De Minister voor Milieu en Wonen zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Verkerk (ChristenUnie), toe dat een onafhankelijke commissie de Aanvullingswet geluid Omgevingswet zal evalueren, waarbij zal worden onderzocht hoe ambtenaren de complexiteit van de Aanvullingswet geluid Omgevingswet ervaren en waarbij de balans tussen beschermen van de burger en het benutten van geluid een relevant onderdeel zal worden.
Nummer | T02893 |
---|---|
Status | openstaand |
Datum toezegging | 11 februari 2020 |
Deadline | 1 januari 2025 |
Voormalige Verantwoordelijke(n) | Minister voor Milieu en Wonen Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties |
Huidige Verantwoordelijke(n) | Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening |
Kamerleden | Prof.dr. M.J. Verkerk (ChristenUnie) |
Commissie | commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) |
Soort activiteit | Plenaire vergadering |
Categorie | brief/nota |
Onderwerpen | geluid |
Kamerstukken | Aanvullingswet geluid Omgevingswet (35.054) |
Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 3, blz. 7.
De heer Verkerk:
(…)
Dit brengt de fractie tot de volgende vragen. Hoe beoordeelt de minister de complexiteit van de aanvullende wet geluid in het licht van het ILT-rapport? Kan de minister toezeggen om bij de evaluatie van de aanvullende wet geluid ook te onderzoeken hoe de complexiteit van de wet door ambtenaren wordt ervaren?
(…)
In het debat over de Invoeringswet Omgevingswet heeft de minister toegezegd om tot een onafhankelijke evaluatie van de Omgevingswet te komen. Kan de minister toezeggen dat dit ook geldt voor de aanvullende wet geluid? Kan zij ook toezeggen dat in deze evaluatie expliciet aandacht wordt gegeven aan de invloed van deze wet op de bescherming van de burger, en daarmee ook op de balans tussen benutten en beschermen?
Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 11, blz. 9-10.
Minister Van Veldhoven-van der Meer:
(…)
De heer Verkerk vraagt of ik kan toezeggen te onderzoeken hoe de complexiteit van de Aanvullingswet door ambtenaren wordt ervaren. De uitvoerbaarheid van regelgeving is inderdaad van groot belang. Dat wordt gemonitord. Er zijn ook afspraken over met de VNG. Er zal zeker aandacht zijn voor de uitleg van de nieuwe regels. De wensen op dit punt worden samen met de VNG bezien. Wat daarbij wel helpt, is dat de nieuwe regelgeving op veel punten veel minder complex is dan de huidige Wet geluidhinder. Het normenstelsel is vereenvoudigd. Dat gaat zeker helpen.
Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 11, blz. 10.
Minister Van Veldhoven-van der Meer:
(…)
Zowel de Partij van de Arbeid als de ChristenUnie vroeg naar de rol van de onafhankelijke evaluatiecommissie en of die de evaluatiepunten van het Aanvullingsbesluit geluid mee kan nemen. De commissie begeleidt straks de evaluatie van de gehele Omgevingswet, inclusief de aanvullingssporen. Het spreekt wat mij betreft voor zich dat de balans tussen beschermen en benutten waar het om geluid gaat daarbij een heel relevant onderdeel is.
Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 16, blz. 3.
De heer Verkerk (ChristenUnie):
(…) Ik wil de minister hartelijk danken dat ze heeft bevestigd dat ook voor de Aanvullingswet geluid een onafhankelijke evaluatiecommissie komt en dat aandacht wordt gegeven aan bescherming van de burger en de balans tussen benutten en besturen.
(…)
Ik heb gevraagd om bij de evaluatie van het ILT-rapport te onderzoeken hoe ambtenaren de complexiteit ervaren. Waarom heb ik die vraag gesteld? Niet puur omdat u dat moet doen, maar als je daar onderzoek naar doet en je maakt het bespreekbaar, dan verandert ook de perceptie. Dat is weer de relatie met cultuur. Dat was de diepere achtergrond.
Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 16, blz. 7.
Minister Van Veldhoven-van der Meer:
(…)
Dan de vraag van de ChristenUnie over hoe ambtenaren de complexiteit ervaren en of we dat bespreekbaar willen maken, ook als onderdeel van de cultuurverandering. Ik denk dat dat absoluut een goed punt is. Ik ga met de provincies en gemeenten ook in gesprek over het ILTrapport. Ook bij de evaluatie wordt gekeken naar de doeltreffendheid en de effecten van de wet in de praktijk. Het gaat er dan inderdaad ook over hoe ambtenaren die wet in de praktijk ervaren. Want juist in de toepassing kun je misschien tot punten komen waarvan je zegt: om het goed en zoals bedoeld te laten werken, moeten we wellicht toch nog extra hulp bieden, op punten iets aanpassen of een nadere handreiking bieden. De werking in de praktijk is dus zeker een belangrijk onderdeel. Dank voor het opnieuw onder de aandacht brengen van dit punt.
Brondocumenten
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 16
-
voortzetting behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 11
-
behandeling Verslag EK 2019/2020, nr. 20, item 3
-
25 september 2024
nieuwe commissie: commissie voor Infrastructuur en Waterstaat / Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening (I&W/VRO) -
25 september 2024
commissie vervallen: commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO) -
2 juli 2024
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
2 juli 2024
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
14 mei 2024
nieuwe deadline: 1 januari 2025
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
13 mei 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang:documenten:-
-verslag van een schriftelijk overleg met de minister van BZK over (deels) openstaande toezeggingen
Op 14 mei 2024 door de commissie voor IWO voor kennisgeving aangenomen.
EK 36.410 VII / 36.410 IV, I
-
-
5 september 2023
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
5 september 2023
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
6 december 2022
nieuwe deadline: 1 juli 2024
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
16 november 2022
nieuwe status: openstaand
Voortgang: -
10 januari 2022
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening -
10 januari 2022
verantwoordelijkheid verlopen: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
14 april 2020
nieuwe verantwoordelijkheid: Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties -
14 april 2020
verantwoordelijkheid verlopen: Minister voor Milieu en Wonen -
11 februari 2020
toezegging gedaan