Verslag van de vergadering van 6 juli 2020 (2019/2020 nr. 35)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.24 uur
De heer Essers i (CDA):
Dank u wel, voorzitter. En dank aan de minister, de staatssecretaris en de ambtenaren voor de beantwoording van alle vragen en de opmerkingen. Ik heb een drietal punten. Het eerste punt zijn de ondernemers die dreigden, of nog steeds dreigen, tussen wal en schip te geraken. Ik proef een duidelijke positieve grondhouding van de regering als het gaat om de cost-plusondernemingen. Het is me nog niet helemaal duidelijk hoe dit wordt ingevuld, maar ik roep ook de betreffende bedrijven op om ons op de hoogte te houden van de ontwikkelingen, want we kunnen niet alles overzien en alleen door te weten hoe het in de praktijk toegaat, weten we of we wel of niet actie moeten ondernemen.
Dat geldt ook voor de payrollers. Ik vond het een wat lastig advies, dat van "ja, ga nou maar in gesprek", want, tja, dat geeft nog geen garantie op een goede uitkomst. Maar ook hiervoor geldt — het gaat om het behoud van banen — dat het van belang is dat deze bedrijven zich melden als er knelpunten zijn. Dus ik sluit me daar heel graag bij aan.
Dan het punt van de grensondernemers; daar hebben we het uitgebreid over gehad. Het blijft toch onbevredigend dat er categorieën zijn die dubbel regelingen krijgen en categorieën die helemaal niks dreigen te krijgen, afhankelijk van de vraag of je nou wel of niet in Nederland woont. Dat is onbevredigend. Ik snap de staatssecretaris dat er natuurlijk bepaalde beginselen zijn, maar aan de andere kant is die Tozo-regeling ook een hele specifieke regeling, die je niet zonder meer gelijk kunt stellen aan een bijstandsregeling. En waar ik speciaal op doel, is het debat dat ook in het Europees Parlement wordt gevoerd: valt die Tozo nou onder de werkingssfeer van verordening 883/2004, en als dat zo is — en dan ga ik toch even naar de details — is die Tozo-uitkering dan te kwalificeren als een werkloosheidsvoorziening voor zelfstandigen, dan wel een bijzondere non-contributieve uitkering? Dat is een belangrijk juridisch aspect dat hier speelt. En ik zag ook in de brief van 1 juli dat de staatssecretaris in overleg gaat met het Belgische ministerie van Middenstand, Zelfstandigen, Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Landbouw, en Maatschappelijke Integratie. Die moeten het toch wel heel druk hebben ... Wij worden heel graag op de hoogte gehouden van de voortgang van dat gesprek. Want ik denk dat daar uiteindelijk toch de oplossing van komt, dat je een ad-hocoplossing zoekt voor een ad-hocmaatregel, zonder dat je het hele bouwwerk onderuit hoeft te gaan halen.
Mijn laatste punt, voorzitter, waar ik niet aan toekwam in de eerste termijn, is dat ons berichten bereiken van ondernemers in de grensstreek dat de Nederlandse autoriteiten, de marechaussee, zeer streng is geweest bij het toelaten van Belgen en Duitsers om te winkelen in Nederland, en dat dat geweldig veel omzetverlies betekend heeft. Ik wil vragen: herkent u dat geluid en zou u dat alsnog willen aankaarten? Want als dat zo is, is dat natuurlijk een belangrijke factor die, als de andere kant wel heel liberaal is, het level playing field aantast.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Essers. Dan is nu het woord aan de heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.