In deze motie spreekt de Kamer uit dat het wenselijk is te verkennen hoe een Parlementair Onderzoek op grond van artikel 130 RvO van de Eerste Kamer der Staten-Generaal kan worden ingericht naar de oorzaken van het verschil tussen de wet op papier en de wet in praktijk en waarom anti-discriminatoire bepalingen in wetgeving niet voldoende effectief zijn,
De motie bevat ook het besluit, conform eerder parlementair onderzoek, allereerst een tijdelijke bijzondere commissie met een beperkte voorbereidende taak en looptijd in te stellen op grond van artikel 34 tweede lid van het Reglement van Orde, welke belast zal worden met de uitwerking van de vraagstelling, reikwijdte en modaliteiten van het bedoelde Parlementair Onderzoek, waarna de Kamer zal besluiten over het Parlementair Onderzoek zelf.
nummer | 35.570, E |
---|---|
ingediend | 27 oktober 2020 |
behandelstatus | aangenomen |
toelichting behandelstatus | Op 3 november 2020 na stemming bij zitten en opstaan aangenomen. SGP en PVV stemden tegen. |
indiener(s) | A. Jorritsma-Lebbink (VVD) P. Rosenmöller (GroenLinks) |
mede ondertekend door | M.H. Bikker (ChristenUnie) A.L. Bredenoord (D66) G. Gerbrandy (OSF) H.P.M. Knapen (CDA) N.K. Koffeman (PvdD) M.J.M. Kox (SP) H. Otten (Otten) M.J. van Rooijen (50PLUS) M.L. Vos (PvdA) |
dossier(s) | Miljoenennota 2021 (35.570) |
behandelende commissie(s) | commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ) |
uitvoeringsstatus | uitgevoerd |
Na de aanvaarding van deze motie is de Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek effectiviteit anti-discriminatiewetgeving ingesteld. Op 23 februari 2021 heeft de Eerste Kamer ingestemd met het onderzoeksvoorstel van deze commissie. Zie het dossier CXLIII.
-
2 maart 2021
nieuwe uitvoeringsstatus: uitgevoerd