Plenair Kox bij behandeling (zonder stemming aangenomen)



Verslag van de vergadering van 12 januari 2021 (2020/2021 nr. 18)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 18.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Kox i (SP):

Voorzitter, dank u wel, en ook dank aan de minister met wie het inderdaad doorgaans heel plezierig discussiëren is. Hij is een pragmatisch liberaal en ik reken mij graag tot de kant van de praktische socialisten; het is altijd plezierig als er ook nog iets uit een debat voortkomt. Dat is gebeurd. Mijn laatste zin was: hoe meer de minister biedt, hoe blijer wij worden. Ik vind dat de minister goed geluisterd heeft en niet moeilijk doet over een aantal zaken.

Als we het hebben over het bedrag ineens, komt hij met uitstel en in dat jaar gaat de minister kijken wat hij kan doen om waar mogelijk de uitvoering te verbeteren. Mijn naam staat onder de motie die Ria Oomen net heeft ingediend namens een groot aantal fracties. Ik neem aan dat de minister die zal omarmen als ondersteuning van het door hem aangekondigde uitstelplan.

Ik ben ook blij dat hij nog naar de Kamer zal komen om in te gaan op de kwestie of je pensioenfondsen op voorhand moet uitzonderen of dat daar nog ruimte voor is. Daar kijken we dan naar. Ik ben het wel met de minister eens: door te zeggen dat het allemaal kan, kan het nog niet. We hebben hier te maken met een Europese Unie. Die is niet gemakkelijk. Ik houd er niet zo van, maar we hebben er wel mee te maken. Ook dat is praktisch socialisme. Bij de SP gaat de vlag niet uit voor dat bedrag ineens en voor meerdere fracties had het allemaal niet gehoeven. Maar het is nu een feit, dus we gaan het er maar mee doen en dan liefst zo goed als mogelijk.

Als deze wet vandaag al aangenomen kan worden en de minister zijn subsidieregelingen kan publiceren, verwacht hij dat er meer vaart gemaakt zal worden in de diverse sectoren, om regelingen hierover af te spreken. Hij zal dit in het voorjaar inventariseren op basis van een toezegging die hij al gedaan heeft in de Tweede Kamer. Dat is erg belangrijk. Ik denk dat er tienduizend mensen per jaar wellicht gebruik van gaan maken. In het voorjaar weten we waarschijnlijk meer. De minister heeft ook gezegd dat deze maand — een maand te laat, maar goed, dat is doenlijk — het rapport over stoppen na 45 jaar werken komt. Ik begrijp van de minister dat dit allemaal buitengewoon complex is, maar ja, politici die klagen over complexiteit moeten gewoon een ander vak gaan zoeken.

Tot slot, over het verlofsparen. Daar heeft de minister goed op geantwoord, op één ding na, namelijk over het onderliggende probleem. Mensen die bij de politie werken en hun verlof niet kunnen opnemen. In alle eenvoud is dat eigenlijk gewoon een schande. Daar moeten we iets aan gaan doen. Ik hoop dat we daar in de toekomst nog verder op doorgaan, want het is mooi dat dit een second-best oplossing is, maar ik schaam me als medeverantwoordelijk parlementariër eigenlijk voor onze overheid, omdat we de mensen die het hardst werken voor ons, niet de kans geven om met verlof te gaan.

Als afsluiting, voorzitter. Het is leuk dat de minister nog een toegift doet in de richting van Martin van Rooijen en de Kamer zegt dat hij ook nog graag mondeling overleg wil om breder over de pensioenen te praten. Daar heeft collega Van Rooijen groot gelijk in: het is iets wat zo veel mensen aangaat en voor zo veel mensen belangrijk is. Dat mogen we nooit vergeten.

Dank u wel.

Mijn fractie zal voor het wetsvoorstel stemmen.

De voorzitter:

Dank u, meneer Kox. Dan tot slot de heer Van Ballekom namens de fractie van de VVD.