Plenair Sent bij voortzetting behandeling Arbeidsongeschiktheidsvoorziening jonggehandicapten



Verslag van de vergadering van 19 mei 2020 (2019/2020 nr. 27)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Graag dank ik ook de staatssecretaris voor de beantwoording van onze vragen. Ik heb goed geluisterd en moet tot mijn teleurstelling opmerken dat er heel erg weinig beweging onze kant op bij de staatssecretaris te bespeuren valt. Kamerbreed zijn er zorgen geuit over groepen die erop achteruitgaan als gevolg van het voorliggende wetsvoorstel. Met name zijn er zorgen geuit over de gevolgen voor mensen met een medische urenbeperking en de consequenties van het afschaffen van de voortgezette werkregeling. Ik heb daarin geen toezeggingen van de staatssecretaris mogen beluisteren. Kamerbreed is er aandacht gevraagd voor de gevolgen van de coronacrisis en is er verzocht om studeren op de kortst mogelijke termijn te stimuleren. Ook hier moet ik helaas met de heer Van Pareren van Forum voor Democratie concluderen dat de staatssecretaris op geen van deze punten de Kamer tegemoet is gekomen.

Voorzitter. Dan de punten die door mijn fractie zijn aangedragen. Op een aantal punten, zo heb ik aangegeven, vormt het voorliggende wetsvoorstel een verbetering. Dat kan op onze warme steun rekenen, met name het feit dat Wajongers die gaan studeren voortaan hun volledige uitkering kunnen behouden. Maar het kan wat ons betreft niet zo zijn dat een aantal groepen erop achteruitgaat, juist binnen deze kwetsbare groep. Het is onverteerbaar dat een aantal groepen erop achteruitgaat als gevolg van het voorliggende wetsvoorstel. We begrijpen niet dat de staatssecretaris in haar beantwoording alleen maar kijkt naar de groepen die erop vooruitgaan. De bijzondere situatie doet zich voor dat er een alternatieve formule beschikbaar is die op brede steun kan rekenen. De staatssecretaris is kritisch over deze alternatieve formule, maar ik begrijp dan niet hoe deze brede steun zich verhoudt tot de kritische opmerkingen van de staatssecretaris. En hoe kan het dan dat de brede steun voor haar voorstel in ieder geval niet blijkt uit de vele berichten die ons bereiken van de betrokkenen?

We hebben tegen de achtergrond van de coronacrisis aandacht gevraagd voor de termijn van het garantiebedrag. Ik vind twaalf maanden sowieso een korte termijn, en in het kader van de coronacrisis is dit punt alleen nog maar prangender geworden. We hebben geen beweging van de staatssecretaris hierop mogen zien.

Voorzitter. We hebben aandacht gevraagd voor het brede advies van het College voor de Rechten van de Mens. We kunnen niet anders dan concluderen dat het wetsvoorstel schuurt met het VN-Gehandicaptenverdrag. Wij vinden daarbij een verwijzing naar de minister van VWS als verantwoordelijk minister te vrijblijvend.

Voorzitter. Ik kom langzamerhand tot een afronding. Werknemers met een arbeidsbeperking mogen niet worden gediscrimineerd in hoogte van het salaris vanwege een verminderde werkcapaciteit door hun handicap. Veel mensen met een handicap kunnen echter niet voldoende uren maken om tot het wettelijk minimumloon te komen, maar werken wel naar vermogen. Het minimumloon zou dan van toepassing moeten worden verklaard. Voor de PvdA is de oplossing eenvoudig; ik heb die ook al in de eerste termijn aangedragen. Maak van de garantieregeling een echte garantie die altijd herleeft. Behoud de voortgezette regeling voor mensen met een medische urenbeperking. Gun volledig gehandicapte mensen een beetje inkomen als ze een baantje vinden. Alleen dan worden we een inclusieve maatschappij met compassie.

Het voorliggende wetsvoorstel draagt daar maar beperkt aan bij. De staatssecretaris is op geen van de punten de Kamer tegemoetgekomen. Daarmee heb ik onvoldoende vertrouwen in de effectiviteit van de welbedoelde moties die achteraf gaan monitoren en vervolgens kijken of er aanvullende maatregelen moeten worden genomen. Als het blijft zoals het is, dan kan ik niet anders dan mijn fractie adviseren om tegen het wetsvoorstel te stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Het woord is aan mevrouw Stienen, namens de fractie van D66.