Verslag van de vergadering van 18 mei 2021 (2020/2021 nr. 37)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 21.20 uur
De heer Essers i (CDA):
Voorzitter. Ook ik dank de minister voor de heldere beantwoording. Ik ben blij dat hij ten aanzien van het herstelinstrument niet heeft gezegd "eens maar nooit weer". Hij geeft het een eerlijke kans. Hij kijkt naar de resultaten die zullen worden geboekt met dit fonds, dat nadrukkelijk is gekoppeld aan een zeer ernstige crisis, en hij zegt: als dat leidt tot hervormingen en investeringen in ruil voor de financiële investering, dan is het die volledig waard. Ik voeg eraan toe: dan is het het ook waard om er verder over na te denken of we niet zo'n herstelinstrument op structurele wijze zouden moeten hanteren.
Het is duidelijk dat de financieringsbehoefte van de Europese Unie alleen maar toeneemt. Daarom is het ook niet toevallig dat de voorstellen voor nieuwe belastingen over elkaar heen tuimelen. We moeten onze ogen daar niet voor sluiten. Het hoeft ook niet per se een bedreiging te zijn maar we moeten wel goed nadenken over de criteria waarbinnen we die eventuele nieuwe belastingen zullen accepteren. Ik heb gezegd dat het subsidiariteitsbeginsel daarbij heel erg belangrijk is, maar ook wat wel eens wordt samengevat als het beginsel "no taxation without representation". Als je je verdiept in de ontstaansgeschiedenis van dat beginsel dan kom je er achter dat het in het begin — de heer Van Ballekom noemde de Tiende Penning van Alva — een heel andere betekenis had. Toen was het meer "no taxation without consent". Er was een kleine elitegroep die de macht had om het verzoek van de koning of de keizer wel of niet te accepteren. Dat is heel iets anders dan eisen dat de burgers in een land die vertegenwoordigd worden in een parlement, beslissen over de belastingen. Dat wordt ook geïllustreerd, want toen de Spanjaarden eenmaal verslagen waren, werd een heffing ingevoerd die nog veel ernstiger was dan de Tiende Penning van Alva, maar dat werd wel geaccepteerd door de elite.
Ik ben heel erg benieuwd hoe de minister de functie ziet van artikel 116. De democratie is tegenwoordig belangrijk. De vraag is of je dan toch niet na moet denken over de mogelijkheid van een gekwalificeerde meerderheid als het gaat om die belastingen. Aan de andere kant moet je ook voorkomen dat er te makkelijk over de standpunten van minderheden heen wordt gewalst. Artikel 116 van het verdrag inzake de werking van de Europese Unie is in dat verband een heel belangrijke bepaling. Alleen, die is nog nooit in werking getreden. Maar ik geef u op een briefje dat de Europese Unie door die grotere financieringsbehoefte er echt over nadenkt om dit te gaan doen. Dan is het wel belangrijk dat we er van tevoren heel goed over hebben nagedacht. Dus ik vraag nogmaals hierover het standpunt van de minister.
Tot slot. Ik zal mijn fractie adviseren om zowel de ratificatie als de notificatie van dit eigenmiddelenbesluit goed te keuren en het daarbij niet afhankelijk te maken van het standpunt van een land als Hongarije. Hoezeer ik ook de gedachtegang en de zorg van de heer Van Ballekom begrijp, denk ik dat de heer Orbán alleen maar blij is dat die nu nog een keer bevestigd wordt in zijn positie. We moeten volmondig hier achter gaan staan. Meneer Van Ballekom, u heeft zelf ook gezegd dat u achter dat eigenmiddelenbesluit staat. Dat moeten we dan ook duidelijk maken aan de buitenwereld. Het doet ook recht aan de inzet van de minister-president en de regering om dit herstelinstrument voor elkaar te krijgen. Dan moeten we dat voor 1 juni kunnen accepteren.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Essers. Daarmee bent u aan het eind van uw inbreng?
De heer Essers (CDA):
Ja.
De heer Van Ballekom i (VVD):
Ik ben het er helemaal mee eens dat als wij hier gaan stemmen over het eigenmiddelenbesluit, de regering dan de dag daarop kan meedelen aan de voorzitter van de Raad dat er met de inhoud van het besluit geen enkel probleem is. Maar zoals de heer Backer de VVD ervan beschuldigde dat wij de verkeerde vrienden uitkiezen, zoals de heer Orbán, de Poolse premier en de AfD, denk ik dat het juist andersom is. Wij willen niet gechanteerd worden door mensen die onze vrienden niet meer zijn. Dat is het punt. Dus we kunnen morgen of volgende week aan het eind van de dag zeggen: voorzitter van de Europese Raad, Nederland heeft geen enkel probleem met het eigenmiddelenbesluit, inhoudelijk is dat keurig, maar we willen met de notificatie wachten totdat elk chantagemiddel van tafel is, want daar geven we ons niet aan over. Want inderdaad, meneer Backer, het zijn onze vrienden niet.
De voorzitter:
Maar wat is nu uw vraag aan meneer Essers, meneer Van Ballekom? Want u bent aan het interrumperen op meneer Essers.
De heer Van Ballekom (VVD):
Dat wilde ik nog even aan commentaar toevoegen: het verschil tussen notificatie en ratificatie.
De voorzitter:
Ah, dit was uw derde termijn.
De heer Van Ballekom (VVD):
Ja, dit was mijn derde termijn.
De heer Essers (CDA):
Ik interpreteer het als een vraag. Die chantagemogelijkheid bestaat altijd. Dat heeft u zelf ook gezegd. Dus of wij nou wel of niet notificeren, dan nog zijn we afhankelijk van de grillen van zo'n land; zo is het systeem nou eenmaal. Dat kunt u niet vermijden. Ik snap uw redenering en ik deel uw zorg, maar voor mij kiest u dan het verkeerde middel om die zorg te pareren.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Essers. Dan is ten slotte in deze termijn het woord aan de heer Van Rooijen namens de fractie van 50PLUS.
Wilt u een mondkapje opzetten als u zich door de zaal voortbeweegt? Dank u wel.
Het woord is aan de heer Van Rooijen. Die opmerking was overigens niet aan uw adres, hoor.