Plenair De Vries bij behandeling Vierde incidentele suppletoire begroting inzake steun- en herstelpakket



Verslag van de vergadering van 10 november 2020 (2020/2021 nr. 9)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.24 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer De Vries i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Een van de weinige lichtpuntjes in de coronacrisis van de afgelopen acht maanden is de relatief grote daadkracht die het kabinet ineens tentoonspreidde. De ergste klappen van de eerste golf werden opgevangen met de NOW-regeling en later de Tozo. Deze lapmiddelen hebben zeker geholpen om de ernst van de economische crisis op korte termijn te beperken. Onze fractie heeft deze pakketten dan ook volledig gesteund. Maar wat ons wel zorgen baart, is dat de economische gevolgen van de coronacrisis heel ongelijk terechtkomen en de maatregelen die het kabinet heeft genomen ook. Het CPB heeft dat geconstateerd in de Macro Economische Verkenning tijdens Prinsjesdag. Met name veel zzp'ers vangen nu de hardste klappen van de coronacrisis op. Ik citeer het CPB op pagina 17 van de Macro Economische Verkenning: "Het grootste deel van een economische schok wordt opgevangen door een specifieke groep, uitzend- en oproepkrachten en zzp'ers. Bedrijven die de broekriem aanhalen, nemen eerst afscheid van flexkrachten en zzp'ers en verlengen tijdelijke contracten niet. Ook jongeren worden bovenmatig getroffen door de economische gevolgen van de coronacrisis."

Voorzitter. Dit was een belangrijke reden voor onze fractie om tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen met de minister-president en de minister van Financiën een motie in te dienen voor extra uitstel van belastingbetaling voor de vele zzp'ers en mkb'ers die in problemen zijn gekomen door de coronacrisis. De motie werd met algemene stemmen aangenomen en met grote voortvarendheid uitgevoerd door staatssecretaris Vijlbrief en minister Hoekstra. Tot 1 januari 2021 kunnen ondernemers extra uitstel aanvragen en hun belastingschulden in maximaal 36 maanden aflossen.

Voorzitter. Een ander belangrijk punt dat in de praktijk voor veel problemen zorgt, is steeds urgenter. Dat is de transitievergoeding. Ondernemers moeten door de coronacrisis nu noodgedwongen reorganiseren en hebben zeker in bepaalde sectoren niet genoeg werk meer voor hun medewerkers. Tegelijkertijd kunnen ze niet reorganiseren, omdat de wettelijke transitievergoedingen niet kunnen worden betaald. Niemand schiet hier iets mee op, zeker de werknemers niet. Maar de werkgever kán de werknemer ook niet meer betalen. Dit is in de praktijk echt een heel groot probleem. We worden daar veel over benaderd door de ondernemers, maar ook door zzp'ers. Onze fractie heeft hier een motie over ingediend tijdens de Algemene Beschouwingen, motie 35570, M. Nadat de minister-president tijdens de Algemene Beschouwingen op 27 oktober toezegde dat minister Koolmees met een brief met mogelijke oplossingen voor dit probleem zou komen, heeft onze fractie die motie aangehouden. We hebben inmiddels antwoord van de minister ontvangen. Dat komt erop neer dat de bestaande praktijk volgens hem voldoende mogelijkheden biedt. Maar dat is niet wat wij horen. Daarom overwegen wij om onze motie aan te passen en met meer concrete oplossingen opnieuw in te dienen.

Voorzitter. De Nederlandse arbeidsmarkt kenmerkt zich door een scherpe tweedeling tussen mensen met veel en mensen met weinig baan- en inkomenszekerheid. De coronacrisis laat opnieuw de kwetsbaarheid van onze arbeidsmarkt zien; dat zegt ook het CPB. De NOW- en Tozo-regelingen hebben tot nu toe redelijk goed gefunctioneerd als lapmiddel voor de crisis, maar dat is niet eindeloos vol te houden. Er zullen structurele oplossingen moeten komen voor de huidige arbeidsmarktsituatie, waarbij vooral het aannamebeleid voor het mkb moet worden versoepeld. Ook de doorbetaling bij ziekte moet worden versoberd. Deze zaken vormen een enorme barrière voor met name kleinere bedrijven om mensen in dienst te nemen. Kansarme groepen, zoals mensen met een migratieachtergrond, maar ook oudere werknemers, ondervinden hiervan de meeste schade. Hoe denkt de minister dat te gaan oplossen?

Wij zien uit naar de beantwoording van de minister en de staatssecretaris.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer De Vries.

Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik de vergadering tot kwart voor drie.