Verslag van de vergadering van 29 juni 2021 (2020/2021 nr. 43)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 9.38 uur
De heer Pijlman i (D66):
Dank u wel, voorzitter. De voorgestelde wetswijziging implementeert een Europese richtlijn waar het Europees Parlement en de Raad mee akkoord gingen. Ze geeft voor een deel ook uitvoering aan ons Klimaatakkoord. Het vervoer wordt er een stapje groener van. 14% van de energie moet uit vernieuwbare bron komen, waarbij er overigens geen verplichting tot bijmenging is.
Voorzitter. Wij steunen het voorstel, maar zien het ook als transitievoorstel. Wij menen dat betrokken sectoren uiteindelijk niet door het gebruik van biobrandstoffen — al gaat het daar in dit voorstel niet alleen over — de doelstellingen kunnen halen, maar dat bijvoorbeeld groene waterstof voor hen de oplossing is. Biobrandstoffen zijn theoretisch gezien een goede oplossing voor vergroening van vervoer, maar hebben praktisch ook grote nadelen. De biobrandstoffen worden veelal geïmporteerd: uit Europa, maar ook uit de VS en China. Bulkvervoer uit die werelddelen op schepen die fossiel worden aangedreven en waarvan de vergroening nog in de kinderschoenen staat, maakt een groot deel van de milieuwinst weer ongedaan.
Ik zei het vorige week, ik zeg het nu en ik zeg het vanmiddag in het debat over het verminderen van het gebruik van kolen in de elektriciteitsopwekking weer: kabinet, maak werk van de waterstofagenda. Waterstof kan de vergroening van bijvoorbeeld de chemie betekenen, waterstof kan de vergroening van zwaar vervoer over land betekenen en waterstof kan de vergroening van de scheepvaart betekenen. Nederland moet veel meer haast maken met de waterstofagenda, vindt D66. Als we ons land vergelijken met bijvoorbeeld Frankrijk of Duitsland, dan moeten we erg ons best doen om de slag niet te verliezen, en dat terwijl wij door het uitgebreide internationale gasnetwerk grote mogelijkheden hebben om waterstofgas te vervoeren en er in Europa een centrale rol mee te gaan vervullen, hetgeen voor behoud van werkgelegenheid en voor internationale handel veel kan betekenen. Ook daarom is het overigens van belang dat partijen elkaar niet uitsluiten in deze formatie, maar snel tot een nieuwe regering komen. Graag een reactie van de staatssecretaris, niet zozeer over de formatie — dat mag ook — maar wel over de waterstofagenda.
Voorzitter. Wij hebben grote waardering voor hoe de staatssecretaris zich ook in Europa ervoor inzet om te voorkomen dat biobrandstof uit soja en palmolie wordt gewonnen. In Nederland gebeurt dat niet meer, maar internationaal is het nog niet zover. Waardering is er van onze kant ook voor hoe de staatssecretaris zich ervoor inzet om uitvoering te geven aan de motie-Schonis om te voorkomen dat er indirect landgebruik plaatsvindt bij de productie van biobrandstof en om soja en palmolie aan te merken als hoog ILUC-risico.
Dat brengt mij op de handhaving en de uitvoering van dit voorstel. Uitvoering van dit voorstel is bureaucratisch en handhaving problematisch, omdat je internationaal gezien moeilijk de hele keten kunt overzien. Om het goed te doen is er feitelijk een nieuw instrument nodig, de BKE, dat de uitstoot van broeikasgassen meet. Maar de NEa is er erg kritisch over en heeft grote twijfels over de handhaving. Daarom is bepaald dat de BKE voorlopig niet van start gaat. Maar dat roept dan wel de vraag op hoe de handhaving eruit gaat zien. Graag een reactie.
Voorzitter. Ook daarom moeten we naar een duurzamer systeem — dat geldt zeker voor de luchtvaart en de scheepvaart — dat niet zonder waterstof kan. Wij zien dit voorstel dan ook als het best haalbare, maar zeker niet als het ideale middel om het vervoer te vergroenen. Bovendien zullen we in het voorstel tot invulling van het Besluit energie vervoer ook nog heel veel vragen moeten beantwoorden, maar dan is dit kader uiteraard heel behulpzaam.
Voorzitter. Onze fractie kijkt uit naar de beantwoording van de staatssecretaris. Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Pijlman. Wenst een van de leden in de eerste termijn nog het woord? Dat is niet het geval. Dan schors ik de vergadering tot 10.05 uur.