De Eerste Kamer debatteerde dinsdag 15 december over de begrotingsstaat voor een Nationaal Groeifonds met minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat en minister Hoekstra van Financiën. Aan het einde van de debat vroeg senator Otten (Fractie-Otten) een hoofdelijke stemming over het wetsvoorstel aan. De hoofdelijke stemming en de stemming over een motie van senator Otten zal dinsdag 12 januari 2021 plaatsvinden.
Het eerste voorstel voor het groeifonds deed het kabinet op Prinsjesdag 2019 in de Miljoenennota 2020. Naar aanleiding van kritiek van beide Kamers is het voorstel aangepast. De begrotingsstaat voor het Groeifonds lag 15 december voor. De invoeringswet volgt op een later moment.
Tijdens het debat diende senator Otten (Fractie-Otten) een motie in die de regering verzoekt de plannen voor het Nationaal Groeifonds zodanig aan te passen of aan te vullen opdat er een adequate "noodrem-procedure" aan de governance (toezicht) van het Nationaal Groeifonds wordt toegevoegd zodat effectief kan worden ingegrepen als de risico's niet langer opwegen tegen de investeringen. De motie is door minister Hoekstra ontraden.
Impressie van het debat
PvdA-senator Crone was blij met de 'ommezwaai van het kabinet'. Het Groeifonds is nu niet meer het smalle, technocratische plan dat het was, aldus Crone. Hij vroeg zich wel of er niet onnodig veel tijd is verloren. VVD-senator Van Ballekom wilde ook niet nog meer uitstel. De VVD wil bereiken dat Nederland met het Groeifonds nog innovatiever en toekomstgerichter wordt dan het al is. Volgens 50PLUS-senator Van Rooijen was het Groeifonds te belangrijk voor een hamerstuk, dus hij was blij met het debat. Zijn fractie zal het wetsvoorstel van harte steunen.
Senator Otten (Fractie-Otten) was minder enthousiast. Volgens hem is haastige spoed zelden goed, zeker niet als het gaat om 20 miljard euro. Otten zei dat het Groeifonds op een graaifonds lijkt, met geld van de belastingbetaler. Hij had liever gezien dat het geld structureel zou zijn besteed aan de middeninkomens. Otten pleitte voor een noodrem en diende daartoe de motie in.
CDA-senator Essers vroeg de minister wat precies het verschil is tussen het Groeifonds en de ambities van Invest NL. Volgens hem is niet aan de orde dat het parlement buitenspel staat, omdat beide Kamers ja of nee kunnen zeggen tegen eventuele suppletoire begrotingen. SGP-senator Schalk vroeg of de minister van mening is dat goed geborgd is dat infrastructuurprojecten via het fonds lopen. GroenLinks-senator Vendrik noemde het fonds 'welkom, omdat we kampen met gigantische transitieopgaven'. Hij vroeg de ministers of het gelukt was focus aan te brengen in het fonds. Vendrik besloot met de opmerking dat met de invoeringswet duidelijk zal worden hoe de governance (het toezicht) van het fonds er uit gaat zien.
Minister Wiebes zei dat een belangrijk deel van de welvaartsstijging van de afgelopen decennia naar de overheid is gegaan en is besteed aan zorg, ouderdomsvoorziening, defensie. Volgens de minister is de manier waarop onze welvaart is ingericht niet meer van deze tijd en is dat de reden dat dit fonds wordt opgericht. Wiebes zei dat het Nationaal Groeifonds aanvullend is op Invest NL, zeker niet vervangend.
Minister Hoekstra zei dat met het fonds de komende vijf jaar 20 miljard wordt vrijgesteld om een impuls te geven aan de welvaart. Het kabinet heeft er bewust voor gekozen om het fonds op afstand van de politiek te zetten, maar tegelijkertijd wel onder parlementaire controle te laten vallen. Over de noodrem-procedure zei Hoekstra dat de waarborgen waarmee het fonds is omkleed al dusdanig functioneren. Daarom ontraadde hij de motie van Otten, omdat deze overbodig is.
Deel dit item: