In deze brief worden de hoofdpunten van de statuten, uitkeringsreglementen en financiële brieven van drie op te richten stichtingen in verband met de uitkering van schadevergoedingen in verband met tegoeden uit de Tweede Wereldoorlog toegelicht.
De Stichting Maror-gelden Overheid, Stichting Joods Humanitair Fonds en de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma worden opgericht aan de hand van een zogenaamde voorhangprocedure.
De Comptabiliteitswet stelt voor de oprichting van privaatrechtelijke rechtspersonen nadere regels. Bijvoorbeeld dat kamerleden binnen een termijn van 30 dagen om nadere inlichtingen kunnen verzoeken. Een aantal Eerste Kamerleden heeft een dergelijk verzoek per brief gedaan.
De Eerste Kamer heeft op 14 november 2000 verklaard geen bezwaar te hebben tegen de oprichting van de stichtingen.
-
-de drie stichtingen worden opgericht per voorhangprocedure op grond van artikel 29 van de Comptabiliteitswet, gelet op de wenselijkheid om zo snel mogelijk over te kunnen gaan tot daadwerkelijke uitkering van gelden;
-
-de Stichting Maror-gelden Overheid zal voor 350 miljoen gulden aan individuele uitkeringen en projectuitkeringen verstrekken aan individuele personen, en collectieve joodse doelen in Nederland en Israël;
-
-de Stichting Joods Humanitair Fonds beheert en verdeelt 50 miljoen gulden ten behoeve van humanitaire projecten in het buitenland;
-
-de Stichting Rechtsherstel Sinti en Roma verstrekt 30 miljoen gulden aan individuele uitkeringen en projectuitkeringen.
begonnen
18 juni 2020titel
Oprichting stichtingen tegoeden Tweede Wereldoorlog-
-
-
17 oktober 2000
brief van het lid Platvoet c.s. over nadere inlichtingen betreffende 3 Stichtingen nr. 50 -