Plenair Prins bij voortzetting behandeling wetsvoorstel 35874 en debat over de verlenging van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19



Verslag van de vergadering van 13 juli 2021 (2020/2021 nr. 46)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.22 uur


Mevrouw Prins i (CDA):

Meneer de voorzitter. Allereerst danken wij de minister voor de beantwoording van de diverse vragen, die nadere helderheid heeft geboden over het voorliggende wetsvoorstel. De CDA-fractie heeft er met waardering kennis van genomen dat de minister onze mening deelt dat er een eindigheid dient te zijn aan de tijdelijkheid van de Tijdelijke wet maatregelen covid-19. En met de toezegging van de minister dat de aanpak van de huidige crisis wordt verwerkt in de Wpg, en wel voor kerst, kunnen wij daarmee uit de voeten. Nog wel natuurlijk een vraag: kan de minister ons toezeggen dat deze verwerking bij de Kamers voor komt te liggen voordat de mogelijke verlenging per 1 december aan de orde komt? Vragen staat vrij, heb ik altijd geleerd. Ik zeg dit gezien enige body language van onze minister, meneer de voorzitter.

We hebben er na de uitleg van de minister begrip voor dat de aanpak van de toekomstige pandemieën in een latere fase zal gebeuren. Wij wachten daartoe het overzicht van de evaluaties in de brief per september graag af. Het spreekt voor zich dat de CDA-fractie het van belang vindt dat de minister in die brief duidelijk maakt wanneer de nadere uitwerking van wet- en regelgeving voor mogelijke toekomstige pandemieën zijn te verwachten. En wij zien dan ook graag helderheid over de in te zetten wetgevingsinstrumenten en de parlementaire betrokkenheid in dezen.

Zo ook zouden we, zoals tijdens mijn eerste bijdrage reeds aangestipt, aandacht willen vragen voor de definitie van "kwetsbare personen". Naar onze mening dient die definitie van kwetsbare personen te worden verruimd, namelijk: ook voor mensen die nog steeds wachten op reguliere zorg, en mensen die door de diverse maatregelen helaas psychisch kwetsbaar zijn geworden. Wij verzoeken de minister deze groepen personen een meer uitdrukkelijke en zichtbare positie bij de afweging van het beleid te geven.

Ten aanzien van de motie van de heer Otten geven wij graag een tegengeluid. Anderhalf jaar lang werken aan het tegengaan van een crisis die onze samenleving nog nooit heeft meegemaakt, is een uitdaging van ongekende omvang. En dat daarbij goede resultaten komen, zoals bijvoorbeeld de geweldige groei van vaccinaties, maar ook dat er af en toe een misvatting is en een misinschatting, dat komt voor, maar dat is voor ons uitdrukkelijk geen reden om daarmee een dergelijke motie in te dienen. Het spreekt voor zich dat wij die niet zullen steunen, maar wij vinden dat ook niet in lijn met de resultaten die er tot nog toe gerealiseerd zijn.

Tot slot, meneer de voorzitter, gun ik ons allen, ondanks de groei van de besmettingen, een goede vakantie, en enige rust en tijd voor reflectie. En dat geldt zeker voor de minister en zijn mensen, en de mensen die werken in de zorg. Ik dank u wel.

De voorzitter:

Dank u wel, mevrouw Prins. Dan is het woord aan de heer Van Hattem namens de fractie van de PVV.