Plenair Adriaansens bij behandeling Bedenktijd bestuur beursvennootschap



Verslag van de vergadering van 16 maart 2021 (2020/2021 nr. 29)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 9.29 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

Mevrouw Adriaansens i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Complimenten aan mijn voorgangers. Ik moet zeggen dat beiden zeer gedreven hun betoog hebben neergezet. Het is overigens jammer dat er zo weinig sprekers zijn, maar van u beiden heb ik genoten.

Voordat ik begin wil ik graag aangeven dat ik commissaris ben bij PGGM, een coöperatieve pensioenbelegger, en dat ik geen invloed heb op het beleggingsbeleid; het vermogensbeheer is namelijk in een aparte vennootschap ondergebracht en er is ook een aparte raad van commissarissen. Maar voor de volledigheid wil ik die transparantie hier wel hebben. Overigens is mijn inbreng met de VVD-fractie besproken en de fractie staat ook achter deze inbreng.

Voorzitter. Wij proberen in Nederland alles zo goed mogelijk te regelen en ongewenste invloeden uit te sluiten, maar soms schieten we daarin door, zoals met dit wetsvoorstel. Mijn fractie heeft vragen bij de noodzakelijkheid en de proportionaliteit van dit wetsvoorstel. We vragen ons dan ook af of dit wetsvoorstel niet strijdig is met het Europese recht, namelijk het vrije verkeer van kapitaal. Vaak reageren we in Den Haag op incidenten, zoals de vorige sprekers ook al hebben aangegeven en zoals ook hier het geval is. Met name in 2017 speelde de eventuele overname van Unilever en AkzoNobel. De bestaande agenderings- en oproepingsrechten van de aandeelhouders zouden onvoldoende bescherming bieden tegen activistische aandeelhouders en tegen vijandige overnames en er kwam een roep om het creëren van rust. AkzoNobel wendde zich tot de Ondernemingskamer, die AkzoNobel overigens in het gelijk stelde. De rechter weigerde Elliott en York Capital de machtiging om die aandeelhoudersvergadering bijeen te roepen. Elliott en York Capital wilden in die vergadering praten over een eventuele overname door het Amerikaanse PPG, maar de Ondernemingskamer zag onvoldoende aanleiding tot het nemen van stappen tegen AkzoNobel. Overigens verkocht AkzoNobel in 2018, het jaar daarna, wel de chemietak en ging de opbrengst in ruime mate naar de aandeelhouders. Dus er is wel enige beweging veroorzaakt door dit gedoe van Elliott en York Capital. Op basis van de bestaande wet- en regelgeving kon dus wel degelijk weerstand worden geboden aan een ongewenst overnamebod. De rechter bepaalde overigens wel dat AkzoNobel de aandeelhouders beter had moeten informeren, maar dit terzijde.

Maar de geest was uit de fles en de wens om een bedenktijd in te lassen en rust te creëren kwam zelfs in het regeerakkoord en dus ook vervolgens in het wetsvoorstel dat hier voorligt. Maar net zoals de heer Otten en de heer Frentrop al aangaven, zijn er voldoende beschermingsmiddelen voor bestuurders om rust te creëren als er sprake is van een ongewenst overnamebod. Ik noem er een aantal. Er is de weg van de Ondernemingskamer; dat is de weg die AkzoNobel in 2017 heeft gekozen.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Mevrouw Adriaansens heeft haar betoog natuurlijk nog niet afgerond, maar ik hoorde al een aantal zaken die mij als muziek in de oren klonken. Hoor ik nu een vorm van voortschrijdend inzicht bij de VVD dat dit misschien toch iets te snel door de Tweede Kamer is gegaan en achteraf eigenlijk helemaal niet zo'n goed plan is?

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Ik zag u al heel blij kijken toen ik wat kritische kanttekeningen plaatste. Volgens mij is het onze taak om heel goed te kijken naar de noodzaak en de proportionaliteit van een wetsvoorstel en ik heb er nog steeds enige vragen over. Hoe we uiteindelijk gaan stemmen, zal na afloop van dit debat dan duidelijk worden.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Een andere beschermingsmaatregel is het uitgeven van preferente en prioriteitsaandelen en het certificeren van aandelen, welke middelen ter bescherming kunnen dienen. Ook kunnen in de statuten bepalingen worden opgenomen die het voor aandeelhouders moeilijk maken om eigen kandidaten voor te dragen voor besturen en de raad van commissarissen en om bestuurders of commissarissen te ontslaan, zoals ook de heer Frentrop al zei.

Verder verbiedt de Nederlandse wet misbruik van macht door aandeelhouders. Artikel 8 van Boek 2 bepaalt dat men zich redelijk en billijk moet gedragen. In artikel 13 van Boek 3 is bepaald dat je geen misbruik mag maken van je bevoegdheid. Bovendien bestaat er met de responstijd van de corporategovernancecode, die we namelijk ook nog hebben, een middel om agenderingen door aandeelhouders af te houden. In de zaak Cryo-Save heeft de Ondernemingskamer aangegeven dat die responstijd effectief kan zijn. Mijn fractie verneemt dan ook heel graag van de minister waarom deze beschermingsmaatregelen onvoldoende zijn.

Voorzitter. Mijn fractie ziet ook risico's van dit wetsvoorstel. We ondersteunen het doel van het wetsvoorstel; laat dat helder zijn. Er moet een zorgvuldige besluitvorming plaatsvinden en de belangen van de onderneming en de stakeholders moeten voldoende worden meegenomen. Het is echter wel de vraag of het wetsvoorstel dat hier voorligt daarvoor het juiste middel is. Het wetsvoorstel kan namelijk ook schade toebrengen aan het vestigingsklimaat in Nederland. De minister geef ook zelf toe dat er een effect kan zijn op het investeringsklimaat. In de memorie van toelichting is dat genoemd op bladzijde 13. Mijn fractie maakt zich echt zorgen over deze mogelijke negatieve gevolgen. We moeten ons realiseren dat 90% van de aandelen in beursvennootschappen wordt gehouden door buitenlandse aandeelhouders. Dat is geen vanzelfsprekendheid, want zij kunnen er ook voor kiezen om ergens anders te investeren.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik hoop dat er nog tijd is voor een vraag. Het is heel goed dat mevrouw Adriaansens het vestigingsklimaat opbrengt. Daarover hebben we indertijd heel veel gehoord als argument van de premier bij het afschaffen van de dividendbelasting. Ik ontkracht dat dat een bepalende factor was voor het vestigingsklimaat. Is mevrouw Adriaansens het met mij eens dat voor grote concerns met grote groepen internationale aandeelhouders het regime van corporate governance, zoals in het Verenigd Koninkrijk met de Take-over Code maar ook in het Nederlandse regime, een hele bepalende factor is voor de keuze van een vestigingsplaats?

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Zoals ik net ook aangaf, speelt dat zeker een hele belangrijke rol voor de aandeelhouders om een beslissing te nemen om te investeren. We moeten ook zuinig zijn omdat we een klein landje zijn en we moeten daar niet al te gemakkelijk mee omgaan. Dus je moet die zaken goed tegen elkaar afwegen, jazeker.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ja, maar in de praktijk heeft een heleboel activiteit het land al verlaten. We hebben Unilever gezien. Er was altijd sprake van een Dutch discount. Die is misschien een beetje ingehaald sinds dit wetsvoorstel is ingediend. Daarom is dit wetsvoorstel waarschijnlijk ook een beetje achterhaald, maar die discount wordt nu mega terug-geïntroduceerd als deze wet wordt aangenomen. Is de VVD dat met mij eens?

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Volgens mij is de hamvraag wat het effect gaat zijn van deze wet. Er wordt een bepaald effect beoogd, namelijk meer bescherming en zorgvuldige afweging, tijd en rust creëren om met alle stakeholders in overleg te gaan. De vraag is of de impact daarvan niet ook negatieve gevolgen kan hebben. U presenteert het als een logica; ik vraag me dat nog af. Maar wij denken wel dat je het moet onderzoeken.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik heb toch, zoals ik zei, 30 jaar van mijn leven aan dit vakgebied besteed. Vandaar ook mijn enthousiasme voor dit onderwerp, omdat het gewoon heel belangrijk is. Het onttrekt zich denk ik aan het zicht van heel veel mensen, ook in de politiek, maar op de internationale hoofdkantoren en bij de grote financiële instituties, banken en wereldwijd opererende investment banks wordt dit heel goed geanalyseerd voordat men zich ergens vestigt. Als je je huis te koop zet en je moet als koper 250 dagen wachten, dan ga je een ander huis kopen. Zo wordt daar natuurlijk ook gedacht. Dat bent u toch met mij eens?

Mevrouw Adriaansens (VVD):

De heer Otten en ik zijn dit volledig met elkaar eens, wat op zich wel een hele fijne constatering is een keer.

De voorzitter:

U vervolgt uw betoog.

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Deze buitenlandse investeringen dragen bij aan de groei van de Nederlandse economie, zoals ook de heer Otten net aangaf. Dat doen zij door te participeren in deze bedrijven. Dit creëert werkgelegenheid voor werknemers en leveranciers. Wanneer we te veel hobbels opwerpen voor deze investeerders, blijven ze weg, en dat terwijl niet duidelijk is wat nu eigenlijk de voordelen zijn. Mijn fractie zou graag de reactie van de minister vernemen op de verwachte financiële gevolgen van deze maatregelen.

Voorzitter. Nederland is een heel mooi land, met grote ambities, maar qua omvang zijn we klein. Mijn fractie vraagt zich dan ook af of dit wetsvoorstel past in de ontwikkeling van de Europese kapitaalmarktunie. De kapitaalmarktunie moet het voor beleggers gemakkelijk maken om te beleggen in bedrijven buiten hun land. De barrières voor internationale investeringen moeten verdwijnen, zodat we de economische groei kunnen stimuleren. Maar dit wetsvoorstel zou mogelijk een barrière kunnen opwerpen. Graag vernemen we de reactie van de minister hierop.

Voorzitter. Volgens aanwijzing 2.2 van de Aanwijzingen voor de regelgeving is vereist dat er voldoende zekerheid bestaat dat de voorgestelde regeling zal leiden tot oplossing van het probleem en dat er geen minder bezwarende alternatieven zijn. Het wetsvoorstel is gebaseerd op de veronderstelling dat kortetermijnbelangen zoals het behalen van winst slecht zijn, maar dat is niet onomstotelijk aangetoond. Bovendien hoeft de druk om op de korte termijn resultaten te laten zien niet per definitie slecht te zijn. Er is namelijk ook geen bewijs dat daarmee de langetermijnwaardecreatie onder druk komt te staan. Maar het omgekeerde geldt ook; kijk bijvoorbeeld naar de waardering van Tesla, dat met een hele lage winst bizar hoge koersen noteert. Dat suggereert juist het tegendeel van de stelling dat het bij aandeelhouders alleen om kortetermijnwinsten gaat.

Mijn fractie zou het op prijs stellen als de minister wil aangeven welk probleem nu eigenlijk wordt opgelost en waarom deze wet dan de oplossing is. Het gaat hier namelijk ook nog eens over regelend recht. De vennootschap kan de bedenktijd immers statutair uitsluiten. Het wetsvoorstel gaat dan dus leiden tot aanpassing van de statuten, en vervolgens blijft alles bij het oude.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik was verrast door de opmerking over de waardering van Tesla. Dat is natuurlijk een aan de NASDAQ genoteerd bedrijf in de Verenigde Staten. Ik begreep niet goed wat u daarmee bedoelde in het licht van dit wetsvoorstel. Kunt u mij dat toelichten?

Mevrouw Adriaansens (VVD):

De hele lijn van het wetsvoorstel en de onderbouwing ervan zijn erop gebaseerd dat aandeelhouders vooral gericht zijn op kortetermijnbelangen. Er zijn een heleboel voorbeelden te noemen, met name bij techbedrijven, dat dat niet zo is en dat daar juist de verwachting op langere termijn doorslaggevend is. Dat probeer ik daarmee te ontkrachten.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Oké, zo moet ik dat begrijpen. Ik begreep het voorbeeld niet helemaal.

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Dat was even out of the box.

De heer Otten (Fractie-Otten):

Ik ben het met mevrouw Adriaansens eens dat de financiële markten dat heel zorgvuldig kunnen afwegen. Dat klopt.

Mevrouw Adriaansens (VVD):

Ja, dat was de boodschap, exact. Ik zei net dat het ook over regelend recht ging. Dit alles overziend is het de vraag wat dit wetsvoorstel nu eigenlijk oplevert, behalve negatieve pr voor investeerders.

Voorzitter. Een ander punt waar mijn fractie vragen bij heeft, is de voorgestelde ontslagbescherming voor bestuurders en commissarissen. Het is niet duidelijk waarom deze groep daar nu juist zo'n behoefte aan heeft. Mijn fractie verneemt graag van de minister waarom deze extra ontslagbescherming gewenst is.

Een laatste aandachtspunt is het vrije verkeer van kapitaal en vestiging. Deze wet is mogelijk strijdig met het Europese recht, zoals ook de Raad van State aangeeft. De Raad van State zegt het als volgt: "Door de wettelijke mogelijkheid te bieden van een bedenktijd, kan het investeren in een Nederlandse beursgenoteerde vennootschap minder aantrekkelijk worden gemaakt. Daarmee wordt aan het vrije verkeer van kapitaal en vrijheid van vestiging geraakt." Het Europese recht staat dit soort beperkingen toe als die beperkingen noodzakelijk en proportioneel zijn voor het doel. Hiervoor heb ik aangegeven dat mijn fractie zich afvraagt of de belemmeringen die dit wetsvoorstel met zich meebrengt, noodzakelijk en proportioneel zijn. Als het antwoord daarop nee is, zou deze regeling daarmee mogelijk strijdig zijn met het Europese recht. Graag de reflectie van de minister hierop.

Voorzitter. Kortom, mijn fractie vraagt zich af of dit wetsvoorstel ons gaat helpen. Wij zien uit naar de reactie van de minister.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Adriaansens. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval.

De beraadslaging wordt geschorst.

De voorzitter:

Ik schors de vergadering tot ongeveer 10.15 uur, in afwachting van de initiatiefnemer, de heer Nijboer, en de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties.