Plenair Koole bij behandeling Goedkeuring van het eigenmiddelenbesluit van de Raad van de Europese Unie



Verslag van de vergadering van 18 mei 2021 (2020/2021 nr. 37)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 16.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Koole i (PvdA):

Dank u wel, voorzitter, en welkom op het rostrum. Ook een speciaal welkom aan de heer Ester. Ik zie hem nu even niet, maar ik ben ook blij dat hij weer terug is na zijn ziekte.

Voorzitter. De nu al bijna anderhalf jaar durende coronacrisis maakt een besluit over de eigen middelen van de Europese Unie bijzonder, niet alleen vanwege de bijzondere tijden waarin we leven, maar ook omdat het EMB er dit keer heel anders uitziet dan gebruikelijk. Het is immers uitgebreid met het herstelinstrument NextGenerationEU, waarvan de Recovery and Resilience Facility, RRF, het leeuwendeel uitmaakt: 672 van de 750 miljard. Naast de nationale herstelplannen is er dus dit Europese herstelinstrument.

De leden van de Partij van de Arbeidfractie verwelkomen deze uitbreiding. In tijden van crisis zijn plannen voor herstel en veerkracht natuurlijk zeer gewenst. De regering zelf spreekt van de noodzakelijke solidariteit tussen landen die in deze bijzondere tijden gewenst is. De Partij van de Arbeid is zeer voor het betonen van solidariteit op Europese schaal. Bovendien is het doel van dit herstelinstrument, bij te dragen aan de groene en digitale transities van de economieën van de lidstaten. Daarin kunnen wij ons zeer vinden.

Toch bekruipt me het ongemakkelijke gevoel dat de uiteindelijke realisatie van de RRF wel erg lang duurt. Tegelijkertijd kun je je afvragen of inmiddels niet eigenlijk al de volgende stappen zouden moeten worden gezet. De Partij van de Arbeid is daarom voor het spoedig stemmen over dit voorliggende voorstel.

De 750 miljard van het herstelinstrument is gebaseerd op een zogeheten needs assessment van de Europese Commissie van mei 2020. De Commissie ageerde daarmee destijds voortvarend op de ontstane crisis, en de druk die het Europees Parlement daarbij uitoefende hielp daarbij. In dat assessment worden de economische gevolgen van de COVID-19-crisis voor regio's en sectoren en de financierings- en investeringsbehoeften beschreven. Zo kwam men uit op die 750 miljard. Inmiddels zijn we een jaar verder. Mijn vraag aan de minister is dan ook of hij de uitkomsten van dat needs assessment nog steeds actueel vindt. Hoe verhouden de inmiddels opgetuigde nationale herstelfondsen zich tot het Europese herstelinstrument?

Tegelijkertijd duurt de coronacrisis langer dan men in het voorjaar van 2020 hoopte of kon voorzien, en daarmee ook de effecten daarvan op de Europese economieën. Noopt dit niet tot het nu reeds nadenken over een vervolg op de RRF, zo vraag ik de minister, ook al moeten de middelen van de RRF nog op de financiële markt worden opgehaald en uitgekeerd aan de lidstaten? Is de regering het met de leden van de Partij van de Arbeidfractie eens dat na de coronacrisis niet zomaar kan worden teruggegaan naar de status quo ante en dat dus ook opnieuw naar de voorwaarden van het Stabiliteits- en Groeipact, die nu tijdelijk zijn losgelaten, zal moeten worden gekeken?

Voorzitter. Er is al veel gezegd over het bijzondere karakter van het Europese herstelinstrument als aanvulling op het reguliere MFK. Het herstelfonds wordt niet gefinancierd uit de eigen middelen van de Europese Unie, maar uit middelen die worden opgehaald op de kapitaalmarkt. Van de 750 miljard zal 390 miljard aan de lidstaten worden verstrekt in de vorm van subsidies en 360 miljard in de vorm van leningen. Dat is een historische stap; het is al vaker genoemd.

De regering is er trots op dat zij met een aantal andere lidstaten het aandeel leningen heeft kunnen verhogen ten koste van het aandeel subsidies. Wij zijn daar minder trots op. In deze bijzondere tijden van een coronacrisis had er naar ons oordeel wel wat meer souplesse mogen worden betracht. Uiteindelijk heeft de regering het aanwenden van middelen afkomstig van de kapitaalmarkt ten behoeve van het verstrekken van subsidies wel aanvaard, zij het met een beroep op het bijzondere en tijdelijke karakter van de coronacrisis. Als dat principe dan toch onder die bijzondere omstandigheden is aanvaard, waarom dan de solidariteit niet wat ruimhartiger toegepast, vraag ik de minister. Dit ook al, omdat de positie van Nederland binnen Europa er niet beter op is geworden door de wel heel steile opstelling van Nederland in deze kwestie. Bovendien is het in ons eigen belang. Wij moeten niet denken dat wij in Nederland rijk worden of blijven als de economie in het zuiden van Europa instort. Italië is het zesde exportland, om maar eens iets te noemen. De heer Ester wees daar ook al op, en hij noemde ook Spanje.

Mijn fractie erkent overigens, met de regering, dat het aanwenden van kapitaalmarktmiddelen voor beleidsuitgaven haaks staat op het idee zoals vastgelegd in artikel 4 van het eigenmiddelenbesluit, waarin staat dat beleidsuitgaven uitsluitend met eigen middelen mogen worden gefinancierd, en niet met leningen op de kapitaalmarkt. Tegelijk zijn we het met de regering eens dat de bijzondere omstandigheden een uitzondering op de regel rechtvaardigen, zoals mogelijk is op basis van artikel 5 van het EMB.

Maar, zo vraag ik de minister, waarom draalt de regering zo met het indienen van een pakket aan hervormingsmaatregelen en investeringsplannen? Hier is vandaag al vaker over gesproken. Nederland kan een claim tot 6 miljard euro indienen. En dat geld kunnen we goed gebruiken, bijvoorbeeld voor de energiemaatregelen voor de burgers. Denk aan maatregelen voor woningen of voor de industrie. Op deze manier hoeven deze kosten niet te worden opgebracht door verhoging van de binnenlandse belastingen. In het debat is al vaak gezegd: ja, maar het kabinet is demissionair. Maar er is ook gezegd: dat hoeft helemaal geen probleem te zijn. Met dat laatste ben ik het eens. Het lenteakkoord is genoemd. Er is ook gezegd: maar het parlement is niet demissionair. Ik wil er ook op wijzen dat in het verleden, tijdens de financiële crisis, de voorganger van de huidige minister van Financiën Spanje erop wees met maatregelen te komen en plannen in te dienen toen de regering in dat land demissionair was. Dus de demissionaire status is absoluut geen beletsel om met plannen te komen.

Kan de minister aangeven hoe het op dit moment staat met de voorbereidingen van het Nederlandse pakket aan maatregelen en plannen in het kader van de RRF? Welke maatregelen is het kabinet van plan om in dit pakket op te nemen? En hoe verhouden die zich tot de dwingende aanbevelingen van de Europese Commissie, bijvoorbeeld ten aanzien van de hoge schuldenlasten van de Nederlandse huishoudens? En begrijpt de minister de boosheid die er in andere landen is omdat wij hun mogelijkheden om eerlijke bedrijfsbelastingen te heffen, ernstig hebben uitgehold door belastingontwijking via ons land? Welke concrete maatregelen stelt het kabinet op het punt van de belastingontwijking voor aan de Europese Commissie?

Belangrijk is bovendien dat het geld dat op basis van de RRF wordt verkregen, ook op tijd wordt besteed. Het is dus niet alleen van belang dat plannen snel worden ingediend. Nederland is al erg laat met dat indienen van plannen. Er moet echter ook voor worden gezorgd dat het geld op tijd kan worden besteed. Kan de minister garanderen dat de nog door Nederland binnen te halen RRF-middelen ook tijdig kunnen worden uitgegeven? Wat is hiervoor de deadline?

Voorzitter. Het Europees herstelinstrument is aanvullend op het eigenlijke eigenmiddelenbesluit, maar ook daarin zitten nieuwe elementen. De belangrijkste daarvan is naar ons oordeel de invoering van de afdracht op het gewicht van niet-gerecycled kunststof verpakkingsmateriaal. Zo wordt het genoemd, maar een makkelijkere aanduiding is "plastictaks". Het mag van de regering echter niet zo heten, want zij stelt dat er van nieuwe Europese belastingen geen sprake is met voorliggend voorstel. Kan de minister nog eens uitleggen waarom deze afdracht geen belasting mag worden genoemd?

En nu we het daar toch over hebben: kan de minister aangeven hoe het staat met de voorbereiding van de invoering van een koolstofheffing aan de grenzen? De plannen daarvoor zouden immers dit voorjaar moeten worden gepubliceerd. En kan de minister tevens aangeven hoe het staat met de voorbereidingen van de door de Europese Commissie voorgestelde financial transaction tax en de digital services tax?

Voorzitter. Hoezeer de PvdA-fractie voorliggend voorstel ook verwelkomt, zij staat niet te juichen. Natuurlijk verwelkomen wij de totstandkoming van de MFK-rechtsstaatverordening, maar het werkingsgebied had wel wat uitgebreider gemogen. En onze fractie is het met de regering eens dat er in het MFK te weinig is veranderd op het gebied van het gemeenschappelijk landbouwbeleid. Dat is een gemiste kans om de landbouw te vergroenen. En het is ten koste gegaan van wetenschap en onderzoek. Dat betreuren wij zeer.

Voorzitter. In deze roerige tijden, waarin ook geopolitieke spanningen het belang van een eensgezind optreden van de Europese Unie meer dan ooit noodzakelijk maken, is het tonen van onderlinge solidariteit van groot belang. Dit bijzondere eigenmiddelenbesluit, met het Europese herstelinstrument, is daarom hard nodig. In de vormgeving had ze volgens onze fractie wel wat solidairder mogen zijn, dat neemt niet weg dat met dit voorstel een belangrijke stap wordt gezet. Ik voeg eraan toe, naar aanleiding van het debat van eerder: kan de minister aangeven dat als de beide Kamers dit plan hebben aanvaard, de regering zo spoedig mogelijk na aanname door het parlement de notificatie zal plegen richting Brussel? Kan de minister aangeven op welk moment die notificatie zal plaatsvinden?

Wij zien uit naar de beantwoording van onze vragen. Dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Koole, op de seconde in de tijd. U maakt mij het werk, voor de eerste keer hier zittend, wel heel erg makkelijk. Dan geef ik het woord aan de heer Kox, namens de SP.