Stemming Begroting Nationaal Groeifonds 2021



Verslag van de vergadering van 12 januari 2021 (2020/2021 nr. 18)

Aanvang: 13.37 uur

Status: gecorrigeerd


Stemming Begroting Nationaal Groeifonds 2021

Aan de orde is de stemming in verband met het wetsvoorstel Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds (XIX) voor het jaar 2021 (35570-XIX).

(Zie vergadering van 15 december 2020.)


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De voorzitter:

Aan de orde zijn de stemmingen. Ik heet de minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid, die namens de regering bij de stemmingen aanwezig is, nogmaals van harte welkom.

Hebben voldoende leden de presentielijst getekend? Dat is het geval.

We beginnen met de hoofdelijke stemming over het wetsvoorstel 35570-XIX, Vaststelling van de begrotingsstaat van het Nationaal Groeifonds voor het jaar 2021. Wenst een van de leden een stemverklaring af te leggen?

Ik geef gelegenheid tot het afleggen van stemverklaringen vooraf.

De heer Otten. U kunt geen stemverklaring afleggen over uw eigen motie. Over het wetsvoorstel? Dat kan inderdaad wel. Ik werd dus ten onrechte tot de orde geroepen. Meneer Otten, het woord is volledig aan u.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik ga er toch van uit dat u hier de leiding heeft over de vergadering. Dank.

Voorzitter. Allereerst goed om iedereen, op twee leden na, hier te zien, ondanks de coronacrisis. Het besluit voor deze stemming hebben wij niet lichtvaardig genomen. Het gaat om heel veel geld, 20 miljard, in de volgende fase misschien oplopend tot 50 miljard, wat in het Nationaal Groeifonds vooral wordt besteed aan duurzaamheidszaken, in aanvulling op het al zeer dure Klimaatakkoord. Dat geld moet volgens onze fractie gebruikt worden voor lastenverlichting. Daar hebben we ook heel vaak op aangedrongen. Zeker nu in de coronacrisis moet dat geld naar een verlaging van de inkomstenbelasting en niet in dit fonds. Daarom heeft onze fractie hoofdelijke stemming aangevraagd en zullen wij tegen stemmen.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Otten. Wenst een van de andere leden een stemverklaring af te leggen? Mevrouw Jorritsma.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):

Voorzitter. Ik wil graag mede namens D66, ChristenUnie, GroenLinks, SP, Partij van de Arbeid en natuurlijk mijn eigen fractie, opmerken dat wij deze hoofdelijke stemming onnodig en zeer ongewenst vinden. Onnodig, gezien de stemverhoudingen en ongewenst omdat hiermee een beeld wordt gecreëerd van de Eerste Kamer die niet serieus omgaat met de bestrijding van COVID-19. Dat laat overigens onverlet dat ieder lid het recht heeft om erom te vragen. Ik zal inhoudelijk, wat betreft mijn eigen fractie bij de motie van de heer Otten straks nog wel een paar opmerkingen maken.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Dan is het woord aan de heer Van Rooijen.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Rooijen i (50PLUS):

Voorzitter. Mijn fractie werd niet genoemd, maar ik sluit mij daarbij van harte aan. Ik heb ook in het College van Senioren met mevrouw Jorritsma een groot punt hiervan gemaakt.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Rooijen. Wenst een van de overige leden nog …? Gaat uw gang. De heer Berkhout namens de fractie-Van Pareren.


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Berkhout i (Fractie-Van Pareren):

Voorzitter. Afgezien van wat wij in beginsel vinden van dit fonds en de uitvoering daarvan, vinden wij in het licht van de huidige situatie, die werkenden en bedrijven diep treft, dat dergelijke fondsen, als ze al moeten worden opgetuigd, dienen te worden aangewend om burgers te steunen, en wel via structurele lastenverlichting voor alle burgers en uitgebreide steun aan het mkb. Daarom zullen wij tegenstemmen.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Berkhout. Wenst een van de overige leden nog een stemverklaring af te leggen? Dat is niet het geval.

Ik verzoek de leden nogmaals zo dadelijk duidelijk hun stem met het woord "voor" dan wel "tegen" uit te brengen, zonder enige bijvoeging. De stemming begint bij nummer 30. Dat is het lid Gerbrandy.

(Hilariteit)

In stemming komt het wetsvoorstel.

Vóór stemmen de leden: Gerbrandy, Gerkens, Van Gurp, Van Hattem, Huizinga-Heringa, Janssen, Jorritsma-Lebbink, Karimi, Niek Jan van Kesteren, Ton van Kesteren, Keunen, Klip-Martin, Kluit, Knapen, Kox, Meijer, Moonen, Nooren, Oomen-Ruijten, Pijlman, Prins-Modderaar, Recourt, Rietkerk, Rombouts, Van Rooijen, Rosenmöller, Schalk, Sent, Stienen, Van Strien, Veldhoen, Vendrik, Verkerk, Van der Voort, Vos, Adriaansens, Van Apeldoorn, Arbouw, Baay-Timmerman, Backer, Van Ballekom, Bezaan, Bikker, De Blécourt-Wouterse, De Boer, Bredenoord, Bruijn, Van der Burg, Crone, Van Dijk, Dittrich, Doornhof, Essers en Faber-van de Klashorst.

Tegen stemmen de leden: Hermans, Koffeman, Van der Linden, Nicolaï, Otten, Van Pareren, Pouw-Verweij, Teunissen, De Vries, Van Wely, Baljeu, Berkhout, Beukering, Dessing en Frentrop.

De voorzitter:

Ik constateer dat dit wetsvoorstel met 54 stemmen voor en 15 stemmen tegen is aangenomen.