Verslag van de vergadering van 1 december 2020 (2020/2021 nr. 12)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.22 uur
De heer Kox i (SP):
Dank u wel, voorzitter. Ik kan het kort houden. Het is goed om een minister te zien die weet waar hij het over heeft. Niet dat zijn collega's niet weten waarover ze het hebben, maar soms valt het toch een beetje op. Het is goed om te horen dat de minister deze wet — mocht het tot een ingevoerde wet komen — nu al tot zijn erfenis rekent. Het is goed dat ministers, behalve wetten die nu eenmaal door moeten omdat het moet, ook wetten maken die door moeten omdat het goed is.
Op het gebied van inburgering hebben wij als land nog veel goed te maken. We hadden het beter kunnen doen, maar dat is achteraf praten. Ik ben blij dat deze wet eraan komt. Ik maak me zorgen over het uitstel, want we krijgen verkiezingen. Partijen die hun best doen om een hoge score te halen bij de verkiezingen, hebben niet deelgenomen aan dit debat. Dat blijf ik betreuren. Ik ben blij dat de minister snel met een reactie komt op de adviezen van mijn goede vriend Roemer over de migranten uit Europa. Ik ben benieuwd wat daarin staat. Ik vind het fijn dat de minister in ieder geval heeft geantwoord op mijn stelling dat het beter zou zijn als we dit deel van het onderwijs beter zouden integreren in het bestaande onderwijs. We zijn het daar niet over eens, maar ik heb nog een heel jaar, waarin ik de minister op dat terrein nog wat bij kan praten of waarin hij mij kan overtuigen. Ik heb in het begin gezegd dat ik voor de wet zou stemmen als de minister op alle vragen van de collega's en ook op de enkele punten van mij zou ingaan. Ik zie geen reden om daarvan af te zien. Ik wens de minister succes met het vervolg van het traject, want het is nog altijd: eerst zien, dan geloven.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Kox. Dan is het woord aan mevrouw Oomen-Ruijten namens de fractie van het CDA.