarst zijn voor het witwassen van crimineel geld. De oorzaak ligt in een combinatie van hoge winsten en lage straffen. Dit gaat in tegen het rechtvaardigheidsgevoel van mijn partij. Daar is wat aan te doen, door hogere straffen uit te delen en beter op te sporen. De voorliggende wetsvoorstellen zetten daartoe belangrijke stappen. Maar er is nog een lange weg te gaan. Wat mogen wij op dat vlak van de regering verwachten? Mijn fractie kijkt uit naar de antwoorden van de minister op deze en de andere vragen uit onze inbreng.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan is het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de fractie van de SP.