Verslag van de vergadering van 3 november 2020 (2020/2021 nr. 8)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 14.21 uur
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel. De coronacrisis trekt diepe sporen van verval door de wereld. De jongste oktoberrapportages van het Internationaal Monetair Fonds en van de Wereldbank leveren hier de beroerde cijfers bij. Zo schat de Wereldbank dat komend jaar het aantal mensen dat gebukt gaat onder extreme armoede niet langer zal dalen, zoals dat de afgelopen jaren het geval was, maar in één klap zal stijgen met waarschijnlijk meer dan 100 miljoen mensen. Dat is ook het wrange beeld van deze crisis als je wereldwijd kijkt. Elders gaan mensen niet dood van het virus zelf, maar van de honger.
Voorzitter. De fractie van GroenLinks gaat er onmiddellijk van uit dat ook de Nederlandse regering zich dit aantrekt en dat de Nederlandse regering samen met Europa of met andere landen zich maximaal inspant om hier steun te verlenen. Steun voor nood nu en steun bij herstel binnenkort. Dat is voor mijn fractie vanzelfsprekend en ik neem aan voor het kabinet ook. Graag vernemen wij van de minister van Buitenlandse Zaken hoe dit er nu ongeveer voorstaat.
Voorzitter. Stel dat het ons allemaal gaat lukken om een werkzaam en veilig vaccin te bemachtigen en te introduceren. Geldt dan het recht van de rijkste? Of zet ook hier Nederland samen met andere landen in Europa, met de Europese Unie zijn volle gewicht ertegenaan om te zorgen dat juist ook de meest getroffen landen, de armere landen, snel toegang krijgen tot vaccins?
Voorzitter. Wie tijdens deze mondiale pandemie zoekt naar internationale verbinding en mondiale samenwerking moet zoeken met een lichtje. Populistische leiders en autocratische aanvoerders dragen luidkeels bij aan de chaos op het wereldtoneel. Hopelijk maken de Verenigde Staten zich vandaag los uit dat kamp. In deze chaotische wereld, júíst in deze chaotische wereld, is voor de fractie van GroenLinks het belang van Europese samenwerking evident. Het Europese project is verre ideaal. Het verdient stevige kritiek. Maar per saldo geldt: het is in het belang van ons land, omdat we alleen domweg niet het soortelijk gewicht hebben om verschil te maken. En het is in het belang van een gemeenschappelijke toekomst voor ons allen. Dan moeten overigens binnen de Europese Unie wel de goede keuzes gemaakt worden. Daarover gaan de volgende punten.
Voorzitter. Collega's zeiden het al: Europa is een waardegemeenschap. Respect voor de grondrechten van burgers en de spelregels van de rechtsstaat en de democratie zoals een onafhankelijke rechterlijke macht en een onafhankelijke vrije pers is het imperatief voor een duurzame en effectieve samenwerking binnen de Europese Unie. En het is de basis van vertrouwen van Europese burgers in datzelfde Europese project en het belang van dat project voor het dagelijks leven. Het is naar het oordeel van mijn fractie ook uiteindelijk de enige basis waarop de Europese Unie in de huidige chaotische, wat heet multipolaire wereld overeind kan blijven als een gemeenschap van samenlevingen en landen die mensenrechten en democratie hoog hebben. Dan pas kan Europa zijn plek opeisen in een wereld waarin die autoritaire en antidemocratische krachten een steeds grotere rol willen spelen.
Voorzitter. Als dan vervolgens lidstaten als Polen en Hongarije stelselmatig, onafgebroken en demonstratief deze waarden uithollen, dan kan deze gemeenschap niet duurzaam overeind blijven en moet er ingegrepen worden door de Europese Unie. Er zijn een paar mogelijkheden. De voorliggende route conform artikel 7. Deze betreffende procedure tegen Polen ligt al sinds 2017 stil bij de Raad. De Raad heeft tot nu toe ook geen actie ondernomen na het besluit van het Europees Parlement om een artikel 7-procedure tegen Hongarije te starten. Dat gebrek aan slagkracht van de Europese instituties, in het bijzonder de Raad, in de afgelopen jaren om de systematische en voortdurende ondermijning van de rechtsstaat in die landen van adequate reacties te voorzien, is zorgelijk en heeft ons in de situatie van vandaag gebracht. De uitspraak van de rechtbank in Amsterdam om geen uitleveringen aan Polen meer toe te staan omdat de rechterlijke macht in Polen niet langer onafhankelijk wordt geacht, is illustratief voor wat het in de praktijk betekent als er geen sprake is van wederzijds vertrouwen in de rechtsstatelijkheid van een andere lidstaat. Dat Commissievoorzitter Von der Leyen onlangs met een nieuw mechanisme moest komen ter zake is natuurlijk eigenlijk een brevet van onvermogen van de Raad. Deelt de minister deze analyse? Wat is er nog te verwachten van deze artikel 7-procedure, waar de Raad uiteindelijk actie zou moeten ondernemen tegen Polen en Hongarije?
Voorzitter. De tweede optie is dan inderdaad het voorstel van EU-Commissievoorzitter Von der Leyen: het rechtsstaatsmechanisme. De fractie van GroenLinks bekijkt dit initiatief met gemengde gevoelens, en ik vraag de minister daarop een korte reflectie. Als wij het goed begrijpen, ziet dit mechanisme momenteel alleen op fraude, corruptie en misbruik van EU-budget. In de onderhandelingen lijkt de reikwijdte van het conditionaliteitsmechanisme nu mogelijk te worden uitgebreid. Wat de fractie van GroenLinks betreft moet dit zeker gebeuren. Vele tientallen miljarden zullen straks vloeien naar Hongarije en Polen, en dan moet een sterk en effectief mechanisme tenminste zeggen dat we een EU moeten hebben waarin we ook kijken naar de gehele rechtsstaat en de gehele democratie, inclusief vrije verkiezingen, een onafhankelijke rechterlijke macht en een vrije pers.
Voorzitter. De Commissie had ook voorgesteld dat de Raad alleen bij gekwalificeerde meerderheid een voorstel van de Commissie om het mechanisme toe te passen kan tegenhouden. De Raad heeft dit omgedraaid na eisen van premier Orbán. Nu is de instemming van de gekwalificeerde meerderheid nodig. De premier liet weten dat dit onderdeel niet onderhandelbaar is. Waarom eigenlijk niet? Is Nederland bereid zich in te zetten voor goedkeuring per gewone meerderheid?
De heer Schalk i (SGP):
Ik heb een vraag aan de heer Vendrik, omdat ik vandaag gemerkt heb dat hij consequent een bepaalde vraag stelt — dat doe ik ook weleens — dit keer over de rechtsstatelijkheid, met name van Hongarije en Polen. Ik had even een vraag. Kan het zo zijn dat de indruk langzamerhand ontstaan is dat deze landen enorm onder een vergrootglas liggen, omdat ze uitgaan van misschien wel andere kernwaarden of klassiekere waarden dan die door de heer Vendrik worden voorgestaan? Ik denk aan de klassieke gezinswaarden, de bescherming van de joods-christelijke traditie en het pro-lifestandpunt. Dat soort waarden komen daar heel sterk naar voren. Dat komt ook uit hun eigen geschiedenis en uit hun identiteit voort. Kan dat de reden zijn dat de heer Vendrik daar steeds naar vraagt?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Het maakt mij eerlijk gezegd niet uit wat de achtergrond is van de acties in Polen en Hongarije. Het feit dat zij deel uitmaken van de rechtsgemeenschap die Europese Unie heet, brengt bepaalde verplichtingen met zich mee. Die heb ik onder woorden gebracht en volgens mij delen wij met de regering het grote belang daarvan. Ik hoop dat u dat ook deelt. Die moeten te allen tijde gehandhaafd kunnen worden. De bepalingen van de rechtsstaat zijn geen cappuccinomenu waarbij je even kunt kiezen wat je bevalt, al naar gelang je eigen historie. Je doet mee of je doet niet mee. Het voorbeeld dat in de beschouwingen van collega's vanochtend voorbijkwam, en ook in de speech van mevrouw Von der Leyen, over die lhbti-vrije zone, doet mij gruwen tot in het diepste van mijn wezen. En ik hoop dat dat ook voor u geldt. Geen enkel beroep op welke waarde dan ook kan dat soort praktijken rechtvaardigen.
De heer Schalk (SGP):
Ik schrik ook enorm van een lhbti-vrije zone. Dat zal duidelijk zijn en dat zou ook nooit de positie zijn die mijn partij zou kiezen. Dat is inderdaad een extreem voorbeeld. Maar deze twee landen worden nu al een aantal keren genoemd. Het gaat er mij om dat ik ook zie dat er bepaalde waarden zijn die bijvoorbeeld te maken hebben met de godsdienstige levensovertuiging van een belangrijk deel van de bevolking. Daar hebben wij in ons land ook weer een heel mooi artikel 6 van de Grondwet voor. Het zijn ook waarden die wij anderen weer gunnen, ook andere lidstaten, om bijvoorbeeld de vrijheid van godsdienst te beleven.
De voorzitter:
Wat is uw vraag, meneer Schalk?
De heer Schalk (SGP):
Dank u wel, voorzitter. Ik wilde mijn vraag graag goed uitleggen. Vandaar dat ik een wat langere aanloop nodig had. Maar mijn vraag is de volgende. Als het gewoon rechtsstatelijk af te wijzen is, dan moeten we er duidelijk over zijn. Maar het gevoelen bestaat bij mij dat er ook wel waarden kunnen zijn die passen bij een bepaalde bevolking omdat men toch een eigen geschiedenis heeft, en een eigen levensbeschouwing die heel erg diep geworteld is. Wordt dat gevoelen gedeeld door de heer Vendrik?
De voorzitter:
Meneer Vendrik, graag een beknopt antwoord.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter, beknopter dan de heer Ernst Hirsch Ballin kan ik het niet zeggen. Hij zei ooit dat de democratische rechtsstaat niet in losse onderdelen verkrijgbaar is.
De heer Schalk (SGP):
Daar ben ik het mee eens.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik heb het over vrije, onafhankelijke media, een onafhankelijke rechterlijke macht. Dat zijn de wezenlijke elementen van een democratische rechtsstaat. Daar kan je niet in shoppen; dat hoort als pakket bij elkaar. De Europese Unie is daar ook op gegrondvest, en gelukkig maar. Dat geeft ons als burgers vertrouwen dat wij een macht tegenover ons hebben die het publieke belang bewaakt, die aanspreekbaar is, die ter verantwoording kan worden geroepen en die weggestuurd kan worden via vrije verkiezingen.
De voorzitter:
Dank u wel. Ik ga het nu afronden, meneer Schalk.
De heer Schalk (SGP):
Natuurlijk, ik kan niet anders als het daarmee eens zijn. Maar dat laat onverlet dat er mensen kunnen zijn die wel de rechtsstatelijkheid overeind houden, maar een andere visie hebben op bepaalde waarden in het leven.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik houd vol dat iedereen in Europa vrij is om zijn eigen waarden te kiezen, maar niet om te shoppen in de beginselen van de democratische rechtsstaat. Daar hebben we het hier over. Die beginselen staan niemand in de weg om er eigen familiewaarden op na te houden, zolang die niet raken aan de grondbeginselen van de Europese Unie. En daar heb ik een paar vragen over gesteld aan de minister.
Voorzitter. De derde en laatste route om inderdaad handhaving van de grondbeginselen van de Europese democratische rechtsstaat te versterken, betreft de gang via artikel 259 van het verdrag, waarbij lidstaten zelf een andere lidstaat voor het gerecht dagen. Is dat eigenlijk een optie voor de regering? Is dit een optie voor de regering, aangezien het hier een ernstige zaak betreft en de gang via de Europese instituties lastig blijkt; daar heb ik zojuist over gesproken?
Voorzitter. Een tweede element dat van belang is voor het Europa van de nabije toekomst is de green and just recovery. De nieuwe Europese Commissie presenteerde in december 2019 de Green Deal, met onze grote instemming. Daar werd de koers uitgezet naar een klimaatneutrale economie in Europa binnen zo kort mogelijke tijd. En ook herstel van biodiversiteit heeft een hele hoge prioriteit binnen dit plan. Onlangs kwam daar inderdaad het voorstel bij van de Europese Commissie om de klimaatambitie voor 2030 te verhogen naar 55%. Ik geloof dat het de heer Koole was die daar vragen over stelde. Die zijn ook de mijne.
Volgend op deze Green Deal bracht de commissie dit voorjaar het idee uit van een Green & Just Recovery. Ook dat heeft qua denklijn grote instemming van mijn fractie. Het is goed om te zien dat de overheid de banken, burgers en bedrijven nu in tijden van coronanood ondersteunt en de economie zo goed mogelijk stut met noodprogramma's. Maar dan is het dus wel van groot belang dat deze steunoperaties zoveel als mogelijk bijdragen aan de duurzame economie van morgen. Dat valt in de praktijk vies tegen. Wereldwijd staat de teller van alle budgettaire en monetaire operaties op zo'n 20.000 miljard euro. Voor zover dat nu na te gaan is, wordt slechts een fractie daarvan, ook in Europa, besteed aan een duurzame economie van morgen. Dat is veel geld voor de economie van gisteren, daarmee loopt Europa het grote risico ondoelmatig en kortzichtig geld uit te geven. Het wekt bovendien de verkeerde verwachting dat de o zo noodzakelijke transitie van onze economie wel weer even kan wachten. Niets is minder waar. Ik vraag het kabinet op dit punt naar zijn inschatting.
Voorzitter, hieraan verbonden. Om te zorgen dat de Europese gelden van Green & Just Recovery daadwerkelijk daaraan besteed worden, lopen de gesprekken in Brussel over de verbinding van voorwaarden van dat fonds aan de reeds vorig jaar overeengekomen plannen voor de taxonomie. Ik mag hopen dat ook de Nederlandse regering daar een rechte koers vaart, en dat de taxonomie de ondergrens is voor waar dat geld aan besteed mag worden. We waren gisteren bij de NOS, en blijkbaar waren er in de ogen van sommigen fricties voor de aanspraak die Nederland zou kunnen maken op deze gelden van een bedrag van 6 miljard. Ik mag toch hopen dat juist de regering die anderen de les leert over conditionaliteit dezelfde conditionaliteit in Brussel wil accepteren. Graag een reactie van de minister.
Voorzitter. Een ander punt van zorg op dezelfde agenda betreft het gebrek aan daadwerkelijk perspectief op de duurzame transitie van de landbouw. Vorige week namen de Europese Raad en het Europees Parlement hier posities over in ten aanzien van de aanstaande onderhandelingen over de Europese landbouwgelden die voor de komende zeven jaar opnieuw belegd worden. Om een heel lang verhaal kort te maken: we weten al heel lang dat de landbouw in Nederland onduurzaam is. Landbouw is hoofdzakelijk gebaseerd op een monocultuur, massaproductie en lange afstandstransport, wat bijdraagt aan de uitputting van de aarde, uitstoting van broeikasgassen en intensief verlies van biodiversiteit. Dat moet dus anders. Deze begroting had daarbij aan moeten sluiten. Dat is ook de wens van de Europese Commissie toen zij dit voorjaar de Farm to Fork strategie uitbracht, die volgens mijn fractie ook alweer een stap vooruit was. Maar de voorstellen van de Commissie voor de landbouwbegroting voor de komende zeven jaar waren al een vrij dunne vertaling van deze Farm to Fork strategie. Met deze posities van de Raad van Ministers en het Europees Parlement is eigenlijk van die hele transitie niets meer over. Dat is hopelijk voor deze regering niet aanvaardbaar: weer zeven jaar 350 miljard niet besteden van dure euro's van de belastingbetaler voor een duurzame transitie van de landbouw om te zorgen dat de doelen van de Green Deal worden nageleefd. Ik vraag de minister hier om een reactie.
De heer Backer i (D66):
Ik ben het in grote lijnen eens met de heer Vendrik. Ik heb een vraag die aansluit op mijn eigen betoog: had het ook anders gekund? Dat we zijn geëindigd met een begroting zoals die nu is, had dat ook anders gekund? U loopt al lang mee in deze discussie, maar zou u ook iets kunnen zeggen over de netto-netto-positie? Hoe kijkt GroenLinks daarnaar?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Wij bevinden ons al jaren in goed gezelschap van D66 als het gaat om hoe je aan moet kijken tegen de waarde van het Europees Project. Als je dan echt wilt rekenen, als je dan echt wilt boekhouden, wat sommigen in deze zaal evenals sommige leden van het kabinet soms graag doen, dan is ons pleidooi: doe het dan echt goed. Doe het een beetje met gevoel voor de macro-economie. Dan weten we, zoals Klaas Knot terecht al jaar in jaar uit zegt, dat een land als Nederland buitensporig heeft geprofiteerd van de euro. Het is niet helemaal vreemd dat sommige landen daar het spiegelbeeld van vertonen, zoals bijvoorbeeld het verschil in winst van Nederland en de Italianen als het gaat over de toetreding tot de euro. Kijk dan naar het brede perspectief, het grote belang dat de Nederlandse ondernemers hebben bij de interne markt. Enfin, het zijn de overbekende verhalen, maar dan heb je cijfermatig een goed beeld van hoe je de Nederlandse bijdrage aan de Europese begroting taxeert. Dan moet je eens kijken hoeveel we ervoor terugkrijgen. Het is eigenlijk nog een wonder dat dat in Zuid-Europa geaccepteerd wordt. Je kunt zeggen dat we binnenlopen en voor een dubbeltje op de eerste rang zitten.
De voorzitter:
De heer Backer, Nee?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Voor wat betreft de begroting had natuurlijk veel beter opgelet moeten worden. Dat begint hier in Nederland bij deze coalitie. Mevrouw Schouten had in een prachtige kringloopnota twee jaar geleden haar visie gepresenteerd, maar het is echt wachten op de uitvoering daarvan. Het was ook logisch geweest als wij heel luid en duidelijk van de minister van Landbouw hadden gehoord wat zij wilde in Europa en hoe dat zou aansluiten bij haar visie. Maar er is politieke onenigheid in de coalitie over dat punt. Dat maakt de Nederlandse positie in Brussel niet sterk. Ik zie ook de angst bij Zuid-Europese landen die voor een deel van het welbevinden van hun economie ook afhankelijk zijn van een goede landbouwsector. Ook daar zitten politici die ten tijde van corona denken: ik wil niet zo veel transities meer meemaken. Ik ben al voldoende geraakt door de coronacrisis.
De voorzitter:
Dank u wel. Dit waren twee vragen, dank u wel meneer Backer, en de heer Vendrik vervolgt zijn betoog.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dan helpt het als de Nederlandse regering dit voorjaar net wat empatischer had gereageerd op de nood in het zuiden. Ik denk dat dat het antwoord is dat meneer Backer graag van mij wilde horen, bij dezen.
Voorzitter. Ik vraag naar een taxatie van het kabinet over de uitkomst van de stemmingen in het EP en hoe zij zelf het compromis en de raad beoordeelt. Dat kan toch onmogelijk als verwezenlijking van de greendealopgaven, de Farm-to-Forkstrategie en de nota van het kabinet zelf gezien worden? Is het dan gewoon niet tijd om hier politiek met een hoofdletter te bedrijven? Dan moet eigenlijk de Commissie, zoals zovelen bepleiten, het voorstel voor de landbouwbegroting terugnemen, opnieuw naar de tekentafel, want het is onbestaanbaar als we hier zeven verloren jaren laten passeren.
Het laatste punt betreft migratie. Collega's hebben het al gehad over de situatie rondom het vluchtelingenkamp Moria en hoe de Nederlandse regering daarmee is omgegaan. Ik sluit daar kortheidshalve bij aan. De rechtsstatelijkheid van de EU, dat belang van de mensenrechten als fundament voor de gemeenschappelijke samenwerking, dat zijn de dragende waarden, zou natuurlijk ook moeten gelden voor de omgang met vluchtelingen en migranten. Pushbacks met Griekse schepen van vluchtelingen in de Middellandse Zee, met steun van Frontex, is het laatste dieptepunt in de praktische omgang daarmee. Niet alleen moet Griekenland worden aangesproken op deze praktijken voor haar falend beleid en de slechte opvang van vluchtelingen vanaf de Egeïsche eilanden, maar ook Frontex zelf zou hier verantwoording over moeten afleggen. In antwoord op vragen in het Europees Parlement zegt de Europese Commissie geen verantwoordelijkheid te dragen voor deze acties bij Frontex. Dan is de vraag aan deze minister: wie is dan wel de baas? Als het inderdaad de lidstaten zijn — ik kan geen andere verzinnen — wat is dan de uitleg van deze minister van deze acties van Frontex voor deze pushbacks?
Met het nieuwe migratiepact heeft de Europese Commissie in een soort balanceeractie verschillende posities in de EU met elkaar proberen te verzoenen. De prijs is niet mals. Het asielrecht wordt uitgehold, regeringen in Boedapest en Warschau die tot nu toe geweigerd hebben mee te doen aan de opvang van vluchtelingen, hoeven helemaal geen vluchtelingen meer op te vangen en het terugsturen van mensen wordt nu het hoogste doel. Wat is nu de actuele appreciatie van het kabinet van de voorstellen voor het migratiepact?
Een duurzamer beleid in relatie tot het terugdringen van de gedwongen migratie en vlucht, vergt een veel sterker engagement van Europa in Afrika en het Midden-Oosten, want daar komen de meeste migranten en de meeste vluchtelingen vandaan. Dat is namelijk ook in hun belang. Zij blijven liever daar in een welvarend land in plaats van op de vlucht te slaan. Het is ook in het belang van de Unie. Daarom opende ik mijn bijdrage vanmiddag met de verwijzing naar de laatste cijfers van de Wereldbank. Als niet op de gemeenschappelijke radar staat van westerse landen wat de impact is van corona, hebben we de les nog steeds niet geleerd. Vandaag kunnen we besluiten om op een andere manier om te gaan met leed en ellende in de wereld, ook in het belang van het vermijden van gedwongen migratie.
Voorzitter, dank u wel.
De heer Koole i (PvdA):
Ik heb één vraag. Ik ben onder de indruk van het betoog van de heer Vendrik, dat ik in grote lijnen en op sommige details deel. Ik heb een vraag over het laatste punt, het migratiepact. Dat is inderdaad uitonderhandeld, het is langs alle hoofdsteden gegaan en uiteindelijk is dit het resultaat. Dat is niet het resultaat waarop je had gehoopt. Mijn vraag aan de heer Vendrik: wil hij liever dit resultaat niet en dan de oude situatie behouden of toch maar, gegeven het feit dat dat je nu eenmaal moet geven en nemen met 27 landen, kiezen voor deze situatie die niet ideaal is, maar beter is dan het was?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik sluit niet uit dat we aan het einde van de rit — we gaan het Europese debat over dat migratievoorstel van de Commissie nog voeren, vandaar ook dat ik vraag naar de positie van de Nederlandse regering — een compromis op tafel zien liggen waar niet veel beters van te maken valt, maar dat misschien per saldo een vooruitgang is ten opzichte van de chaos van dit moment — dat is de vraag van de heer Koole — het niet leveren van alle Europese landen op basis van bestaande afspraken. Dat zou heel goed kunnen, maar tot die tijd hebben we met elkaar het debat te voeren, met respect voor juist diezelfde mensenrechten, die het fundament zijn voor onze Europese samenwerking. Daar kun je wat mij betreft — en volgens mij wat velen betreft — niet over onderhandelen. Dat moet het uitgangspunt zijn. Het pleidooi van mijn fractie is natuurlijk — zoals u dat herkent — dat goed migratiebeleid vooraleerst sociaaleconomisch beleid is, klimaatbeleid, coronabeleid, armoedebeleid, handelsbeleid. Daar moet je het winnen. Als je dat allemaal laat lopen en uiteindelijk alleen maar vluchtelingen tegenhoudt, is iedereen een verliezer.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vendrik. Dan is het woord aan de heer Gerbrandy namens de fractie van de OSF.