Plenair Sent bij behandeling Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket



Verslag van de vergadering van 10 november 2020 (2020/2021 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.14 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Sent i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter. Op 24 september heeft de Tweede Kamer het debat gevoerd over het derde steunpakket voor bedrijven en werknemers. Velen voorzagen toen dat er een nieuwe golf op komst was, maar slechts weinigen voorzagen hoezeer die ons opnieuw zou gaan raken. Inmiddels zitten we midden in die tweede golf aan coronabesmettingen en moeten we alle zeilen bijzetten. De coronapandemie zet ons leven op zijn kop. Zo veel zaken die vanzelfsprekend waren als handen schudden, mee de klas in lopen met je kind, een knuffel of een arm om je schouder, zijn dat ineens niet meer. Niemand weet op dit moment hoe de toekomst eruitziet. Komt er snel een vaccin, kunnen we mensen die besmet zijn met het COVID-19-virus beter behandelen of blijven veel van de huidige beperkingen en aanpassingen nog voor langere tijd?

We weten wél dat verkeerde keuzes of geen keuzes de schade die de coronapandemie met zich meebrengt onnodig groter maken. Nu al zien we dat de risico's in onze samenleving en economie veel te veel terechtgekomen zijn bij de groepen die deze risico's het minste kunnen dragen: ouderen in verpleeghuizen, kinderen voor wie het thuis niet veilig is, jongeren die stress ervaren, de mensen die geen zeker inkomen hebben en geen buffer om op terug te vallen. De coronacrisis werkt als een vergrootglas voor de problemen waar Nederland al langer meer kampt. Dingen die ons aan ons hart gaan zijn scheefgegroeid. Een fijne woning, werk voor een fatsoenlijk salaris, een steuntje in de rug als je dat nodig hebt; het is voor te veel Nederlanders onzeker geworden. Voor de PvdA is het duidelijk: dat moet anders.

Voorzitter. De afgelopen weken is opnieuw pijnlijk duidelijk geworden hoe kwetsbaar het rondwarende virus ons als samenleving maakt. De eerste golf leek voor velen al een eeuwigheid te duren. Met de gebundelde kracht van eenieder hebben we die eerste golf nog kunnen bedwingen. Met ruimhartige hulp van de overheid bleven grote en kleine bedrijven overeind en bleven heel veel mensen aan het werk. Dat sterkt de PvdA-fractie in het idee dat de overheid dat beleid ook in deze twee golf door moet zetten. We begrijpen dat de regering verstandig met gemeenschapsgeld om wil springen en dat deze mate van overheidssteun eindig is. Maar te vroeg beknibbelen zou afbreuk doen aan al hetgeen de afgelopen maanden gedaan is om onze samenleving en economie overeind te houden. Het is belangrijk dat mensen ook de komende maanden zeker kunnen zijn van een baan en het voortbestaan van hun onderneming, dat mensen ook de komende maanden zeker kunnen zijn van genoeg inkomen om hun gezin te kunnen voeden en/of hun huur te kunnen betalen.

Het is om die reden dat de PvdA-fractie de regering wil vragen om een heroverweging van de snelheid waarmee de steunmaatregelen versoberd worden. Nog steeds is de onzekerheid groot en het einde van de coronapandemie nog niet in zicht. Laten we als overheid die onzekerheid dan niet verder vergroten door steunpakketten nu, midden in de tweede golf, te gaan versoberen. Laten we in plaats daarvan kiezen voor een ruimhartig beleid met meer oog voor die groepen die het extra moeilijk hebben of tussen wal en schip vallen. Hoe zorgen we ervoor dat we over een jaar niet alleen de grote concerns, maar ook de mkb'ers om de hoek nog kunnen bezoeken? Hoe zorgen we ervoor dat niet alleen Ajax, maar ook de voetbalclub in het dorp dan nog bestaat? Dat hoor ik graag van de minister. Ter voorkoming van belangenverstrengeling: ik heb het niet over NEC. Feyenoord? Mag ook, mag ook!

Werkgevers hebben in toenemende mate te maken met quarantaineverzuim. Werknemers kunnen niet komen werken en moeten volledig worden doorbetaald, maar er kan geen beroep worden gedaan op verzuimverzekering. Het quarantainegerelateerde verzuim speelde al eerder op in de publieke dienstverlening, zoals het onderwijs en de zorg, en nu ook in toenemende mate in het midden- en kleinbedrijf en de industrie. Wat kan de minister voor deze werkgevers betekenen?

En graag hoor ik van hem een antwoord op de vraag of de steunmaatregelen niet onbedoeld zwakke ondernemingen in stand houden die zonder corona al failliet waren gegaan. Dan kun je zeggen: dat is de prijs die nu eenmaal moet worden betaald om aan mensen zekerheid te verschaffen. Maar had dat gemeenschapsgeld wellicht niet aan betere doelen kunnen worden besteed, zo vraag ik de minister.

Voorzitter. Net als mijn collega's van de SP en GroenLinks maak ik me zorgen over de verscherping van de voorwaarden van de verschillende regelingen. Met name de invoering van de partnertoets in de regeling voor zzp'ers, de Tozo-regeling, baart de PvdA-fractie zorgen. In deze onzekere tijd kan deze toets gezinnen in veel extra onzekerheid storten. Een stel bestaande uit twee mensen met een goed inkomen kan de vaste lasten waarschijnlijk ook wel met één inkomen betalen, maar wat moet een startend stel dat net een huis gekocht heeft met hypotheek en nu ineens van één inkomen moet leven? Niet ieder gezin — mm, vv of mv, zeg ik nog eventjes in het kader van de gesprekken die wij deze week ook voeren — kan de vaste lasten betalen van één inkomen. Op welke manier houdt de minister hier rekening mee?

Het verscherpen van de voorwaarden van de regelingen heeft ook effect op de uitvoerbaarheid van de regelingen. Meer voorwaarden betekent dat uitvoerders meer gegevens moeten gaan controleren. Op welke manier ondersteunt de regering de uitvoeringsinstanties bij deze taken? In dit kader sluit ik mij ook graag aan bij de vragen die door de heer Essers zijn gesteld.

Meer voorwaarden betekent ook dat aanvragers meer gegevens moeten aanleveren en meer te verantwoorden hebben. Nu al bestaat er in sommige regelingen het risico dat geld later terugbetaald moet worden wanneer men toch niet volledig aan de voorwaarden blijkt te voldoen. Dat risico weerhoudt ook mensen die wel recht hebben op de steun, er soms van om een steunaanvraag in te dienen.

In dit kader breng ik graag de inzichten uit het rapport Weten is nog geen doen van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid nogmaals onder de aandacht van de minister. De raad betoogt dat mensen de wet niet alleen moeten kennen, maar ook moeten "kunnen". De kernvraag daarbij luidt: gaat de regeling uit van realistische assumpties over de mentale belastbaarheid van de burgers? Op welke wijze houdt de regering rekening met deze inzichten bij het verscherpen van de voorwaarden?

Hoe ingewikkelder een regeling wordt, hoe minder goed mensen de risico's van een aanvraag kunnen inschatten en hoe groter de kans dat zij onterecht

van een aanvraag afzien. Hoe denkt de minister te voorkomen dat mensen van een aanvraag afzien, omdat zij de risico's niet meer overzien en bang zijn dat zij later geld terug moeten betalen?

Voorzitter. In deze tijd van onzekerheid is het belangrijk om de samenleving en de economie zo veel mogelijk te ondersteunen en geen permanente schade toe te brengen. Daarom pleit de PvdA voor investeringen in plaats van bezuinigingen. En waar sommige sectoren weinig hinder ondervinden van de coronapandemie of zelfs extra omzet halen, zijn andere sectoren keihard geraakt. Daarom is de PvdA voorstander van sectorspecifieke steun. Door de coronacrisis loopt de werkloosheid in ongekend tempo op, terwijl er nog steeds grote tekorten zijn in het onderwijs en de zorg. Daarom zijn wij voorstander van een werkgarantie waarbij deze mensen zich omscholen om elders werk te vinden. De D66-fractie had daar ook mooie opmerkingen over in haar inbreng. Wij zullen daarover ook spreken met de minister van Financiën tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen volgende week. We zijn benieuwd of op dit gebied ook al plannen door de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid ontwikkeld worden.

Voor nu rond ik af. Nederland is in de gelukkige omstandigheid dat het nog even door kan gaan met het voeren van een ruimhartig beleid om mensen zo veel mogelijk zekerheid te blijven geven. Laten we dat ook doen. Blijf kijken waar steun beter of effectiever kan, maar versober pas als er meer perspectief is op hoe ons land er na de coronacrisis uit gaat zien. Wat ons betreft is dat eerlijker en fatsoenlijker.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Sent. Dan geef ik ten slotte in deze termijn graag het woord aan de heer De Vries namens de Fractie-Otten.