T03199

Toezegging Uitbreiden in en om dorpen (35.518/ 35.488/35.516)



De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Raven (OSF), toe in de gesprekken die de minister voert met de regio’s over de plancapaciteit de mogelijkheid om in en om dorpen en kernen uit te breiden te betrekken.


Kerngegevens

Nummer T03199
Status voldaan
Datum toezegging 16 maart 2021
Deadline 1 juli 2022
Voormalige Verantwoordelijke(n) Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Huidige Verantwoordelijke(n) Minister voor Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening
Kamerleden A.C.M. Raven (OSF)
Commissie commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen krimpregio’s
leefbaarheid
plancapaciteit
Kamerstukken Wijziging huurverhogingsmogelijkheden en inkomensgrenzen Woningwet (35.518)
Tijdelijke huurkorting (35.516)
Initiatiefvoorstel-Nijboer Wet maximering huurprijsverhogingen geliberaliseerde huurovereenkomsten (35.488)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 29, item 11 - blz. 2

De heer Raven (OSF):

[…] Ook maken we een ernstige kanttekening bij het voornemen van bouwen. De Randstad, zo blijkt uit een onderzoek, is een van de zwaarst belaste woongebieden in Europa. Toch staan hier de komende tien jaar bouwplannen voor 500.000 woningen ingeboekt. Het ligt niet in de lijn om dit gebied het komende decennium nog zwaarder te belasten, zeker omdat er in Nederland 9 krimpgebieden en 14 aandachtsgebieden zijn, in totaal zo'n 40 gemeenten. Door ontgroening en vergrijzing is daar sprake van het wegvallen van draagvlak voor belangrijke voorzieningen zoals scholen, bakkers, slagers, banken, gemeenschapshuizen enzovoorts.

Kortom, dorpen en kleine leefgemeenschappen hebben te kampen met grote problemen op het gebied van leefbaarheid die moeten worden opgelost. En daarbij kan tegelijkertijd een halt worden toegeroepen aan de problemen van de Randstad. Herverdelen is dan ook een thema dat met hoofdletters zou moeten worden geschreven in het programma voor het toekomstige woningbouwbeleid.

[…]

De heer Raven (OSF):

[…]. In Nederland zijn zo'n 7.000 dorpen, kernen en leefgemeenschappen. Die kunnen een belangrijke rol spelen in het herstellen van het evenwicht op de woningmarkt. Wonen en bouwen in dit soort kernen zijn bovendien aanmerkelijk goedkoper en gezonder. Ons voorstel is om tot 2030 deze leefgemeenschappen de mogelijkheid te bieden om 5% tot 10% uit te breiden, zo veel mogelijk in en om die kernen en gebruikmakend van de voorzieningen die er nog zijn. Sterker nog, die voorzieningen krijgen dan meer draagvlak en kunnen zelfs in ere worden hersteld. Daardoor kan de exorbitante groei van de Randstad een halt worden toegeroepen en blijven de dorpen en kernen leefbaar. Ten aanzien van de wetsvoorstellen: die kunnen we ondersteunen; het zijn noodzakelijke correcties.

Handelingen I 2020-2021, nr. 29, item 15 - blz. 13

Minister Ollongren:

[…]

Dan zei de heer Raven van de OSF volgens mij dat het niet allemaal in de Randstad moet, dat er toch ook heel veel andere plekken in Nederland zijn met veel mogelijkheden en dat dat ook goed zou zijn voor de leefbaarheid. Ik denk dat dat klopt. Als je kijkt waar de behoefte bestaat, is dat natuurlijk in de stedelijke gebieden. Overigens bestaat die behoefte niet alleen in stedelijke gebieden in de Randstad, want Zwolle is ook een stedelijk gebied waar een grote woonbehoefte is. Arnhem, Nijmegen, Groningen idem dito. We proberen vooral te kijken naar regio's waar we veel nieuwe woningen kunnen realiseren. Zo heb ik ook de woondeals gesloten. We doen bijvoorbeeld ook de regiodeals met Parkstad Limburg en met Zuidoost-Drenthe. We kijken dus wel degelijk naar het hele land, en we kijken ook nog eens naar de krimpgebieden. Bij het volkshuisvestingsfonds zoals we dat nu aan het inrichten zijn, met die 450 miljoen, gaat het nadrukkelijk ook over de grens- en de krimpregio's en over de herstructurering van woningen in de meest kwetsbare gebieden in onze gemeenten. Ik ben het dus zeer met hem eens dat we dat heel breed moeten willen aanpakken.

De heer Raven (OSF):

Dank u wel voor het antwoord. Ik heb aan de hand van Datawonen en de gegevens die uit de sheets naar voren kwamen, geconstateerd dat voor Zuid-Holland, NoordHolland en Utrecht alleen al 0,5 miljoen woningen in de plancapaciteit staan. Als we het over het miljoen hebben voor de komende tien jaar, is dat 50%. Dat is dus niet echt in evenwicht met de rest van Nederland. U suggereert dat er ook op andere plekken best wel gebouwd wordt, maar wij hebben het voorstel gedaan om ook eens te kijken naar de leefgemeenschappen en met name de kernen, de dorpen. Daar ligt toch vaak een bouwstop op. Zou je daar niet 5% of 10% aan kunnen toevoegen? Dan heb je een grotere verdeling en dan wordt de Randstad eigenlijk ontlast, terwijl je nu een plancapaciteit ziet van 500.000 woningen voor de komende tien jaar.

Minister Ollongren:

Wij moeten voor de komende tien jaar zo veel bouwen. Voor de komende tien jaar praten we eigenlijk over een miljoen extra woningen. Natuurlijk, de echt grote aantallen zullen ook in de Randstad worden gerealiseerd. Dat zie je nu ook al. Door de schaal van bijvoorbeeld Rotterdam, Amsterdam en Den Haag kunnen daar veel nieuwe woningen worden bijgebouwd. Per saldo zal een groot deel daarvan dus ook hier worden gerealiseerd. Maar er zal ook een groot deel worden gerealiseerd in de regio. Dat zijn de steden en de regio's die ik net noemde, en er zijn er meer waarvan ik weet dat ze hele ambitieuze plannen hebben. Ik ben zeker bereid en geïnteresseerd om in de gesprekken die ik voer, en die hopelijk ook mijn opvolger voert als er op die manier verder over zal worden gesproken, naar dit soort mogelijkheden te kijken. We willen natuurlijk wel dat de plancapaciteit die er inmiddels overal is, omgezet wordt in daadwerkelijke projecten en woningbouw. Ik vind de suggestie dus goed. Dit zal onderdeel zijn van de gesprekken die ik heb met alle regio's.

De heer Raven (OSF):

Ik zou nog eens willen wijzen op het onderzoek dat door de Universiteit Maastricht en het RIVM is gedaan naar de leefbaarheidsaspecten van de Randstad. Daaruit is gebleken dat dit een van de moeilijke gebieden in Europa is. Als je het hebt over "grenzen dicht", dan zou je ook kunnen zeggen dat we in de toekomst een grens om de Randstad moeten zetten om dat gebied te sparen, omdat we leefbaarheid en gezondheid bovenaan zouden moeten hebben staan. Met het extra belasten van een gebied, zoals dat nu in de planning zit, zie je dat er eigenlijk een controverse is. We zouden meer moeten verdelen. Ik zou graag van de minister horen dat ze daar wat meer op inzet.

Minister Ollongren:

Er zijn volgens mij ook mensen die vinden dat we de leefbaarheid van andere delen van Nederland in de gaten moeten blijven houden. Ik ben ook verantwoordelijk voor de ruimtelijke ordening via de Nationale Omgevingsvisie. In de uitwerking daarvan doen we nu eigenlijk veel meer aan planning en ruimtelijke ordening dan we jarenlang hebben gedaan in Nederland. Dan gaat het inderdaad over wonen, maar ook over bereikbaarheid, de energietransitie en ook precies over het punt dat de heer Raven maakt over de leefbaarheid van het hele land, en over wat je daar we of niet voor moet doen. Het grijpt helemaal in elkaar. Ik snap het punt, maar ik denk dat je het niet zo kunt versimpelen door te stellen dat niet in de Randstad bouwen en wel ergens anders per definitie ten gunste komt aan de leefbaarheid. Ik denk namelijk dat dit met nog heel veel meer factoren te maken heeft, bijvoorbeeld bereikbaarheid en de wensen van mensen zelf. Want waar willen mensen eigenlijk wonen? We weten niet of deze coronacrisis, het thuiswerken en alle manieren die we nu hebben om toch productief te zijn zonder naar het werk te hoeven — als je dat type werk hebt — kansen bieden voor hetgeen de heer Raven zegt. Ik vind het dus verstandig om er rekening mee te houden, maar ik denk niet dat het alleen op de tekentafel kan gebeuren.

Handelingen I 2020-2021, nr. 29, item 15 - blz. 24

Minister Ollongren:

[…] Maar ik kom wel graag terug op de toezegging die ik net deed, namelijk dat we aandacht hebben voor krimpgebieden en voor regio's anders dan de Randstad. Er is ook een motie aangenomen over een nationaal transformatieplan, waarmee ik aan de slag ga. Ik denk dus dat we elkaar op de inhoud op veel punten wel kunnen vinden.


Brondocumenten


Historie