Plenair Sent bij voortzetting behandeling in derde termijn



Verslag van de vergadering van 26 mei 2020 (2019/2020 nr. 28)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.43 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Mede namens de fracties van de SP, GroenLinks en de Partij voor de Dieren maak ik als woordvoerder van de PvdA graag van de gelegenheid gebruik de staatssecretaris een aantal vragen te stellen over de brief die wij gistermiddag laat van haar mochten ontvangen. Daarin geeft zij aan hoe zij uitvoering zal geven aan een aantal moties. Wij zijn blij met de aandacht die de heer Ester heeft gevraagd voor de inwerkingtreding van maatregelen inzake Wajong en studie. Hij heeft de staatssecretaris middels een motie verzocht de belemmeringen die er in het huidige systeem van onderwijs zijn, zo spoedig mogelijk weg te nemen. In haar brief zet de staatssecretaris zeer gedetailleerd uiteen welke creatieve oplossing zij heeft gevonden om dit voorafgaand aan de start van het komende studiejaar te realiseren. Daar zijn wij blij mee.

Voorzitter. Een aantal moties heeft aandacht gevraagd voor de crisisbestendigheid van het voorliggende wetsvoorstel. In reactie op de motie van mevrouw Stienen geeft de staatssecretaris aan dat deze een bevoegdheid betreft die zij op dit moment niet heeft. Zij stelt voor een wijziging op te nemen in de Verzamelwet SZW 2021 om de bevoegdheid te creëren de termijn van het garantiebedrag bij algemene maatregel van bestuur te kunnen verlengen. Feitelijk wijkt de staatssecretaris hiermee via een lagere regeling af van een hogere. Echter, een dergelijke constructie staat op gespannen voet met staatsrechtelijke regels en rechtsbeginselen, bijvoorbeeld met het door de commissie-Polak uit het legaliteitsbeginsel afgeleide primaat van de wetgever, dat inhoudt dat bepaalde onderdelen van het wetgevingscomplex, met name de hoofdelementen, zijn voorbehouden aan de parlementaire wetgever. Denk ook aan het beginsel van de normenhiërarchie en het daarmee verband houdende beginsel dat regels hoger in de hiërarchie voorrang hebben op de lagere. Dit principiële punt van "lex superior derogat legi inferiori" maakt dat onze fracties kritisch zijn over de voorgenomen wetswijziging om de bevoegdheid te creëren de termijn van het garantiebedrag bij algemene maatregel van bestuur te kunnen verlengen.

Middels een amendement heeft de Tweede Kamer een verlenging van de overgangstermijn voor het garantiebedrag naar een jaar bewerkstelligd. Echter, er was geen steun voor het amendement van het lid Stoffer over verlenging van de overgangstermijn voor het garantiebedrag naar twee jaar. Daarom steunen wij de motie-Schalk om hiertoe spoedwetgeving in te dienen en steunen wij het niet om dit mogelijk te maken middels een algemene maatregel van bestuur.

Voorzitter. De staatssecretaris wijst er in haar brief op dat het niet de bedoeling is dat de nieuwe regels voor inkomensondersteuning zonder overgangsregime zouden kunnen leiden tot een lager bedrag aan inkomensondersteuning. Feit is dat het voorliggende wetsvoorstel een verslechtering inhoudt voor een aantal groepen. Daarover is in het debat vorige week veel gewisseld. Graag vraag ik bijzondere aandacht voor mensen die hun baan verliezen voor het ingaan van de harmonisatie in 2021. Als zij geen werk vinden voor 2021, kunnen zij geen aanspraak maken op de garantieregeling. Daarover heeft de heer Van Pareren een motie ingediend, die van de staatssecretaris oordeel Kamer krijgt. In deze motie lezen wij dat de voorgenomen harmonisering van de Wajong met zich meebrengt dat er Wajongers op achteruitgaan in hun inkomen. Zo staat dat in de motie. In deze motie lezen wij ook het verzoek om deze Wajongers te compenseren. Graag vernemen de fracties van de SP, GroenLinks, de Partij voor de Dieren en de Partij van de Arbeid hoe de staatssecretaris uitvoering zal geven aan deze motie.

De staatssecretaris schrijft dat zij een garantiebedrag instelt om Wajongers die er anders op achteruit zouden gaan te compenseren, conform de motie van de heer Van Pareren. Echter, dat garantiebedrag maakt al onderdeel uit van de wet. De motie van de heer Van Pareren vraagt juist aanvullend daarop dat er niemand op achteruitgaat. Want we hebben in deze Kamer gewisseld dat er wel degelijk groepen op achteruitgaan. Als wij de lezing van de staatssecretaris dus goed begrijpen, acht zij deze motie overbodig. Maar dat is niet onze lezing. Vandaar het verzoek om hierover met haar te spreken in deze derde termijn.

Voorzitter. Tot slot dank ik de staatssecretaris voor haar toelichting in de brief op de uitvoerbaarheid van het voorliggende wetsvoorstel door UWV. Zij stelt ons daarmee gerust: er zijn al wel stappen gezet, maar die zijn niet onomkeerbaar zijn. Ook ben ik blij dat de staatssecretaris bereid is om maatregelen te treffen voor de groep die werkt en vanwege de inwerkingtreding van het voorliggende wetsvoorstel niet de mogelijkheid heeft om in de voortgezette werkregeling in te stromen, conform het punt van mevrouw Oomen. Naar het oordeel van onze fracties komt de staatssecretaris daarmee op de meest minimale manier een kleine groep tegemoet. Maar vooral kijken we uit naar haar reactie op onze resterende vragen naar aanleiding van haar brief.

Met nog 7 seconden te gaan!

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan is het woord aan mevrouw Oomen.