De Voorzitter van de Eerste Kamer nam op 2 februari een voorstel in ontvangst voor een parlementair onderzoek naar de effectiviteit van anti-discriminatiewetgeving. Het voorstel is voorbereid door een tijdelijke commissie onder voorzitterschap van senator Ruard Ganzevoort (GroenLinks). Eind 2020 werd de commissie ingesteld na een door bijna alle fracties gesteunde motie van senatoren Paul Rosenmöller (GroenLinks) en Annemarie Jorritsma (VVD). De motie constateerde dat er sprake is van een kloof tussen anti-discriminatiewetgeving op papier en de werking ervan in de praktijk. De Eerste Kamer neemt het onderzoeksvoorstel op korte termijn in behandeling.
Volgens het voorstel moet het onderzoek zich vooral richten op de oorzaken en mogelijke oplossingen van de genoemde kloof tussen wetgeving en praktijk. In het bijzonder gaat het om de rol die het parlement speelt of kan spelen bij het wetgevingsproces en bij de controle van het regeringsbeleid. Het gaat hierbij niet om politieke afwegingen maar om de effectiviteit van wetgeving.
Minister Ollongren van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties kondigde onlangs een staatscommissie discriminatie en racisme aan. De commissie heeft bekeken of er mogelijk overlap is tussen beide initiatieven. Geconcludeerd is echter dat er eerder sprake is van aanvulling op elkaar. Het Eerste Kameronderzoek richt zich meer op de rol van het parlement bij wetgeving en bij controle van beleid. De staatscommissie richt zich naar verwachting meer op de effecten van beleid en de ervaringen van burgers. De commissie-Ganzevoort acht het nuttig dat gedurende het onderzoek afstemming met het initiatief van de minister blijft plaatsvinden.
Als het onderzoeksvoorstel wordt aangenomen, dan is het de derde keer in haar geschiedenis dat de Eerste Kamer het instrument van een parlementair onderzoek gebruikt. De eerste keer gebeurde dit in 1962/1963 met een onderzoek naar fraude bij de handel in schroot. In 2011/2012 verrichte de Eerste Kamer onderzoek naar de parlementaire besluitvorming over de privatisering en verzelfstandiging van overheidsdiensten. Die onderzoekscommissie stond onder leiding van toenmalig senator Roel Kuiper (ChristenUnie).
Deel dit item: