Verslag van de vergadering van 27 oktober 2020 (2020/2021 nr. 7)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.20 uur
De heer Kox i (SP):
Voorzitter. Ik bedank de voorzitter, die zelfs de aankondiging van ons als sprekers spannend weet te maken. Ik bedank de minister van Financiën, die terwijl wij hier aan het praten waren, de hele dag door heeft zitten werken. Ik ben benieuwd hoeveel geld hij erdoorheen heeft gejaagd, meneer de minister-president. En ik bedank de minister-president voor de antwoorden.
Ik ben blij dat er een terugzendrechtwetsvoorstel aan zit te komen. Ik ben boos omdat we er niet in slagen om de slachtoffers van het belastingschandaal op tijd te betalen.
Ik ben ontevreden over het feit dat de minister-president mijn kernvragen over corona niet heeft beantwoord, zoals: wat te doen als in coronatijd de bestaande tegenstellingen nog verder vergroot worden? Ik vraag dit niet omdat ík dit denk, maar omdat alle planbureaus dat aangeven. Wat is het plan van de regering? Ik zou daarover echt graag een brief van de regering ontvangen, zodat deze Kamer daarover kan praten. We vertrouwen erop dat de regering alles doet wat nodig is, maar ik vind dat het parlement moet kunnen kijken of wij de plannen kunnen steunen zoals ze uitgevoerd gaan worden. Dit is een debat over het beleid van de regering en daar hebben wij recht op. Dus, graag een toezegging of er een brief komt waarin de samenhang van de aanpak wordt beschreven die tegen moet gaan dat de coronacrisis de bestaande tegenstellingen nog verder vergroot, zodat het parlement daarover kan praten.
Ik heb geen antwoord gekregen op mijn verzoek om de werkers in de zorg, die ons door de volgende fase van deze pandemie moeten helpen, extra te steunen. Daarom wil ik de volgende motie indienen.
De voorzitter:
Door de leden Kox, Vos, Rosenmöller, Frentrop, Gerbrandy, Schalk, Faber-van de Klashorst, Koffeman, Van Rooijen en Otten wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
gezien de enorme impact van de coronapandemie op de samenleving;
constaterende dat bij het bestrijden van de pandemie de inzet van onze zorgverleners van onschatbare waarde is;
roept de regering op de reeds voor dit jaar toegezegde bonus als eenmalige waardering voor zorgverleners nu met de grootst mogelijke spoed uit te keren;
en roept de regering op in 2021 ook een structureel betere financiële waardering voor zorgverleners mogelijk te maken en daarvoor voldoende ruimte in de begroting te scheppen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter G (35570).
De heer Kox (SP):
Ik hoop dat de fracties die de motie niet medeondertekend hebben toch steun aan de motie willen overwegen.
Ik ben tot slot blij dat ik daarmee de regering kan helpen die altijd graag heeft dat in beide huizen van het parlement dezelfde mening wordt uitgesproken. Misschien is die aan de overzijde wat verrassend, hier is die welbewust, want dat past ook in de kamer van reflectie. Als twee Kamers zeggen dat er iets moet gebeuren, wil ik de regering nog zien die zegt "dat gaan we toch niet doen".
De voorzitter:
Dank aan de heer Kox. Dan geef ik het woord aan de heer Koffeman namens de fractie van de Partij voor de Dieren.