Plenair Ton van Kesteren bij behandeling Wijziging van de Mediawet 2008



Verslag van de vergadering van 2 februari 2021 (2020/2021 nr. 22)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.17 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Ton van Kesteren i (PVV):

Dank u wel, voorzitter. Het in de Tweede Kamer aangenomen amendement-Aartsen/Van der Molen over onverenigbaarheid van enerzijds toezichts- en bestuursfuncties bij de mediaorganisaties en anderzijds politieke functies, is helaas niet verwerkt in het voorliggende wetsvoorstel. Het is mij bekend dat de Raad van State in zijn advies het betreffende amendement in strijd achtte met onze Grondwet en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens. Op zich kan de PVV-fractie zich in dat advies vinden als daarmee inderdaad de fundamentele vrijheden en journalistieke beroepsnorm ook zouden worden geborgd. Immers, het indertijd in de Tweede Kamer ingediende amendement is niet voor niets ingediend.

Maar toch moet ik zeggen: de praktijk is weerbarstig. In de Tweede Kamer is het ook al aan de orde geweest. Er is onvoldoende afstand tussen de politiek en de media. Maar in onze optiek gaat het veel breder. Er zou inderdaad meer politieke afstand moeten zijn bij de benoemings-, schorsings- en ontslagprocedures bij de publieke omroep. De praktijk laat echter zien dat op bestuurlijk niveau te veel sprake is van gelijkgestemden. Dat resulteert in een ongewenste eenzijdige journalistieke norm en programmering, terwijl diversiteit, pluriformiteit en onafhankelijkheid het uitgangspunt zouden moeten zijn.

De PVV-fractie constateert dat in besturen en in het verlengde daarvan, in de journalistieke norm en programmering, lang niet altijd sprake is van pluriformiteit en heterogeniteit. Zo zien we bij de NPO een tendens die politieke idealen van de regerende macht projecteert in zowel de journalistieke norm als in de programmering. De publieke omroep, en dan met name de NPO, ziet de fractie van de PVV als een staatsomroep, het verlengstuk van de Staat.

Veel aandacht voor diversiteit, anti-blank racisme, inclusie, uitbuiten, bestrijden van andersdenkenden, klimaatobsessie, zo u wilt klimaatsocialisme en genderneutraliteit. Geen Zwarte Pietenjournaal maar wel het Ramadanjournaal en verheerlijking van het Suikerfeest. De Grote Klimaatkwis en verheerlijking van met name links activisme.

En als we dan eens kijken hoe dat toch zo is gekomen, dan komen we al snel uit bij het bestuur van de NPO, bestaande uit mevrouw Rijxman van D66, de heren Martijn van Dam, voorheen Rob van Gijzel, PvdA, Adriana Esmeijer van D66, Ton de Jong, hoofd energietransitie bij TNO. Het NPO-bestuur en de Raad van Toezicht zijn in de praktijk dan ook allesbehalve politiek onafhankelijk.

Voorzitter. Deze door de PVV-fractie geconstateerde disproportionaliteit wil zij nogmaals bij de minister in deze Kamer onder de aandacht brengen. De minister heeft aangegeven dat hij met de PVV-fractie deelt dat de publieke omroep tot taak heeft om op evenwichtige wijze een beeld van de samenleving te geven en pluriformiteit van onder de bevolking levende overtuigingen, opvattingen, interesses op maatschappelijk, cultureel en levensbeschouwelijk gebied te weerspiegelen. Mijn vraag aan de minister is dan ook: kan de minister toelichten met welke concrete maatregelen hij die taak van de publieke omroep op adequate wijze en succesvol uitvoert en controleert? Want het blijkt toch dat die raden dat niet kunnen of dat dat niet helemaal goed uit de verf komt.

Voorzitter, dan mijn tweede vraag. In de wet wordt het woord "functieprofiel" vervangen door "profielschets". De vraag is of in die profielschets ook kandidaten passen die niet activistisch links zijn, maar een nuchtere kijk hebben op de werkelijkheid en slechts scepsis uitspreken over bijvoorbeeld het immigratiebeleid, het EU-beleid of het klimaatbeleid. Kunt u aangeven wat in de praktijk precies het verschil is tussen "functieprofiel" en "profielschets"?

Voorzitter. De sterkere rol van de NPO was aanleiding om met de wet van 26 oktober 2016 extra waarborgen in de Mediawet 2008 op te nemen die de onafhankelijkheid van het publieke bestel zouden verbeteren. De werkelijkheid is echter dat de zogeheten links-liberale elite is oververtegenwoordigd bij de NPO en dat de politieke agenda van deze elite via de publieke omroep eenzijdig en disproportioneel onder de aandacht van het publiek wordt gebracht. Om dit te verduidelijken noem ik nog even een voorbeeld. Onlangs was er een documentaire over lijsttrekker Sigrid Kaag van D66, een documentaire gefinancierd door het Nederlands Filmfonds, dat onder voorzitterschap staat van Thom de Graaf, ook al van D66, onder de verantwoordelijkheid van de minister van Cultuur, mevrouw Van Engelshoven, ook al D66. PVV-Tweede Kamerlid Martin Bosma heeft de scepsis over de uitzending van deze documentaire, zo kort voor de verkiezingen, al uitvoerig belicht. De schijn van belangenverstrengeling dient zich hier aan.

De raden van bestuur en raden van toezicht zijn dan ook allesbehalve onafhankelijk en objectief. Anders zou er zeker veel meer sprake zijn van pluriformiteit van het media-aanbod bij de NPO: de NOS, de NTR, de RVU en de RPO. De media, met name het publieke bestel, hebben een belangrijke controlerende functie binnen onze samenleving. Daarom moeten media onafhankelijk en in vrijheid kunnen opereren en moeten we ervoor zorgen dat die overheid, de politiek, geen invloed kan uitoefenen op benoemingen van bestuurders en toezichthouders van mediaorganisaties. Zeker ook raden van bestuur en raden van toezicht moeten bij zichzelf te rade gaan. De PVV-fractie vindt het jammer om te zien dat de minister kennelijk onmachtig is om de Mediawet te handhaven. Een links-liberale elite controleert de media. Hun wil is wet. Dat wordt helaas elke dag weer bevestigd in de programmering en in de journalistieke normen.

Voorzitter. We zijn in de veronderstelling dat we in Nederland een vrije pers hebben die zich gevrijwaard weet van politieke bemoeienis. In mijn betoog heb ik aangegeven dat de PVV-fractie daar de nodige vraagtekens bij zet. Wij hopen dat de minister en deze Kamer een en ander zouden willen overdenken, want is een onafhankelijke publieke omroep niet een essentieel onderdeel voor het garanderen van een democratische rechtsstaat?

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Kesteren. Ik wil de leden graag verzoeken om zich zo veel mogelijk op het wetsvoorstel te richten. We zijn hier niet om individuele bestuurders of andere bewindspersonen te beoordelen. Zij kunnen zich hier ook niet verdedigen. Ik zou graag zien dat u zich daar toch een beetje aan houdt.

Ik geef nu graag het woord aan de heer Janssen namens de fractie van de SP.