Verslag van de vergadering van 15 december 2020 (2020/2021 nr. 16)
Status: gerectificeerd
Aanvang: 16.07 uur
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel. Wat betreft de fractie van GroenLinks is het ultieme doel van overheidsbeleid het bevorderen van brede welvaart, hier en nu, elders en later. Dat is het kader waar het de overheid elke dag om te doen zou moeten zijn. De overheid heeft de beschikking over een ruime hoeveelheid instrumenten, publieke instituties waar zij de scepter over zwaait, budgetten, fiscale politiek en allerlei instrumenten om dat overheidsbeleid gestalte te geven. Al deze instrumenten zouden elke dag ten dienste moeten staan van die doelstelling. Daarbij hoort ook dat de overheid zichzelf de mogelijkheid verschaft om een investeringsfonds op te richten met het oog op de toekomst ter bevordering van de brede welvaart. We weten al sinds jaar en dag dat je de toekomst niet aan de markt kan overlaten. Die moeten wij met z'n allen maken. Dat is een droge constatering en geen verwijt. Markten werken met een beperkte horizon. Wil je daaraan voorbijgaan, dan zal je als overheid moeten inspringen. Dat fonds is dus wat de GroenLinks-fractie betreft welkom, temeer daar we in deze tijd kampen met gigantische transitieopgaven op het terrein van klimaat en biodiversiteit. We hebben een lelijke erfenis te verstouwen van 30 jaar beleid dat heeft geleid tot een groeiende ongelijkheid en het uit elkaar lopen van groepen in de samenleving. Ook daar doet de economie van vandaag onvoldoende haar werk. Dat is het algemene startpunt wat betreft de GroenLinks-fractie bij het beoordelen van dit fonds. Wij verwelkomen het initiatief van de regering.
Vorig jaar tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen was het fonds nog slechts een kwart pagina waard in de Miljoenennota. Ik heb toen nadrukkelijk met deze filosofie het debat gezocht met de minister van Financiën. Ik noemde dat fonds op dat moment "een bredewelvaartsfonds, een transitiefonds". Dat ging natuurlijk niet om de naam, maar het ging wel om de vraag wat de legitimatie is van zo'n fonds en waartoe het op aarde zou moeten zijn. Ik kom daar kort op terug, omdat de minister van Financiën in het debat van die dag in november meerdere keren zei: "Maar dit leidt tot een kerstboom en ik wil geen kerstboom, want een kerstboom — dat heet hier nu geloof ik een grabbelton — is een fonds zonder doel en zonder scherpe focus. Aan het eind van de dag plukt iedereen zijn deel en zijn we uiteindelijk helemaal nergens."
Maar ik vraag vandaag de minister van Financiën of het gelukt is met die focus. Mijn opvatting toen en nu is dat er focus ontstaat wanneer je dat fonds opzet voor projecten die dienstbaar zijn aan die grote, duurzame, inclusieve transitie. Ik zie dat het kabinet een net iets andere indeling kiest. Ik wil dat het vandaag niet alleen bij woorden blijft, dus ik vraag de minister van Financiën hier nog kort op te reflecteren. Ik denk namelijk dat het daar uiteindelijk begint, nog meer dan in allerlei waarborgen rondom de governance van het fonds; wie op welk moment over welk project in onafhankelijkheid van wie wat kan beoordelen en hoe poorten tot het geld wel of niet bewaakt worden. Goeie governance begint met een heldere focus. Ik denk dat dat geen punt van discussie is. De vraag is vooral: is dat nu voldoende gelukt? Graag een reactie van de minister van Financiën daarop.
Voorzitter. Er is in de Tweede Kamer uitvoerig over dit fonds gesproken. Ik geloof dat het residu van al die gesprekken is neergeslagen in de brief van 1 december, waarin eigenlijk op zes punten een aantal aanpassingen, verrijkingen, van het oorspronkelijke plan van het kabinet worden aangebracht. Dat ziet toe op de doelstelling van het fonds. Het kabinet geeft nadrukkelijker weer dat het inderdaad uiteindelijk gaat om de brede welvaart. Ik herhaal dat nog maar even voor de precisie. Dat zie ik toch goed? Dat is natuurlijk niet alleen voor mijn partij, maar ook voor velen buiten deze Eerste Kamer van groot belang.
Voorzitter. Juist om gestalte te geven aan die brede welvaart, wordt voortaan in de beoordeling van projecten in het fonds gewerkt met een efficiënte CO2-prijs. Er wordt een generatietoets op projecten uitgevoerd. Er komt een raad voor de toekomst. Het budgetrecht van het parlement, Tweede én Eerste Kamer, wordt gestand gedaan. En we gaan later nog plezier beleven aan een echte oprichtingswet. Op al deze punten heeft mijn fractie aangedrongen en het is fijn dat het kabinet daar ook gehoor aan heeft willen geven. We gaan dus bij de oprichtingswet zien hoe de governance van het fonds er in meer detail uitziet. Maar omdat wij met het kabinet graag willen dat het fonds snel van start kan gaan met het oog op die dierbare toekomst voor de toekomstige generaties, kunnen wij niet wachten. Wij sluiten graag aan bij het debat van vanmiddag en wij willen het kabinet in ieder geval op hoofdlijnen al groen licht geven.
Er zijn op dit punt nog twee vragen ter afronding, eerst over die efficiënte CO2-prijs. Door de beantwoording ontstaat bij mijn fractie toch enige verwarring. Nogmaals, het is goed dat er gerekend wordt met die efficiënte CO2-prijs, zoals dat ook in het bedrijfsleven steeds meer gebruikelijk is. Geen punt daarover. De vraag is: welke? Het kabinet zegt dat we dat moeten vragen aan de planbureaus. Dat is goed. De planbureaus hebben daarvoor de WLO uit 2016. Die wordt volgend jaar geüpdatet. Dat is allemaal prima. Daar rolt die interne CO2-prijs uit waarmee gerekend gaat worden. Uit de laatste WLO, die nu van kracht zou zijn, rolt een CO2-prijs van €100 tot €500. Ik denk dat dat reëel is, kijkend naar wat een goede interne CO2-prijs zou moeten zijn. Nogmaals, het blijft aan de planbureaus, maar deze orde van grootte snap ik. Het kabinet creëert bij mijn fractie enige verwarring door te verwijzen naar de MKBA rond de vrachtwagenheffing, want daar wordt gerekend met een CO2-prijs van €20 tot €80. Dat maakt nogal uit. Hoe lager die prijs, hoe minder er echt sprake is van projecten die voldoen aan die notie van brede welvaart, inclusief de duurzame transitie die we nodig hebben.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Ik vraag het kabinet op dat punt dus om een nog scherpere uitleg.
Dan mijn allerlaatste vraag. Ik snap dat het kabinet niet afdwingt dat de commissie die de projecten beoordeelt, de Europese taxonomie gebruikt. Oké, maar het zou wel heel fijn als het kabinet de commissie nadrukkelijk in kennis stelt van het feit dat dat een mogelijkheid is, want die taxonomie in Europa hebben we niet voor niks. Graag ook op dat punt een milde toezegging van beide ministers.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vendrik.
Ik schors de vergadering tot 16.20 uur.