Verslag van de vergadering van 27 oktober 2020 (2020/2021 nr. 7)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.49 uur
Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):
Voorzitter. Ik zou willen beginnen met de minister-president te bedanken voor zijn inspirerende antwoorden op vrijwel alle gestelde vragen, zelfs op een vraag die ik niet heb gesteld. Ik had bij het Groeifonds de vraag over het mkb überhaupt niet gesteld, maar die stond in een oude versie. Waarschijnlijk heeft u die per ongeluk onder ogen gekregen. Ik heb die vraag in een ander verband gesteld en die heeft u overigens ook keurig beantwoord.
Voorzitter. Ik heb een paar opmerkingen. Ik heb in mijn eerste termijn niet geïnterrumpeerd toen mevrouw Faber van de PVV aan het woord was. Wat betreft datgene wat ik heb gezegd over hoe wij ons in de Eerste Kamer verhouden, kom ik eigenlijk tot de conclusie dat alles wat mevrouw Faber heeft gezegd daar nu precies niet aan voldoet. Ik vind dat heel jammer. Ik vond het verhaal behoorlijk respectloos. Op een gegeven moment geef ik het op en blijf ik zitten, maar het is wel heel erg jammer dat we zo met elkaar omgaan in dit huis. Dat betreur ik zeer en dat wilde ik opmerken.
Dan mijn tweede, inhoudelijke opmerking. Discriminatie is niet links, maar ook niet rechts. Discriminatiebestrijding hoort van ons allen te zijn. Het is nota bene artikel 1 van onze Grondwet. Ik laat me dus ook niet het hokje duwen dat, omdat ik samen met Paul Rosenmöller een initiatief heb genomen, we plotseling op elkaar lijken. Ik kan u vertellen dat er in de verhalen die wij allebei hebben gehouden, nog genoeg verschillen zitten tussen GroenLinks en de VVD waarover we nog robbertjes zullen vechten. Misschien komen we, als we verderop in de discussie over discriminatiebestrijding komen, ook tot de conclusie dat we er af en toe niet precies gelijk over denken. Zo hoort het ook te gaan. Daar zijn wij voor. Ik ben bijna 40 jaar actief in de politiek en ik weet dat het leven bestaat uit ideeën en compromissen. Ik ben overigens ook bijna 50 jaar getrouwd en dat is ook alleen maar gelukt met een paar compromissen af en toe. Het leven is nu een keer zo. Niemand vindt alles wat ik vind. Daar moet je mee leren leven. Ik accepteer dus gewoon niet dat je daarmee plotseling tot bijna één partij zou zijn geworden.
Ik was erg blij met de woorden die de minister-president sprak over het trots zijn op wie wij zijn. Hij noemde daarbij het bezielend verband dat ontstaat als mensen voldoende geïntegreerd zijn in de samenleving en als ze trots zijn op onze waarden. Een bezielend verband van vrije mensen en een schild voor de zwakken. Mooier kan ik het niet zeggen. Het is precies zoals ik zelf in de maatschappij sta en zoals mijn partij daar zeker ook in staat.
Ten slotte, voorzitter, over het Groeifonds. O nee, niet over het Groeifonds; daarover heb ik al gezegd wat ik wilde zeggen. Ik ben blij met wat de minister-president gezegd heeft over het mkb en met dat daar nog een aparte brief over komt naar de Tweede en, neem ik aan, ook de Eerste Kamer. Die zullen wij dan bekijken, en ik hoop dat dan mijn vragen over de kleine bedrijven in deze tijd voor een deel of misschien wel helemaal beantwoord zijn.
De voorzitter:
Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Dan is het woord aan de heer Rosenmöller namens de fractie van GroenLinks.