Verslag van de vergadering van 12 mei 2020 (2019/2020 nr. 26)
Aanvang: 13.35 uur
Status: gecorrigeerd
Aan de orde is de herdenking van de heer J.A.M. Reijnen.
De voorzitter:
Dan is thans aan de orde de herdenking van de heer J.A.M. Reijnen.
Ik verzoek de leden te gaan staan.
Vandaag gedenken wij Jan Reijnen, die op 7 april jongstleden op 93-jarige leeftijd overleed. Hij was ruim vijf jaar lid van de Eerste Kamer der Staten-Generaal voor de KVP, van 16 mei 1972 tot 20 september 1977.
Johannes Andreas Maria Reijnen werd op 3 februari 1927 geboren in Kaatsheuvel, waar hij ook de rooms-katholieke lagere school volgde. Aan het Dr. Mollercollege in Waalwijk slaagde Jan Reijnen 75 jaar geleden voor zijn hbs-a-diploma. Hij behaalde vervolgens zijn kandidaatsexamen in de politieke en sociale wetenschappen aan de Katholieke Universiteit Nijmegen.
Begin jaren vijftig van de vorige eeuw volgde hij de opleidingen Gemeenteadministratie en Gemeentefinanciën. Deze sloten aan op zijn werk als volontair op de gemeentesecretarie van Loon op Zand. Hij bleef werken als ambtenaar in Loon op Zand, onder meer op de afdelingen bevolking, burgerlijke stand, financiën, onderwijs en personeelszaken.
Met ervaring in alle facetten van het gemeentelijk bestuur werd Jan Reijnen in 1964 op zijn 37ste jaar burgemeester van Wervershoof, in 1969 van Oldenzaal en in 1976 van Heerlen. In 1986 stopte hij als burgemeester van Heerlen omdat hij benoemd was tot voorzitter van de raad van toezicht van het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds. Twee jaar later werd hij bestuursvoorzitter van hetzelfde ABP.
Al jong was Jan Reijnen actief in de jongerenorganisatie van de KVP en op zijn 27ste werd hij lid van het bestuur. Begin jaren zestig van de vorige eeuw maakte hij de overstap naar de "grotere broer", de KVP zelf. In 1964 maakte hij deel uit van het partijbestuur, was hij lid van de commissie voorlichting gemeenteraadsleden en lid van de internationale commissie.
Reijnen is verder binnen de KVP lid van de partijraad geweest, voorzitter van de Kamerkring Den Helder en vicevoorzitter van de Kamerkring Noord-Holland.
Gezien zijn achtergrond was het vanzelfsprekend dat Jan Reijnen bij zijn Eerste Kamerlidmaatschap in 1972 woordvoerder Binnenlandse Zaken en Volkshuisvesting werd. De politie viel in die tijd nog onder het ministerie van Binnenlandse Zaken en in zijn maidenspeech op 18 juni 1974 sprak hij tijdens een beleidsdebat zijn zorgen uit over — in zijn woorden — "de problemen die kunnen ontstaan bij de samenwerking, bij het elkaar vinden en verstaan van twee zeer verschillende politieorganisaties: de rijkspolitie en de gemeentepolitie."
Reijnen sloot zijn betoog af zoals het een goed burgervader — op dat moment van Oldenzaal — betaamt, met verbindende woorden aan het adres van de bewindspersonen, maar bovenal met waardering voor de politie. Ik citeer: "Niet onuitgesproken mag blijven dat ik impliciet ook alle politiemensen hulde breng in de uitoefening van hun moeilijke, veeleisende en vaak levensgevaarlijke taak."
Naast zijn maatschappelijke en politieke carrière was Jan Reijnen bijzonder actief als bestuurder op vele verschillende terreinen. Om enkele te noemen: voorzitter van hockeyclub D.E.S. in Kaatsheuvel, bestuurslid Koninklijk Muziekgezelschap Euphonia, bestuurslid Stichting Katholiek Voortgezet Onderwijs in West-Friesland en lid van het hoofdbestuur van de Europese Beweging Nederland.
Jan Reijnen stond bekend als een aimabel bestuurder met een montere instelling, en met een groot hart voor de Europese samenwerking.
Moge ons respect voor zijn persoon en zijn verdiensten voor de samenleving en de Nederlandse parlementaire democratie tot steun zijn voor zijn familie en vrienden.
Ik verzoek eenieder om een moment stilte in acht te nemen.
(De aanwezigen nemen enkele ogenblikken stilte in acht.)
De voorzitter:
Dank u wel.