Plenair Van Dijk bij behandeling Coronatoegangsbewijzen / Quarantaineplicht voor inreizigers / Maatregelen COVID-19



Verslag van de vergadering van 25 mei 2021 (2020/2021 nr. 38)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 11.53 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Dijk i (SGP):

Dank u wel, voorzitter. Ik ga mijn collega's Karakus en Keunen nog niet feliciteren met hun maidenspeech. Ik wil eerst even horen wat voor verhaal ze gaan houden. Ik wens ze natuurlijk alvast wel veel succes daarbij.

Voorzitter. Een koning mag niet te veel paarden aanschaffen. Dat is een concreet voorschrift uit het bijbelboek Deuteronomium. Paarden betekenden macht. Te veel macht concentreren bij de koning, bij de overheid zouden we zeggen vandaag, is niet zomaar goed, zo zegt dit bijbelgedeelte. Macht kan ontsporen en verslavend werken. En het blijkt moeilijk om er op een gegeven moment weer afstand van doen. Dat is best een tijdloze les, zeker nu we zijn aanbeland in een tijd waarin de overheid beslist dat het voor mij kennelijk essentiëler is om een vrouwenlichaam te kunnen huren dan om naar een schilderij te kijken.

Volgens oud-president van de VS, Ronald Reagan, waren de engste woorden die je als burger kon vernemen: ik ben van de overheid, en ik kom u helpen. Een oneliner waarop uiteraard het nodige is af te dingen, zeker in tijden waarin de volksgezondheid acuut wordt bedreigd. Toch schuilt achter deze zin een diepe waarheid. De overheid moet haar grenzen kennen. Het is niet per definitie socialer of veiliger om zo veel mogelijk verantwoordelijkheden toe te kennen aan de overheid. Opeenhoping van macht is voor ieder instituut riskant. Achter elk instituut schuilen immers mensen, die niet als vanzelf zijn aangelegd op het goede. Juist de zondigheid en onvolmaaktheid van mensen moet ons principieel voorstander maken van democratie en machtenspreiding.

Gezien de routeplanner van het kabinet zijn we op weg naar de uitgang van de pandemie. Steeds meer mensen hebben het ziekteproces doorlopen of worden ingeënt. Het einde komt dichterbij, zo is de inschatting. Ik verwijs natuurlijk ook naar de gunstige cijfers. Gelukkig, vanuit het oogpunt van de zorg, maar ook vanuit sociaal en economisch oogpunt. Het is ook gelukkig vanuit een ander gezichtspunt. De overheid heeft het afgelopen jaar immens veel verantwoordelijkheden en bevoegdheden naar zich toegetrokken. Noodzakelijk vanwege de volksgezondheid, maar diep ingrijpend voor de persoonlijke levenssfeer en de persoonlijke vrijheden. Daaraan mogen we niet wennen.

Vanuit de SGP zien wij de overheid als dienares van God; een hoge roeping. Maar een overheid kan ook een schadelijke albedil worden en haar bevoegdheden overschrijden, met een beroep op een hoger doel. Zij kan boven haar macht grijpen ten koste van de burger en zijn vrijheden, maar ook van bijvoorbeeld kerken. Daarom is het bij uitstek een verantwoordelijkheid van het parlement om er scherp op toe te zien dat het uitzonderlijke geen regel wordt. Zodra de situatie het toelaat, moet de overheid terugtreden. Dat laatste gaat niet automatisch, integendeel.

Bijzonder is dat het kabinet nu, met de haven in zicht, opnieuw met forse wetgeving en maatregelen komt, die grondrechten inperken en hoge kosten met zich brengen. Voor een korte periode. Althans, dat is de hoop. We weten best hoe rekbaar het begrip "tijdelijk" is. En dan de kosten! Waarom steekt het kabinet die befaamde één miljard euro niet in ic-bedden, gezondheid en preventie? Ik verwijs ook naar het recente manifest van ziekenhuizen, zorgverzekeraars en artsen die de investering in testevenementen "een kostbare impulsaankoop" noemen. Komen de huidige voorstellen niet als de befaamde mosterd na de maaltijd? Ook op dit moment, nu we de testwet bespreken, spoelt het geld voor de testsamenleving weg. De betrokken commerciële testbedrijven worden niet betaald per verrichte test, maar slechts voor beschikbaar gestelde capaciteit. Hoe valt te verdedigen dat commerciële partijen al sinds 1 mei jongstleden worden betaald voor diensten die niet worden afgenomen? Klopt het dat die partijen zelf juist wel per uitgevoerde test betaald wilden worden? Graag nadere uitleg over deze bijzonder filantropische financieringsconstructie vanuit VWS.

Voorzitter. Het voorgaande maakt dat de SGP kritisch staat voorgesorteerd ten opzichte van de onderhavige voorstellen. Heeft het kabinet, ook zonder de nieuwe voorstellen, al geen royale gereedschapskist ter beschikking om ons door de pandemie te leiden?

Voorzitter. De Afdeling advisering van de Raad van State merkt naar aanleiding van het wetsvoorstel quarantaineplicht op dat de noodzaak, de proportionaliteit en de effectiviteit van de quarantaineplicht onvoldoende vaststaan in het licht van de verregaande inbreuken die het maakt op een aantal grondrechten. Wat de SGP betreft staat deze kritiek op het wetsvoorstel nog als een huis. Deze kritiek wordt bepaald niet malser als we hierbij expliciet de handhaving van de maatregelen betrekken. Erkent de minister dat er op deze terreinen niet wezenlijk tegemoet is gekomen aan het negatieve oordeel van de Raad van State?

Zo wordt er gecontroleerd via belteams: goedemorgen, u spreekt met de overheid en ik wil graag controleren of u thuis bent. Je zou zomaar verlangen naar een drastische uitbreiding van het bel-me-nietregister.

Voorzitter. Controle via belteams, maar wie niet bereikbaar is, krijgt geen boete. En voor het wegverkeer heeft de politie subiet aangegeven dat ze geen extra mensen hebben voor handhaving van de quarantainewet. Ik noem uiteraard ook de hartenkreet van de VNG dat de sliert aan coronaregels zowel voor burgers en bedrijven als voor de handhavers niet meer te behappen is. De handhaving is niet sluitend meer te krijgen, zo waarschuwt de VNG. Ze voegt hieraan toe dat invoering van de beoogde testsamenleving gaat leiden tot een belangrijke tweedeling. Leggen de ministers deze kreet dan gewoon naast zich neer? Hebben we nog steeds niet geleerd hoe essentieel uitvoerbaarheid en handhaafbaarheid dienen te zijn in het wetgevingsproces?

Voorzitter. Volgens het kabinet dienen de toegangstesten ertoe om sectoren in de samenleving op verantwoorde wijze sneller te kunnen heropenen en maatregelen eerder te versoepelen. Een fors deel van de organisaties waar dit wetsvoorstel betrekking op heeft en voor wie het kabinet dit dus allemaal wil doen, heeft zich echter bijzonder negatief geuit over het voorliggende wetsvoorstel. Ik denk aan het overgrote deel van de horecaondernemers die niet bereid zijn om een testbewijs als voorwaarde voor toegang in een horecabedrijf in te zetten. De culturele sector noemt de voorstellen zelfs een nekslag voor de culturele sector. Waarmee zijn we dan bezig?

Ik verwijs bovendien naar de vernietigende commentaren van medici —collega Van der Voort raakte daar ook aan — die zeggen dat het grootschalig testen van mensen zonder indicatie een onzuivere methode van diagnostiek is die pseudoveiligheid creëert. Het testen van gezonde mensen is simpelweg niet doelmatig, zo becijferen zij. Ik verwijs onder meer naar het stevige artikel van gisteren van Follow the Money. Daarom mijn vraag: is het kabinet in staat om de voorstellen - met de coronacijfers van nu - nog eens op afstand te bekijken en daarbij uitdrukkelijk de optie te beschouwen om af te zien van de voorgestelde geldverslindende maatregelen?

Voorzitter. Alleen samen krijgen we corona onder controle, zo luidt de slogan.

De heer Van der Voort i (D66):

Ik vraag me af of meneer Van Dijk er misschien voorstander van is om een drempelwaarde in te bouwen waaronder het niet meer zinvol is om die test in te zetten en waarboven het wel zinvol is om die test in te zetten. Is dat een manier die voor hem wel acceptabel is?

De heer Van Dijk (SGP):

Ik vond het interessant en ook best heel dapper, eerlijk gezegd, dat u de minister die vraag stelde, omdat u daarmee suggereerde dat als het kabinet niet heel helder inzichtelijk kan maken of we momenteel aan die drempelwaarde zitten, u nog best even wilt nadenken over uw stemgedrag. Althans, zo heb ik u beluisterd. Ik vond de heer Backer ietsje royaler, maar ik wil uiteraard geen wig drijven tussen de woordvoerders van D66. Ik vond het dapper. Ik heb aangegeven — en ik ga uiteraard straks goed luisteren naar de ministers — dat, als dit wetsvoorstel in november of december had voorgelegen, ik het heel moeilijk had gevonden. Dan had ik gezegd: misschien heeft het echt wel nut en wil ik er serieus over nadenken of het helpt. Maar nu — ik liet de term al vallen — vind ik het mosterd na de maaltijd. Het is te laat in mijn ogen. Ik zou nu niet durven zeggen "laten we dit nog gaan doen", tenzij de ministers echt weten aan te tonen dat de besmettingscijfers nu nog zo hoog zijn, dat ook al die voorgenomen testen wel degelijk een betrouwbare uitslag kunnen laten zien en geen pseudoveiligheid tonen.

De heer Van der Voort (D66):

Je zou je dus voor kunnen stellen dat je een maatregel als deze wel in je zogenaamde gereedschapskist hebt, maar dat je dan met elkaar afspreekt wanneer je die maatregel wel en wanneer je die niet inzet.

De heer Van Dijk (SGP):

Ik begrijp het. Dan verwijs ik naar de rest van mijn betoog. Ik denk dat de gereedschapskist van de overheid op dit ogenblik meer dan voldoende gevuld is. Als ik kijk waar we nu zitten en ik kijk naar de routeplanner van het kabinet, dan kan ik concluderen dat we op weg naar de uitgang zijn en dat we het hiermee gaan redden. Dan vind ik dit instrument, met alle kosten en juist voor zo'n korte termijn, niet proportioneel. Ik heb ernstige vragen over de effectiviteit.

De voorzitter:

De heer Van der Voort, derde.

De heer Van der Voort (D66):

Ik begrijp dat u dit instrument hoe dan ook niet nodig acht naast de maatregelen en de instrumenten die er al zijn.

De heer Van Dijk (SGP):

Nee. Nogmaals, u kent de SGP, ik ga echt heel goed luisteren naar wat minister De Jonge en de andere ministers gaan zeggen, maar op dit moment staan wij inderdaad echt kritisch voorgesorteerd.

Mevrouw Kluit i (GroenLinks):

U refereert aan de situatie vorig jaar, waarin we geconfronteerd werden met scherp oplopende cijfers. We gaan deze zomer min of meer hetzelfde doen als vorig jaar. We gaan namelijk op vakantie, we komen weer terug en we gaan daarbij ook naar plaatsen toe waar het grootste deel van de mensen nog niet is ingeënt, waar nieuwe varianten kunnen ontstaan en we ook nieuwe varianten mee terug kunnen nemen. Daarnaast zijn er ook mensen die op vakantie zullen gaan zonder dat ze zijn ingeënt, bijvoorbeeld op basis van een negatieve test. Ook deze mensen kunnen natuurlijk varianten mee terug nemen. Mijn fractie denkt dat het heel realistisch is dat we daardoor in september/oktober oplopende cijfers zullen zien onder groepen die zich nog niet hebben ingeënt. Dat is ook een van de redenen waarom wij denken dat het wel belangrijk is …

De voorzitter:

Wat is uw vraag, mevrouw Kluit?

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik kom daarop. Wij denken dat het belangrijk is om dit instrument in de koffer te hebben, omdat het vergeleken met het sluiten van hele sectoren voor iedereen, een relatief beperkt instrument is. Bent u dat met mij eens?

De voorzitter:

De heer Van der Voort.

De heer Van Dijk (SGP):

Van Dijk.

De voorzitter:

De heer Van Dijk! Hoe kan ik u door elkaar halen?

De heer Van Dijk (SGP):

Dat geeft niet. Ik vind het best ook een compliment.

De voorzitter:

Het is een compliment hoor.

De heer Van Dijk (SGP):

Ik begrijp uw punt, maar wij kijken er echt anders naar. Nogmaals, daarbij baseer ik me juist op wat het kabinet uitstraalt. We zitten inmiddels geloof ik op 8 miljoen prikken. Over een of twee maanden zijn we nog veel verder. Volgens mij moeten we dan een situatie hebben waarin we wel in control zijn. Kijk, u zegt: misschien komt er een nieuwe variant uit het buitenland. Ja, risico's zullen altijd blijven bestaan, maar dat vind ik eerlijk gezegd ook een gevaar. Die risico's zullen er altijd zijn en het zal voor de overheid altijd verleidelijk zijn om die gereedschapskist nog voller te maken, want je weet maar nooit. Zo'n samenleving is niet wat ik versta onder vrijheid. Dus: nee, toch niet.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik wil het even goed formuleren …

De voorzitter:

Denkt u rustig even na.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Ik hoor een aantal fracties in deze Kamer die de minister behoorlijk op de grill leggen over dat wij too little, too late zijn in ons beleid, maar daar spelen wij zelf als parlement ook een rol in. Wij houden het kabinet kort op de momenten dat er in het besmettingsniveau ruimte is. Als parlement voorkomen wij soms dat er maatregelen worden voorbereid die zorgen dat we nieuwe uitbraken snel kunnen aanpakken. Het instrument van de toegangstesten en de toegangsbewijzen is er juist om ervoor te zorgen dat we het snel in de vingers kunnen hebben en dat we grote uitbraken kunnen voorkomen. Ik houd nog een keer een pleidooi bij de heer Van Dijk: is het in dat licht dan toch niet een goed instrument, met de waarborgen van bijvoorbeeld het minimumaantal besmettingen?

De heer Van Dijk (SGP):

Ik begrijp uw vraag. Uw vooronderstelling is wel: beste mensen, we zijn helemaal nog niet op weg naar de uitgang en de kans is reëel dat we weer een keer een duik maken. Nogmaals, juist gegeven de informatie die we krijgen van het kabinet en de ontwikkeling van de cijfers — en we weten hoe het gaat met het vaccineren; steeds meer mensen hebben het proces doorlopen — ben ik dus optimistischer dan u.

Dan uw eerste punt. Ja, we moeten wel klaar zijn op het moment dat het ertoe doet. Dat is nu precies mijn verwijt naar dit wetsvoorstel. Als dit hier een halfjaar geleden gelegen had, had ik gezegd: we kunnen een aantal sectoren eerder openen dan we gehoopt hadden. Nu zijn we al heel dicht bij de uitgang. Nu zeg ik: jongens, laten we erop inzetten dat alle sectoren voor alle inwoners weer opengaan en dat we geen selecties maken.

Mevrouw Kluit (GroenLinks):

Laatste vraag: mocht de minister in zijn beantwoording aangeven dat we helemaal niet op weg zijn naar de uitgang, dat we hem misschien wel zien, maar dat we ook nog wel wat omwegen kunnen tegenkomen, is de SGP dan bereid om haar standpunt te herzien?

De heer Van Dijk (SGP):

Ik heb al meerdere keren gezegd: ik ga heel goed luisteren naar minister De Jonge en naar andere ministers. Dat doen we ook nu.

De heer Verkerk i (ChristenUnie):

Ik kan me een heleboel argumenten die de collega noemt, voorstellen bij de kritische vragen die hij heeft rondom de testwet. Maar ik heb wel een vraag. Wat wilt u uiteindelijk als SGP? U wilt veel vrijheid en u hebt als partij moeite om aan te geven dat het goed is om je te laten vaccineren. Stel je voor dat de besmettingsniveaus weer toenemen en we dan toch de gelegenheid geven aan ondernemers en aan vele andere hardwerkende mensen, waaronder de culturele sector, om in bepaalde gevallen iets te doen, waarom stelt u dan toch uiteindelijk die kritische vragen? Welk alternatief heeft u dan?

De heer Van Dijk (SGP):

Ik heb geprobeerd in mijn hele betoog aan te geven dat ik het op dit moment niet meer proportioneel en onvoldoende effectief vind. Nogmaals, had dit er een halfjaar geleden gelegen, dan hadden we het perspectief kunnen schetsen van: een heleboel is nog dicht, maar via deze route kunnen we een aantal sectoren toch naar voren halen. Maar nu zitten we zo dicht bij het moment dat we het voor iedereen naar voren kunnen halen. Dan vind ik het inderdaad niet meer proportioneel en ongelofelijk duur om nu nog een testsamenleving op te tuigen voor de relatief korte tijd voordat iedereen is ingeënt of het hele proces heeft doorgemaakt. De proportionaliteit en de effectiviteit zijn voor mij gewoon niet vastgesteld.

De heer Verkerk (ChristenUnie):

Ik kan me daar echt wel iets bij voorstellen, en dat is ook het punt niet. Maar we gaan nu de zomer tegemoet; we weten niet wat er in het najaar gebeurt. Dus als ik uw woorden positief interpreteer, dan kunt u zich voorstellen dat we bij toenemende besmettingscijfers toch dit soort wetten nodig hebben, als alternatief.

De heer Van Dijk (SGP):

Ja, daar zegt u wat. Laten we hopen dat het niet gebeurt. Maar zouden we weer terugvallen naar de situatie van vorig jaar, dan zullen we elkaar hier weer ontmoeten en dan gaan we dan weer bekijken hoe het met proportionaliteit, effectiviteit, kosten et cetera zit.

Voorzitter. Ik was bij mijn laatste alinea. Alleen samen krijgen we corona onder controle, luidt de slogan. Als dat zo is, laten we daar dan ook naar handelen. Samen werken we momenteel aan immuniteit, via vaccinatie of via het meemaken van het ziekteproces, en samen houden we ons aan de beperkingen voor iedereen, inclusief de afgesproken hygiënemaatregelen: afstand houden, mondkapje op, handen wassen. Alleen samen krijgen we corona onder controle. Betekent dit dan ook niet: samen thuis, samen uit? Daarom een dringende oproep aan het kabinet: stop al het geld en alle inzet voor de nu gepresenteerde voorstellen in het sneller openen van de samenleving voor alle inwoners en voor alle sectoren.

Voorzitter. Ik zie dat ik nog een minuut heb voor een juridisch punt dat ik nog graag wil maken. Er is inmiddels zo'n 300 miljoen uitgegeven aan pilots met toegangstesten voor voetbal, het Songfestival en dat soort vertoningen. Dat is gelopen via artikel 2.27, lid 2 van de Comptabiliteitswet. Daarvoor is een beroep gedaan op "in het belang van het Rijk". Al luisterend naar de andere collega's heb ik de memorie van toelichting erop nageslagen. Ik vraag me werkelijk af of dit een juridisch houdbare route is. Rekt het kabinet langs deze weg de bevoegdheden niet enorm op? Betekent dit geen inperking van het begrotingsrecht van het parlement? Daar nog graag een reflectie op.

De voorzitter:

Ik begrijp dat u daarmee aan het eind van uw inbreng bent gekomen. Mevrouw De Bruijn-Wezeman, namens de VVD.

Mevrouw De Bruijn-Wezeman i (VVD):

Dank u wel, voorzitter. Samen krijgen we corona eronder. Ik denk dat dat een terechte oproep van meneer Van Dijk is. Ik wil niet stigmatiseren, maar ik weet dat een deel van uw achterban toch om principiële redenen tegen vaccineren is. Bent u ook bereid om daartoe op te roepen, omdat dat ook een onderdeel van het "samen" is? Laat je vaccineren, want zo krijgen we samen corona eronder. Hoe staat u tegenover dat soort oproepen, ook aan uw achterban?

De heer Van Dijk (SGP):

Oproepen om je te laten inenten ... Waar wij vooral in geloven, ook omdat dat het meest effectief is: zorg dat mensen eerlijke en betrouwbare informatie krijgen aangereikt en dat ze zich inderdaad niet hoeven te laven aan allerlei bizarre websites en dergelijke. Uiteindelijk is wel of niet inenten een persoonlijke vraag. U heeft het over mijn achterban en dit is een vraag die de achterban beantwoordt door op te zien, omhoog, naar de Heere God: wat is de weg die de Bijbel ons wijst? Daar wordt door ons verschillend over gedacht en dat respecteren wij. Maar nogmaals, dat vaccinatie meehelpt aan het indammen van deze pandemie, zal ik op geen enkele manier weerspreken. Dat zijn de feiten en die eerlijke informatie proberen wij ook waar mogelijk te delen, ook met onze achterban.

De voorzitter:

Dank u wel, meneer Van Dijk. Ik schors de beraadslaging en de vergadering voor de lunchpauze tot 13.30 uur.

De beraadslaging wordt geschorst.