Plenair Jorritsma-Lebbink bij debat over Verslag van de Tijdelijke commissie voorbereiding parlementair onderzoek effectiviteit anti-discriminatiewetgeving



Verslag van de vergadering van 22 februari 2021 (2020/2021 nr. 25)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 15.23 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Jorritsma-Lebbink i (VVD):

Voorzitter. Discriminatie is volgens mij niet links en ook niet rechts. Het is van ons allemaal. Artikel 1 van de Grondwet is er niet voor niks. Daar is volgens mij ooit met algemene stemmen vóórgestemd en nog steeds is elke keer als wij wijzigingen aanbrengen in artikel 1 om het nog verder te versterken, een grote meerderheid vóór. Soms denk ik weleens: eigenlijk zouden we terug moeten. Het hoort een algemene antidiscriminatiebepaling te zijn; discriminatie mág gewoon niet in dit land.

Voorzitter. Ik zou de commissie graag willen complimenteren voor het feit dat zij in de korte tijd waarin zij dit werk heeft gedaan, toch een hele grondige analyse heeft neergelegd, ook om te bezien hoe je dit nou moet aanpakken. Want dat is iets waar wij, toen wij de motie indienden, nog niet echt over hadden nagedacht. Dat heeft u intussen wel gedaan, zou ik tegen de voorzitter en de commissie willen zeggen. Wij zijn er wel van dat wij ons daarbij beperken tot de kwaliteit en de effecten van wetgeving en beleid. Het lijkt ons heel verstandig om naar die hele keten te kijken, te beginnen bij de Grondwet, de internationale verdragen, dan de functionele en sectorale wetten, dan het beleid en dan — want dat hoort er ook bij — de ervaringen van burgers. Het onderwerp is nog steeds een mer à boire. Als ik iedereen hier zo hoor, dan kan het ook weer een mer à boire worden als we alle wensen gaan honoreren, alhoewel ik denk dat heel veel van die wensen best passen in de keuzes die de commissie gemaakt heeft.

De commissie heeft gekozen voor drie sectoren en één organisatie. Ik krijg daar graag nog uitleg over. Ik zou namelijk graag willen weten hoe de commissie tot deze keuze is gekomen. Arbeidsmarkt, onderwijs en sociale zekerheid zijn echt sectoren van beleid, terwijl de politie één organisatie is. Dat ligt toch ietsje anders. Maar ik ben natuurlijk wel nieuwsgierig hoe ook daar ervaren discriminatie op allerlei terreinen aan de orde is. Dat kan zijn leeftijdsdiscriminatie, dat kan zijn hoe de politie het ervaart als ze meldingen krijgen van homoseksuele mensen die niet meer alleen op straat durven lopen of met z'n tweeën hand in hand. Over dat type gaat het. Het gaat over de vraag hoe mensen het ervaren en wat wij kunnen doen om dat tegen te gaan. Wat kunnen wij als wetgever doen om dat tegen te gaan? Of ligt het helemaal niet bij ons? Ik vind dat juist een heel interessante en belangrijke vraag, want wij maken wetten die uitgevoerd moeten worden.

Ten slotte kan de VVD-fractie zich ook heel goed vinden in het voorstel om de commissie niet te groot te maken. Ik zou wel mee willen geven: probeer die commissie wel heel divers te maken. Dan heb ik het niet alleen over man-vrouw, dan heb ik het ook over links-rechts. Zorg dat het schuurt in de commissie. Daar moeten forse discussies plaatsvinden. Ik hoop dus dat degenen die vandaag zo kritisch zijn in dit debat, toch willen leveren voor de commissie, want dat is belangrijk.

Wat mij betreft mag de commissie zo snel mogelijk worden ingesteld. Ik ben heel blij dat ook over de kosten transparantie is gehanteerd. Zo hoort het. Ik kan u zeggen, in dit huis wordt elke dag gevraagd om onderzoek te plegen en meestal vraagt men dan niet naar de kosten. Ik ben blij dat de commissie dat gewoon zelf heeft aangegeven.

Dank u wel, voorzitter.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Jorritsma. Dan is het woord aan de heer Van Kesteren, die zal spreken namens de fractie van het CDA.