Verslag van de vergadering van 19 mei 2020 (2019/2020 nr. 27)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.42 uur
De heer Kox i (SP):
Voorzitter. Laat ik beginnen met dank je wel te zeggen tegen alle burgers en organisaties die ons ertoe hebben verplicht om dit debat in alle mogelijke diepte en alle mogelijke creativiteit te voeren. Zij hebben de staatssecretaris verplicht om op de toppen van haar kunnen te opereren om de input die we hebben gekregen vanuit de samenleving, die we hier hebben gewogen en verwerkt, tot inzet van het debat te maken. Ik dank ook de collega's voor, zoals ik het in de eerste termijn noemde, niet alleen een reflectief debat maar ook een creatief debat, omdat dat volgens mij de enige effectieve weg is bij een probleem dat zich voordoet bij een wet die elementen heeft die nodig zijn om tot een oplossing te komen. En ik bedank natuurlijk de staatssecretaris voor haar gloedvolle betoog. Zo kennen we haar.
Maar ook hier moet ik zeggen — net als andere sprekers — dat de staatssecretaris haar begrip voor deze Kamer heeft uitgesproken, niet een of twee maar wel tien keer, maar toch van mening blijft dat het wetsvoorstel dat zij voorgelegd heeft aan deze Kamer het best mogelijke wetsvoorstel is en daarmee het enig mogelijke wetsvoorstel. Dat betekent ook dat de staatssecretaris niet bereid is om boter bij de vis te leveren aan deze Kamer. Zij zegt: ik begrijp u, ik heb u gehoord, ik heb de knelpunten begrepen die u geadresseerd heeft en dit is daarop mijn antwoord. De staatssecretaris zegt: ik heb u gehoord, ik heb begrip voor u, maar mijn antwoord blijft dat de wet, die bij de aanvang van dit traject aan u is voorgelegd, de wet is zoals die ook in het Staatsblad moet komen. Daar zit natuurlijk het grote probleem.
Voorzitter. Als het daadwerkelijk, zoals de staatssecretaris gezegd heeft, om harmonisatie gaat en als verslechteringen niet de bedoeling zijn, moet deze Kamer tegen de staatssecretaris zeggen: als het niet de bedoeling is, mag het ook niet gebeuren. Geen collateral damage omdat we harmonisatie willen. Volgens mij wenst geen enkele fractie hier collateral damage bij het goedkeuren van een harmonisatie. Tegelijkertijd wenst heel deze Kamer een harmonisatiewet. Ik denk dat daar oplossingen voor te vinden zijn en ik denk dat harmonisatie naar beneden niet het antwoord is dat we moeten geven.
Daarnet zei collega Schalk: we hebben nog een tweede termijn van de staatssecretaris. Het beste bewaar je altijd voor het laatst, zo zou je kunnen denken. Ik laat mij dus dolgraag verrassen, mevrouw de staatssecretaris. Als de staatssecretaris niet uitspreekt "ik heb u begrepen en daarom zal ik zo handelen", maar als het blijft bij de uitspraak "ik heb u begrepen", moet deze Kamer maar uitspreken wat wij willen dat de staatssecretaris doet. De gemiddelde Franse president zegt ook één keer in de zoveel jaar "ik heb u begrepen", maar doet toch altijd wat hij zelf wil — het zijn daar altijd hij-en. Daarvoor hebben wij niet het middel van het amendement, maar wel van de motie. Om misverstanden te voorkomen: ik ben nog van de school dat, als deze Kamer iets uitspreekt, dat dient te gebeuren. Ik ben niet van de school die her en der school maakt van "ach, een motie, dat is net als de kranten, je verpakt er de vis in en dan is het weer gebeurd". Moties van deze Kamer zijn schaars en daarom zijn ze van belang.
Als de staatssecretaris niet zegt wat wij willen, vind ik dat de Kamer het dan maar tegen de staatssecretaris moet zeggen en een heldere, harde toezegging van de staatssecretaris moet vragen vooraleer tot stemming over haar wetsvoorstel in deze Kamer kan worden overgegaan. Daarom wil ik graag de volgende motie voorleggen, mijnheer de voorzitter.
De voorzitter:
Door het lid Kox wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
gehoord de beschouwingen over het wetsvoorstel tot verdere activering van de participatie van jonggehandicapten en harmonisatie Wajong-regimes;
gezien de grote zorgen dat de voorgestelde harmonisatie — naast een aantal verbeteringen — een aantal risico's van verslechtering voor een aanzienlijk aantal Wajongers bevat;
verzoekt de staatssecretaris te bewerkstelligen dat binnen de kaders van de wet:
-
-negatieve effecten voor Wajongers met een medische urenbeperking worden ondervangen;
-
-eerdere toezeggingen inzake de voortgezette werkregeling in stand blijven;
-
-de in de wet opgenomen garantietermijn coronaproof wordt;
en de Kamer daarover te informeren voorafgaand aan de stemming over het wetsvoorstel,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter N (35213).
De heer Kox (SP):
Voorzitter. Tot slot nog twee opmerkingen. Eén gaat er over het VN-verdrag handicap. Ik vind dat dat in dit debat door de staatssecretaris stiefmoederlijk behandeld is. Ik vind echt dat wij niet moeten kijken hoe we ons zo minimalistisch mogelijk kunnen opstellen. We moeten vooroplopen. Dat was destijds volgens mij ook de wens van een groot deel van deze Kamer en de Kamer aan de overkant. Het VN-verdrag handicap verplicht ons om ervoor te zorgen dat de positie van gehandicapten in onze samenleving keer op keer verbeterd wordt. Dat is een heel bijzondere opdracht, maar die staat daar natuurlijk omdat de achterstelling van mensen met een handicap zo groot is. Dat is niet alleen in Nederland zo, maar wereldwijd. Ik vind echt dat we daar op een ander moment nader over moeten spreken met de staatssecretaris, maar misschien ook met de bewindspersoon voor Volksgezondheid en de bewindspersoon voor Buitenlandse Zaken.
Voorzitter. Tot slot een waarschuwing. Nee, "waarschuwing" is te pedant. Ik wijs erop dat de mogelijkheid bestaat dat ik of anderen om een derde termijn vragen vooraleer wij tot verdere afhandeling van het wetsvoorstel kunnen komen. Er is en wordt een reeks moties ingediend, waarvan moet worden bezien of die wellicht kunnen worden samengevoegd of juist uiteen getrokken kunnen worden teneinde een goed antwoord van de Kamer op die moties te krijgen. Ik zeg niet dat het gebeurt, maar ik denk dat de kans groot is, gezien de loop van het debat.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan de heer De Vries namens de fractie-Otten.