Algemene Financiële Beschouwingen 2020



Dinsdag 17 november debatteerde de Eerste Kamer tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen (AFB) met minister Hoekstra en de staatssecretarissen Van Huffelen en Vijlbrief van Financiën over de hoofdlijnen van het financieel beleid van het kabinet voor 2021. Deze hoofdlijnen zijn vastgelegd in de Miljoenennota 2021 die op Prinsjesdag is gepresenteerd. Tijdens het debat zijn vier moties ingediend. De Kamer stemt dinsdag 24 november over de moties.

De meeste woordvoerders keken kort terug op de AFB van een jaar geleden toen de Miljoenennota voor 2020 werd behandeld. Toen was er vooral veel optimisme en van een coronacrisis was nog geen enkele sprake. Hoe anders is het een jaar later. De Kamerleden spraken nogmaals hun steun uit voor het tot nu toe gevoerde financiële beleid in het licht van de coronacrisis, met name waar het de steun aan de getroffen sectoren betreft.

Er waren ook kritische geluiden te horen. Bijvoorbeeld ten aanzien van de steun aan grote multinationals (SP, PvdD) en ontoereikende steun aan de kunstensector (GroenLinks, D66). Andere fracties vroegen hoe lang het kabinet op dezelfde wijze kan doorgaan (o.a. PVV en SGP).

Veel vragen gingen over het door het kabinet voorgestelde Groeifonds (o.a. VVD en CDA) en over de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK) (o.a. 50PLUS, Fractie-Otten en OSF). Verder werd gesproken over de financiering van het klimaatbeleid van het kabinet (o.a. FVD), het zogenoemde brede welvaartsbegrip (PvdA en ChristenUnie), Europese begrotingsregels en brexit.

De Eerste Kamer behandelt begin december het Pakket Belastingplan 2021 dat met de Miljoenennota samenhangt.

Moties

Er zijn vier moties ingediend.

De eerste motie, van senator Sent (PvdA), verzoekt de regering in het vervolg eigenstandige wetsvoorstellen in lijn met de in 2015 aangenomen motie-Hoekstra niet te koppelen, zoals nu wel gebeurd is in het Belastingplan 2021 met de Baangerelateerde Investeringskorting (BIK). Minister Hoekstra liet bij deze motie het oordeel aan de Kamer.

De tweede motie, van senator Van Rooijen (50PLUS), verzoekt de regering indiening van een wetsvoorstel waarvan de uitvoering complexe elementen bevat voortaan steeds vergezeld te doen gaan van een onafhankelijke beleidsanalyse door deskundigen. Staatssecretaris Vijlbrief ontraadde de motie.

De derde motie, eveneens van senator Van Rooijen, verzoekt de regering bij de volgende kabinetsformatie te onderzoeken of twee ministers van Financiën onderdeel van de oplossing kunnen zijn voor de problemen bij de Belastingdienst. Minister Hoekstra ontraadde de motie.

De vierde motie, van senator Otten (Fractie-Otten), verzoekt de regering om toe te zeggen dat er geen hervormingen in de hypotheekrenteaftrek zullen worden doorgevoerd indien daar niet minimaal een vergelijkbare structurele inkomstenbelastingverlaging tegenover staat. De motie is een wijziging van zijn motie uit de Algemene Europese Beschouwingen op 3 november jl. Ook deze motie is door de minister ontraden.

Impressie van het debat

VVD-senator Van Ballekom wilde onder andere weten of het kabinet al heeft nagedacht over beleidsinitiatieven om om te gaan met de almaar stijgende zorgkosten. Hij zei dat het geen kritiek was op de huidige voorstellen, maar steun voor de structurele verhoging van de uitgaven met 1 miljard euro per jaar en voor de maatregelen om werken in de sector aantrekkelijker te maken. Ook wees hij op gemeentefinanciën. Van Ballekom wilde weten of de regering al contouren heeft geschetst voor de toekomstige financiële verhoudingen tussen rijk en gemeenten.

GroenLinks-senator Vendrik vroeg of het Internationaal Monetair Fonds (IMF) voldoende middelen heeft om alle landen die de afgelopen periode bij het IMF hebben aangeklopt voldoende noodsteun te bieden. Verder wilde hij zijn weten wat het kabinet kan betekenen voor de zelfstandigen (dus niet de instellingen) in de kunstensector. Vendrik vroeg het kabinet daarbij de kijken naar de proportionaliteit. Als voorbeeld van een niet-proportionele maatregel noemde hij het voorstel om de bijdrage deurwaarder te verhogen.

FVD-senator Frentrop hield een pleidooi meer internationaal zaken te doen dan andere landen in Europa. Volgens hem moet Nederland doen wat in zijn vermogen ligt. Ierland en Denemarken hebben kans om klimaatkampioen te worden, maar wij hebben geen schijn van kans. Frentrop betoogde dat alle afgesproken maatregelen voor klimaat slecht zijn voor de economie. Volgens de FVD-senator kunnen we miljarden uitgeven aan klimaat, maar zullen we nooit de beste van de klas worden.

CDA-senator Van Kesteren zei dat er reden is om het Nederlandse schuldenbeleid in zijn algemeenheid te doordenken. Niemand weet hoe het met de rente zal gaan, niemand kan de economie voorspellen, dus dan is het verstandig om van het laagste uitgaan. Van Kesteren ziet dat zich twee veranderingen van belang zijn voor de economie: klimaat en arbeidsmarkt. Voor klimaat zijn andere investeringen nodig dan voorheen en voor de arbeidsmarkt pleitte hij voor een baanbrekend akkoord.

PvdA-senator Sent riep de regering op een breed welvaartsfonds te creëren. Zij hield een pleidooi om de focus van het investeringsbeleid te verleggen. Investeren is een middel, aldus de PvdA-senator, en het doel moet zijn dat mensen zeker zijn van een woning, werk, betaalbare zorg en onderwijs. Beoogde investeringen kunnen volgens haar ook plaatsvinden via bestaande lijnen. De Europese begrotingsregels bieden te weinig ruimte om als overheid te investeren in een eerlijke en fatsoenlijke economie.

D66-senator Backer betoogde dat als we de gevolgen van de pandemie willen bestrijden, we ook moeten denken aan de periode hierna. Volgens Backer kunnen kabinet en parlement effecten enkel dempen, maar kunnen ze niet de uitweg bieden waar mensen op hopen. Niet iedereen heeft voordeel van de lage rente, stelde Backer. Hij wilde weten welke interventies het kabinet in petto heeft om de kwetsbaarheid van de hoge particuliere schulden te verminderen. Ook vroeg hij hoe het kabinet zal anticiperen op een herinrichting van het Stabiliteits- en Groeipact (SGP).

PVV-senator Van Strien vreesde dat het groeifonds gebruikt zal worden voor 'luchtfietserij en klimaatgekte'. Hij vroeg een garantie van de minister dat economische groei op de eerste plek zal staan bij het toekennen van fondsen. De PVV-fractie vindt het onbegrijpelijk dat de regering al aan het afbouwen is van de financiële maatregelen terwijl de crisis steeds groter wordt. Van Strien wees verder op de crisis op de woningmarkt, er zijn meer woningen nodig, vluchtelingen krijgen voorrang en Jan Modaal kan de huur niet meer betalen.

ChristenUnie-senator Bikker wilde weten wat de minister verstaat onder prudent begrotingsbeleid tijdens een crisis van deze omvang. Ten aanzien van het Groeifonds sprak Bikker de steun van de ChristenUnie-fractie uit. In het post-fossiele tijdperk krijgen we te maken met een wezenlijk ander palet van economische activiteiten, aldus Bikker. Innovatie is daarbij de sleutelopgave. De ChristenUnie-fractie hanteert net een brede welvaartsdefinitie in de beoordeling van de activiteiten van het Groeifonds.

SP-senator Van Apeldoorn stelde vast dat eindelijk besef breed bestaat dat er nu echt wat kan veranderen. Het is de zwaarste crisis sinds de jaren '30 van de 20e eeuw. Het gaat er nu om niet alleen economische branden te blussen, maar ook te investeren. Volgens Van Apeldoorn legt de coronacrisis bestaande ongelijkheidsverschillen bloot en vergroot deze. Deze minister heeft diepe zakken en dat is een goede zaak. Zakken lijken echter het diepst voor het grote bedrijfsleven. Daarom heeft de SP de steun aan KLM niet gesteund en alle andere steunmaatregelen wel.

PvdD-senator Koffeman betoogde dat wie nu onvoldoende doet om klimaatverandering te bestrijden later de rekening krijgt gepresenteerd. Het is daarom des te vreemder dat de grootste vervuilers de grootste cadeaus hebben gekregen tijdens deze crisis. Corona markeert een kantelpunt, aldus de PvdD-senator, maar het kabinet doet alsof dit iets waar we gewoon doorheen moeten. Tot slot wilde hij weten waarom in de coronawet niet geregeld is dat de minister van LNV nertsenfokkerijen kan sluiten? Juist nu zou ons welzijn voorop moeten staan en niet het BNP, besloot Koffeman zijn betoog.

50PLUS-senator Van Rooijen haalde de hoorzittingen in de Tweede Kamer aan naar de uitvoeringsorganisaties en de toeslagenaffaire. Volgens hem laten die zien wat er schort aan de uitvoerbaarheid. Wetten zijn veel te ingewikkeld worden, aldus Van Rooijen. Hij wilde weten waarom de BIK-regeling in het Belastingplan is opgenomen. Dit belet de Kamer om eigenstandig een oordeel te vormen. Hij sloot af met een voorstel voor twee ministers van Financiën, zodat ook fiscale wetgeving en uitvoering onderdeel zijn van de wekelijkse ministerraad.

SGP-senator Schalk vroeg de minister naar de klap voor de overheidsfinanciën bij nog langer duren van de coronacrisis. Met betrekking tot het Groeifonds, wilde hij weten of de minister bereid is halverwege 2021 een beslismoment in te bouwen. Ook vroeg hij of de lijst met voorstellen die zijn ingediend bij het fonds met de Kamer gedeeld kan worden. Tot slot wees Schalk op de steeds groter wordende kloof tussen een- en tweeverdieners door verschil in belastingdruk. Mannen en vrouwen die geen betaald werk doen, doen vaak wel heel waardevol werk, aldus Schalk.

Senator Otten (Fractie-Otten) vroeg het kabinet nu te focussen op directe lastenverlichting voor de mensen die nu de hardste klappen opvangen en daarbij ambitieus te werk te gaan. Volgens Otten mist in het Belastingplan voor de langere termijn een pad naar echte substantiële lastenverlichting. Volgens Otten kan de BIK-regeling helpen om het vestgingsklimaat te verbeteren. Al met al zal zijn fractie het voorstel voor de BIK-regeling steunen. Otten wilde ten slotte weten wat de plannen van het kabinet zijn ten aanzien van de staatsdeelnemingen in KLM en ABN AMRO.

OSF-senator Gerbrandy sprak steun uit voor de motie-Hoekstra uit 2015. Hij had liever gezien dat de BIK-regeling als apart wetsvoorstel was ingediend. Ten aanzien van het Groeifonds riep hij het kabinet op om de investeringen over het hele land te spreiden. Volgens Gerbrandy is het nu het moment om onze economie te vergroenen. 8 miljard euro subsidie aan vervuilende industrie kan niet meer. In 2013 zijn afspraken gemaakt dat dat zou worden afgebouwd. Daar is niets van terechtgekomen, aldus Gerbrandy.

Minister Hoekstra begon zijn beantwoording met de waarschuwing dat het onwaarschijnlijk lijkt dat we op een scenario van 3% groei uitkomen, vanwege de onzekerheden rondom projecties. Volgens de minister gaan de zorguitgaven ten koste van uitgaven op andere terreinen. Het is de verantwoordelijkheid van dit kabinet om daarnaar te kijken, aldus Hoekstra. Minister Bruins heeft daartoe al veel hoofdlijnenakkoorden gesloten.

Met betrekking tot het Stabiliteits- en Groeipact antwoordde de minister dat er nationale en internationale dimensie aanzitten. Hij heeft de Tweede Kamer beloofd met bespiegelingen hierover te komen, en zal deze ook naar de Eerste Kamer sturen. Uitgangspunten zijn: buffer opbouwen in goede tijden; afspraken maken over compliance; zorgen voor solide overheidsfinanciën die ten dienste staan van duurzame economische groei; versoepeling van het pact; op een andere manier omgaan met coronaschulden; de lage rente.

In het derde coronapakket zit ook omscholing, begeleiden van werk naar werk etc. Dit eindigt niet per definitie 1 juli 2021, aldus de minister. Met betrekken tot de kunstensector zei Hoekstra dat daarvoor alles bij elkaar ver over de 1,5 miljard is vrijgemaakt.

Met betrekking tot de bouwsector antwoordde de minister dat veel investeringen op het gebied van I&W en BZK naar voren zijn gehaald. Dat heeft het kabinet ook gedaan vanuit de gedachte dat mensen dan aan het werk kunnen blijven.

In antwoord op het voorstel van Van Rooijen voor een tweede minister van Financiën zei Hoekstra dat Financiën voldoende gerepresenteerd in de ministerraad. Waar nodig gaan de staatssecretarissen mee. Hij ziet dus geen behoefte aan een tweede minister.

Staatssecretaris Vijlbrief noemde de BIK-regeling 'seriously misunderstood'. De regeling wordt ingezet om gericht investeren te stimuleren.

Staatssecretaris Van Huffelen zei ten aanzien van de brexit en de nieuwe buitengrenzen van de EU dat de logistieke opgave veel breder is dan alleen het opleiden van douanepersoneel. Over de toeslagenaffaire zei Van Huffelen dat het kabinet er alles aan gaat doen om alle mensen in beeld te krijgen. Het betreft nu 9000 gedupeerden, maar het zijn er mogelijk 26.000.



Deel dit item: