T03221

Toezegging Toezenden voortgangsbrieven over revitalisering zorgpersoneelbestand (35.874)



De minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport zegt de Kamer, naar aanleiding van een opmerking van het lid Van der Voort (D66), toe dat alle voortgangsbrieven over revitalisering van het zorgpersoneelbestand, die de minister voor Medische Zorg en Sport naar de Tweede Kamer stuurt, ook naar de Eerste Kamer worden verzonden.


Kerngegevens

Nummer T03221
Status voldaan
Datum toezegging 13 juli 2021
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden Prof.dr. P.H.J. van der Voort M.Sc. (D66)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
commissie voor Infrastructuur, Waterstaat en Omgeving (IWO)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie legisprudentie
Onderwerpen COVID-19
Kamerstukken Verlengingsprocedures Tijdelijke wet maatregelen covid-19 (35.874)


Uit de stukken

Handelingen I 2020-2021, nr. 46, item 19, blz. 2-15

De heer Van der Voort (D66):

(…)

Dan hebben we de motie over het zorgplan. De vragen daarover zijn door de minister beantwoord in die zin dat het LCPS, het ROAZ en alle instanties die de afgelopen maanden de crisis hebben gemanaged, nog bestaan en ieder moment weer in de lucht kunnen zijn of alweer zijn. De motie gaat echter ook over het in de lucht houden, zeg maar, van het zorgpersoneel en de zorgorganisaties als zodanig. Ik heb zelf al genoemd PTSS, dat bij veel verpleegkundigen voorkomt, maar het gaat er ook om, het vak boeiend te houden en te zorgen dat de instroom op orde blijft de komende jaren, en dat de uitstroom niet groter wordt. Er zijn nogal wat zorgverleners die vervroegd pensioen nemen, nu ze deze belasting hebben gehad. En daar gaat het zorgplan eigenlijk ook over, om de komende jaren de zorg in de lucht te houden. Dus graag ook op die elementen nog een uiteenzetting van de minister.

(…)

Minister De Jonge:

(…)

Dan is er inderdaad natuurlijk nog heel veel meer te doen binnen de zorg. Daar kwam u ook op terug. Er is natuurlijk nog heel veel meer te doen binnen de zorg, niet alleen de opschaling zoals ik die schetste en niet alleen de inhaalzorg van de komende tijd, waar we echt nog wel een tijdje zoet mee zijn, maar er is ook in personele zin heel veel herstelwerk te verrichten. Ik denk dat de heer Van der Voort daar terecht op wijst. Er is wel een grens aan wat je landelijk kunt doen, maar we trekken natuurlijk heel erg graag samen op met vakbonden en werkgevers in de zorg om te kijken hoe we dat herstel, eigenlijk meer de revitalisering van de troepen an sich, kunnen vormgeven en hoe we daarmee tegelijkertijd ook alvast een aanvang kunnen maken met het grote personele vraagstuk dat we hebben voor de toekomst. Collega Van Ark is daar zeer intensief mee bezig. Ik zal me ervan vergewissen dat u de voortgangsbrieven op dat punt ook krijgt. Ik hoop het eerlijk gezegd wel, maar ik zal me ervan vergewissen dat collega Van Ark die voortgangsbrieven ook aan de Eerste Kamer doet toekomen.


Brondocumenten


Historie