Plenair Kox bij behandeling Wet verandering koppeling AOW-leeftijd



Verslag van de vergadering van 24 november 2020 (2020/2021 nr. 11)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 13.52 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Dank u wel, voorzitter. V = 2/3 * (L - 20,64) - (P - 67), onder het beding dat als V negatief is hij nul wordt. Dat is de rekenkundige kern van het wetsvoorstel dat vandaag op tafel ligt — ik zie de minister knikken — de Wet verandering koppeling AOW-leeftijd. In gewoon Nederlands betekent dit al vanaf 2026 dat elk extra jaar levensverwachting zal leiden tot een verhoging van de AOW-leeftijd met twee derde jaar ofwel acht maanden. De formule suggereert wiskundige zuiverheid, maar is natuurlijk een puur politieke keuze of, beter gezegd, het resultaat van harde confrontaties en daaropvolgende onderhandelingen tussen organisaties van werkgevers, werknemers en deze regering met op de achtergrond duidelijk aanwezig de positiebepalingen van verschillende politieke partijen.

Uit de onderliggende stukken bij het wetsvoorstel blijkt ook dat twee derde niks met wiskunde te maken heeft en alles met politiek. Het had ook een derde kunnen zijn of vijf zesde of nul, iets wat mijn partij eigenlijk wel een mooi getal vond in dit verband. Vakbonden en een aantal politieke partijen hadden de AOW-leeftijd liever niet of veel minder snel zien stijgen. De regering wil er nu juist de vaart in houden. De vakbeweging probeerde de hakken in het zand te zetten; de regering probeerde het zand onder de voeten van de bond weg te halen. Het vraagstuk van welke vertragingen van de verhoging van de AOW-leeftijd uiteindelijk voor alle betrokkenen per saldo aanvaardbaar zouden zijn, werd gekoppeld aan andere afspraken over de AOW en pensioenen in de komende decennia. Tot twee keer toe riep de vakbeweging een heuse pensioenstaking uit. Ik was er met plezier bij aanwezig. De regering dreigde vervolgens de vakbeweging aan de kant te zetten, maar stuitte daarbij weer op verzet van heel wat partijen en ons parlement, zonder wiens steun wetsvoorstellen van de regering dit huis in ieder geval niet schadevrij zouden kunnen passeren.

Uiteindelijk werd midden vorig jaar een principeakkoord gesloten en halverwege dit jaar een volledig akkoord over een nieuw pensioenstelsel. Om dat akkoord in de wetgeving te verankeren, moet de regering nog een serie wetsvoorstellen door het parlement zien te loodsen. Het vandaag voorliggende voorstel is er een van. De regering heeft het er knap druk mee, omdat een akkoord zo lang op zich liet wachten. En dat kwam, althans naar de mening van mijn partij, vooral door de halsstarrigheid van de regering. Maar daar denkt de regering vast en zeker een stuk genuanceerder over, denk ik. Ik hoor het graag.

Voorzitter. Mijn partij is op basis van onze opvatting dat de hele discussie over het verhogen van de AOW-leeftijd de verkeerde basis heeft, niet enthousiast over dit wetsvoorstel. Maar omdat socialisten naast idealisten voor de toekomst ook altijd realisten in het heden zijn, stemmen we vandaag hier net als in de Tweede Kamer in met het wetsvoorstel. De door de druk van vakbonden en verschillende partijen bereikte vertraging van de verhoging, zoals die in de tot nu toe geldende wetgeving was vastgelegd, bewijst dat actievoeren nog steeds helpt, ook al hadden wij het resultaat liever nog sterker gezien. Maar Mick Jagger wist al heel lang geleden dat je niet altijd kan krijgen wat je wil, maar volgens hem moet je het wel blijven proberen.

Hoe dan ook, dit wetsvoorstel rekent in ieder geval af met de erg cynische regel dat elk jaar dat je langer mag verwachten te leven, leidt tot een even zo grote verhoging van de AOW-gerechtigde leeftijd. Met dit nieuwe voorstel krijg je in ieder geval vier maanden minder pensioenstraf voor je langere leven en dat is winst, met de complimenten voor de vakbeweging en voor de achterbannen van al die partijen die tegendruk geboden hebben aan de wens van de regering om zo veel mogelijk te blijven versnellen.

In dit verband de vraag aan de minister: hoe doen we het in Europees verband, mocht deze nieuwe wet in werking treden? Staan we bovenaan, staan we onderaan of staan we in het midden? Het is goed om onze eigen maatregelen te kunnen vergelijken met die van omliggende landen.

Voorzitter. Dit voorstel maakt, zoals gezegd, deel uit van een veel breder pakket van afspraken, waarin alles met elkaar samenhangt. Er is geen pensioenakkoord totdat het hele pensioenakkoord in wetgeving is verwerkt. Binnenkort buigen we ons over een volgend wetsvoorstel, dat handelt over bedrag ineens, RVU en verlofsparen, wat ministeriële geheimtaal is voor onder omstandigheden eerder aanspraak kunnen maken op een AOW-uitkering. Ook daar loopt het enthousiasme van mijn partij niet over, kan ik zeggen. Maar ook daar hebben we begrip voor de voorstellen die de minister uiteindelijk op tafel legt. Daar hoeven we het vandaag nog niet over te hebben. Ik weet wel dat de vakbonden al heel wat cao's afgesloten hebben waarin vooruitgelopen wordt op die wet, met intentieverklaringen over de inrichting van dat eerder AOW krijgen. En soms zelfs al heel wat concretere afspraken. Hoe belangrijk, vraag ik de minister, is een spoedige inwerkingtreding van dat wetsvoorstel? En wat betekent eventueel oponthoud van die wet voor het hele pakket? Wat betekent een dreigende korting van pensioenen komend jaar, vanwege een door de regering als onvoldoende aangemerkte dekkingsgraad? Kan een dergelijke korting leiden tot een bedreiging van de duurzaamheid van het hele pakket, vraag ik de minister. Bij het sluiten van het pensioenakkoord werd immers duidelijk gecommuniceerd dat het akkoord zou moeten leiden tot weer geïndexeerde pensioenen. Als die belofte niet waar wordt gemaakt, dan wankelt — denk ik — het hele akkoord. En ik ben niet de enige die daar zo over denkt. Ook in de vakbeweging wordt daar met grote ernst naar gekeken. Wat vindt de minister? Of, nog veel beter, kan hij nu al toezeggen aan deze Kamer dat hij ervoor zal zorgen dat komend jaar niet gekort zal worden op de pensioenen vanwege de dekkingsgraad?

Voorzitter. Een andere tijdbom waar we al een hele tijd mee zitten, is een AOW die verhoudingsgewijs steeds minder waard wordt, wat leidt tot een steeds grotere frustratie bij pensioengerechtigden en bij degenen die er straks recht op hopen te krijgen. Ik ben blij dat veel partijen met ons en met de vakbond inmiddels pleiten voor een stevige verhoging van het minimumloon, want dat leidt via de koppeling ook tot de allernoodzakelijkste stijging van de AOW. Is de minister blij met die ontwikkeling, met die standpunten die nu in het programma van politieke partijen worden ingenomen, of zit hij alweer te denken "hoe ga ik dat dan weer betalen"? Of hoort hij bij die kleine groep die zegt: nee, we gaan wel het minimumloon verhogen, maar de koppeling aan de AOW laten we los? Graag alvast een inkijkje daarin.

Voorzitter. Alles bijeen, zetten we vandaag een grote stap, maar zoals gezegd, het pensioenakkoord is er pas als alle stappen zijn gezet. Graag een inschatting van de minister wanneer hij denkt dat er grijze rook uit zijn ministerie kan komen, dat echt gedaan is wat er afgesproken is.

Voorzitter. Tot slot. Hier voor de ingang van het Binnenhof staat een beeld van een van de voorgangers van deze minister, die in onze herinnering vooral voortleeft vanwege zijn pensioenplannen. Het betreft Willem Drees, die in 1946 zijn tijdelijke Noodwet Ouderdomsvoorziening aan het parlement presenteerde en een jaar later ook door deze Kamer goedgekeurd wist te krijgen. Toen dat gebeurd was, stak Drees, naar verluidt, een sigaretje op, hoewel hij bijna nooit rookte, onder de verzuchting: "Zo, dat heb ik nu ook wel verdiend." Of de minister dat straks ook doet, laat ik aan hem. Maar ik weet niet of de minister het zover zal brengen dat hij, behalve een sigaretje, ook nog een beeld voor de deur krijgt en zelfs ook een halve eeuw van het nieuwe pensioenstelsel zal mogen profiteren, wat Drees wel mocht doen. Maar ja, die werd dan ook 102.

Voorzitter. Ik ben ervan overtuigd dat de minister iedereen een redelijk pensioen gunt. Maar ik ben er evenzeer van overtuigd dat een andere aanpak door hem en zijn voorgangers minder schade had toegebracht aan het aanzien van de politiek en voor de schatkist minstens even goed had uitgepakt. Als we vanaf 2009 niet aan het recht op AOW met 65 waren gaan morrelen maar alles op alles gezet hadden om vrijwillig doorwerken na je 65ste beter haalbaar en een stuk aantrekkelijker te maken, en doorwerken tot je 65ste een stuk realistischer, dan hadden we het vertrouwen van veel mensen in de betrouwbaarheid van de politiek niet hoeven te ondermijnen. Volgens ons hadden we ook op creatieve wijze ons in moeten zetten voor het systematisch verkleinen van de sociaal-economische gezondheidsverschillen, zodat lager opgeleide en lager betaalde werkers niet meer zes jaar eerder dood hoeven te gaan dan hoger opgeleide en beter betaalde, en daardoor ook zes jaar langer van hun AOW zouden kunnen gaan genieten.

Maar zoals gezegd, die aanpak heeft het helaas niet gehaald, of nog niet gehaald. We hebben het te doen met het wetsvoorstel dat nu voorligt en de wetsvoorstellen die we binnenkort nog van de minister zullen krijgen. Die zullen we op hun merites beoordelen en zoals gezegd, als we dat doen met dit voorstel, zegt mijn fractie per saldo ja.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan de heer Crone namens de fractie van de Partij van de Arbeid.