Verslag verenigde vergadering dinsdag 21 september 2021



Aanvang: 00.00 uur

Sluiting: 13.50 uur

Status: gecorrigeerd


Opening

Voorzitter: Bruijn


De voorzitter:

De verenigde vergadering van de Staten-Generaal, als bedoeld in artikel 65 van de Grondwet, is geopend.

Graag heet ik u allen van harte welkom in de Grote Kerk.


Mededelingen

De voorzitter:

Ik deel aan de verenigde vergadering mee dat de volgende leden zich hebben afgemeld:

Beukering, Van der Burg, Otten, Prast, De Vries, Beertema, Knops, Van der Plas en Smolders.

Deze mededeling wordt voor kennisgeving aangenomen.


Troonrede

Aan de orde is het uitspreken van de troonrede.


De voorzitter:

Ik stel aan de orde de benoeming van een Commissie van in- en uitgeleide.

Zijne Majesteit de Koning zal vergezeld worden door de volgende leden van het Koninklijk Huis: Hare Majesteit koningin Máxima, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien.

Ik benoem tot leden van de Commissie die Zijne Majesteit de Koning en de overige leden van het Koninklijk Huis in- en uitgeleide zal doen: mevrouw Bergkamp, tevens voorzitter, mevrouw Gerkens, de heer Bisschop.

De binnenkomst van Zijne Majesteit de Koning zal worden aangekondigd door de griffier van de Commissie van in- en uitgeleide, de heer Israel. Hij begeleidt de Commissie van in- en uitgeleide.

In afwachting van de komst van Zijne Majesteit de Koning verzoek ik de vicepresident van de Raad van State, de ministers en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Curaçao en Sint-Maarten de Grote Kerk te betreden.

(De vicepresident van de Raad van State, de ministers en de gevolmachtigde ministers van Aruba, Sint-Maarten en Curaçao komen uit de Van Assendelftkapel de Grote Kerk binnen, begroeten de Voorzitter en nemen hun plaatsen in.)


De voorzitter:

Dames en heren,

Het afgelopen jaar was opnieuw een veelbewogen jaar. De coronapandemie heeft nog steeds een grote impact op ieders leven: op het leven van de mensen die een dierbare hebben verloren, op het leven van degenen die ziek zijn geworden, en ook op het leven van de mensen die in de zorg of het onderwijs werken, ondernemer of kunstenaar zijn, en de jongeren die we zo graag een onbezorgde jeugd gunnen.

Inmiddels durven we voorzichtig vooruit te kijken. Er zijn steeds minder besmettingen en door de komst van de vaccins is de samenleving in het afgelopen jaar weerbaarder geworden. Maar we zijn er nog niet. Daarom komen de Staten-Generaal ook dit jaar bijeen in de Grote Kerk, zodat het parlement voltallig bijeen kan komen.

De Staten-Generaal kijken zelf ook terug op een veelbewogen jaar. In maart vonden de verkiezingen voor de Tweede Kamer plaats en deze zomer verlieten beide Kamers voor het eerst sinds 1815 het Binnenhof. De Eerste Kamer betrok een pand in de Kazernestraat en de Tweede Kamer nam haar intrek aan de Bezuidenhoutseweg. We maken voor enkele jaren plaats zodat de gebouwen aan het Binnenhof daarna voor vele generaties toekomstbestendig zullen zijn.

Dames en heren,

Enkele jaren geleden hebben de Staten-Generaal opdracht verstrekt tot het componeren van een muziekstuk en heeft Johan de Meij voor de viering van 200-jaar Staten-Generaal in 2015 de Hymne van de Staten-Generaal gecomponeerd. Het koperkwintet van het Residentie Orkest — bestaande uit twee trompetten, een trombone, een tuba en een hoorn — zal deze hymne na sluiting van de verenigde vergadering spelen.

Dit jaar is de 25-jarige Nederlandse componiste Karmit Fadael gevraagd om een stuk voor koperkwintet te componeren. Ondanks haar jonge leeftijd heeft mevrouw Fadael al met gerenommeerde ensembles gewerkt en is zij momenteel young composer in residence bij het Radio Philharmonisch Orkest.

Zij heeft voor de opening van dit parlementaire jaar het stuk Ru'ach tova gecomponeerd, dat "goede moed" betekent in het Hebreeuws. Mevrouw Fadael geeft ons met deze muziek goede moed voor het nieuwe parlementaire jaar, maar heeft ook onzekerheden en het onverwachte proberen te verklanken. Natuurlijk zullen er momenten zijn dat er tegenvallers zijn. Dat is onontkoombaar. Daarom wisselen in het stuk majestueuze akkoorden en harmonieën elkaar af met dissonanten en glissando's, die altijd tijdelijk zijn. Zo houdt de muziek ons een spiegel voor hoe de toekomst eruit kan zien. Het stuk van Karmit Fadael zal ten gehore worden gebracht na afloop van de troonrede.

Voorafgaand aan de troonrede –- tijdens de binnenkomst van Zijne Majesteit de Koning –- zal het koperkwintet Il Discorso della Corona, van de componist Jurriaan Andriessen, ten gehore brengen.

Het gebruikelijk driewerf "hoera" na afloop van de troonrede, dat vorig jaar achterwege moest blijven, mag dit jaar weer klinken. U kunt dan ook allen nadat de troonrede is uitgesproken gaan staan, de handbeweging maken en "hoera" roepen.

Ik verzoek de leden van de Commissie van in- en uitgeleide een aanvang te nemen met hun taak.

Wij wachten nu op de komst van de Koning.


De griffier van de Commissie van in- en uitgeleide:

De Koning!

(Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit de Koningin, Zijne Koninklijke Hoogheid Prins Constantijn en Hare Koninklijke Hoogheid Prinses Laurentien worden door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide naar het troonpodium c.q. hun zitplaatsen begeleid.)

(Muzikaal intermezzo door leden van het Residentie Orkest)

Zijne Majesteit de Koning houdt hierna de volgende rede:


Leden van de Staten-Generaal,

"Elke tijd is overgangstijd", schreef de historicus H.W. von der Dunk. Daarmee gaf hij uitdrukking aan de gedachte dat er terugkijkend in de geschiedenis vaak sprake is van continuïteit en doorlopende lijnen. Toch is het heel verklaarbaar dat velen onze eigen tijd ervaren als een periode van grote en onvermijdelijke veranderingen. Natuurlijk vanwege de coronacrisis, die ons leven nog altijd sterk beheerst. Vanwege grote binnenlandse thema’s, zoals de toegankelijkheid van de woningmarkt, vermindering van de stikstofuitstoot, kansengelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt, en de bescherming en versterking van de rechtsstaat. En vooral ook vanwege alomvattende problemen als klimaatverandering en schuivende machtsverhoudingen op het wereldtoneel.

Deze grote internationale ontwikkelingen voelen misschien abstract en ver weg, maar zijn dat niet. Klimaatverandering kwam deze zomer dichtbij toen inwoners van Limburg in een paar dramatische dagen hun huizen en bedrijven na extreme regenval onder water zagen lopen. Geopolitieke ontwikkelingen kwamen dichterbij met de hartverscheurende beelden en verhalen uit Afghanistan. Twintig jaar lang heeft de internationale gemeenschap zich daar ingezet voor internationale stabiliteit en veiligheid, democratie en mensenrechten en kansen voor meisjes en vrouwen. Nu wacht het Afghaanse volk opnieuw een ongewisse toekomst. Voor veel Nederlandse Afghanistanveteranen is deze afloop na jaren militaire aanwezigheid en vele offers een hard gelag. Voor onze militairen en diplomaten waren het extreem intensieve en spannende laatste weken, waarin zij binnen de mogelijkheden zo veel mogelijk mensen in veiligheid brachten. Daarvoor verdienen zij diep respect en grote waardering. Tegelijkertijd realiseren we ons dat dit boek niet gesloten is. Degenen die achterbleven, wacht een onzeker lot. Wat 5.000 kilometer verderop gebeurt, raakt direct aan onze diepste waarden en aan onze eigen veiligheid.

Het is logisch dat mensen zich afvragen: wat betekenen al deze ontwikkelingen voor mij persoonlijk? Voor onze manier van leven? Voor mijn toekomst en die van mijn kinderen? Onderzoek laat al jaren zien dat Nederlanders hun eigen leven een hoog cijfer geven, maar dat zij zich grote zorgen maken over het land en de wereld om hen heen. Deze onrust en onzekerheid worden nog gevoed doordat het maatschappelijk debat nationaal en internationaal steeds vaker op polariserende toon wordt gevoerd.

Bij al deze terechte zorgen past tegelijkertijd de nuchtere vaststelling dat Nederland een goed land is en blijft om in te leven. Een land dat zich macro-economisch met de beste kan meten. Als we de toekomst gezamenlijk tegemoet blijven treden, kunnen we heel veel aan.

De begroting die de regering vandaag aan u voorlegt, staat in het teken van uitvoering van lopend beleid. Dat past bij de demissionaire status van een kabinet dat in januari van dit jaar zijn ontslag aanbood en daarmee verantwoordelijkheid nam voor de toeslagenaffaire. Grote nieuwe keuzes voor de langere termijn zijn aan een volgend kabinet. Tegelijkertijd ontslaat dat de zittende regering niet van de plicht te doen wat nodig is. Sommige onderwerpen zijn zo urgent, dat stilstand nu ons land onnodig op achterstand zou zetten. Daarom meent de regering er goed aan te doen in het lopende beleid voor komend jaar een aantal extra stappen te zetten, onder andere op het terrein van klimaat, rechtsstaat en woningbouw.

Achter ons ligt een periode die voor een belangrijk deel in het teken stond van het coronavirus. Voor ons ligt een jaar waarin we mogen hopen op een verdere terugkeer naar meer normale verhoudingen. Daarmee ontstaat ruimte om terug te kijken en vooruit te blikken.

Vooropstaat dat wij Nederlanders in coronatijd opnieuw hebben laten zien er als familie, vrienden, collega’s en buren voor elkaar te willen zijn. Velen rouwen na deze periode om het verlies van een geliefde. Anderen worstelen met de lichamelijke en geestelijke gevolgen van corona. En weer anderen, oud én jong, kregen te maken met eenzaamheid en depressie. Gelukkig konden en kunnen velen met hun zorgen en verdriet terecht bij mensen in hun omgeving. Aanvullend zijn er overal in het land initiatieven ontstaan om mensen te helpen en uit hun isolement te halen. Het is belangrijk dat die aandacht voor de gevolgen van corona blijft bestaan, ook in een volgende fase.

Positief is ook hoeveel mensen tijdens de coronacrisis in ons aller belang doorwerkten, vaak onder moeilijke omstandigheden. Nederland is u dankbaar. Dank aan de politiemensen en boa’s die pal staan voor onze veiligheid. Dank aan de militairen die op verschillende plaatsen bijsprongen. Dank aan alle mensen in het onderwijs en de kinderopvang, het openbaar vervoer en de logistiek. Dank aan allen die op welke plek dan ook een bijdrage leverden. En natuurlijk dank aan iedereen in de ziekenhuizen, verpleeghuizen en thuiszorg. Daar is een buitengewone prestatie geleverd. De komende periode staat in het teken van mentaal en fysiek herstel voor deze beroepsgroep, terwijl tegelijkertijd uitgestelde operaties en behandelingen moeten worden uitgevoerd.

Tijdens de coronacrisis is gebleken hoe belangrijk en effectief regionale, nationale en internationale samenwerking en afstemming in de zorg kunnen zijn. Dat is belangrijk met het oog op de periode na corona, waarin twee grote vragen beantwoord moeten worden. De eerste is: hoe zorgen we dat we paraat staan voor een volgende pandemie? Daarvoor werkt de regering aan een plan. Dat is per definitie ook een internationaal vraagstuk, want een virus stopt niet bij landsgrenzen. Het belangrijkste is nu dat overal ter wereld voldoende vaccins beschikbaar komen. Nederland neemt daarin verantwoordelijkheid door voor elk vaccin dat hier aan iemand wordt gegeven, er ook een te doneren. De tweede vraag is hoe de zorg in de toekomst georganiseerd moet worden om toegankelijk, betaalbaar en van hoge kwaliteit te blijven. Nu is de tijd om over deze onderwerpen het gesprek verder te voeren en besluitvorming voor te bereiden.

Gedurende de pandemie zijn groepen die al kwetsbaar waren, nog harder getroffen door alle maatregelen. Denk aan kwetsbare ouderen in een instelling of thuis, of mensen met een zwakke gezondheid of een beperking. Voor hen kwam de kwaliteit van leven in coronatijd nog meer onder druk te staan. Voor veel jongeren en jongvolwassenen dreigt na anderhalf jaar leven met de handrem erop een valse of vertraagde start in opleiding en werk. In de afgelopen jaren is de nodige aandacht uitgegaan naar het tegengaan van eenzaamheid, de aanpak van schulden en het stimuleren van kansengelijkheid in het onderwijs en op de arbeidsmarkt. Die inzet blijft nodig. Vooruitlopend op noodzakelijke keuzes voor de lange termijn stelt de regering tot eind 2023 ruim 8 miljard euro beschikbaar om onderwijsachterstanden in te lopen die in de coronaperiode zijn ontstaan. Het is belangrijk dat scholen daarbij ook aandacht geven aan de sociale en emotionele gevolgen die deze periode op leerlingen en studenten heeft gehad. Voor de jeugdzorg is volgend jaar 1,3 miljard euro extra beschikbaar, om knelpunten op te lossen en tegelijkertijd structurele verbeteringen te realiseren. En ook voor hulp aan mensen met problematische schulden vanwege corona of de toeslagenaffaire, is in de begroting extra geld opgenomen.

De Nederlandse economie staat er gelukkig goed voor, zeker in vergelijking met andere landen. Dat is een compliment aan het innovatieve Nederlandse bedrijfsleven en het geeft perspectief aan mensen die nu aan de kant staan. De doorgevoerde steunmaatregelen voor bedrijven waren ongekend in financiële omvang en reikwijdte, maar hebben wel het beoogde effect gehad. Dit jaar en volgend jaar veert de Nederlandse economie naar verwachting op en de werkloosheid blijft historisch laag, terwijl de staatsschuld door de steunmaatregelen niet uit het lood is geslagen en de koopkracht gemiddeld op peil blijft.

In het Caribisch deel van ons Koninkrijk is het leven voor veel mensen door corona moeilijker geworden, omdat de eilandeconomieën hard zijn geraakt door de enorme terugval in het toerisme. Voor Bonaire, Sint-Eustatius en Saba – samen Caribisch Nederland – gelden economische steunmaatregelen vergelijkbaar met die in ons land. Met de landen Curaçao, Aruba en Sint-Maarten zijn afspraken gemaakt om te bereiken dat financiële steun leidt tot een economie die weerbaarder en schokbestendiger is. In het gesprek daarover is het belangrijk steeds de eensgezindheid te zoeken. Dat maakt ons Koninkrijk als geheel sterker.

De intrinsieke kracht van de Nederlandse economie biedt ruimte om verder te bouwen aan het Nederland van morgen. De realiteit daarbij is wel dat veel vraagstukken de grenzen van één kabinetsperiode overstijgen. Of de grenzen van ons land. Of beide.

De overspannen woningmarkt is een belangrijk voorbeeld van een binnenlands thema dat niet in één periode oplosbaar is. Hoe wordt een betaalbare woning weer bereikbaar voor iedereen en vooral voor starters? De regering heeft daaraan de afgelopen jaren gewerkt via afspraken met gemeenten en provincies en met extra geld voor nieuwbouw. De uitvoering van dat beleid loopt door in het parlementaire jaar dat voor ons ligt. Door eerdere financiële impulsen worden meer dan 100.000 nieuwe woningen gebouwd. De regering stelt nog eens 1 miljard euro extra beschikbaar om te zorgen dat er doorgebouwd kan worden.

Ook het Nationaal Groeifonds overstijgt de grenzen van deze kabinetsperiode. In de eerste ronde is dit jaar ongeveer 4 miljard euro vrijgemaakt, onder andere voor infrastructuur en voor projecten in de sfeer van kunstmatige intelligentie en groene waterstof. In de volgende ronde is een bedrag van ruim 7 miljard euro beschikbaar.

Voor natuur en biodiversiteit en de terugdringing van de stikstofuitstoot zijn tot 2030 al forse bedragen beschikbaar gesteld. Daarmee worden ook volgend jaar investeringen in natuurontwikkeling, schonere stallen en opkoopregelingen gedaan. Het is nodig dat er een goed toekomstperspectief blijft voor Nederlandse boeren, die zo belangrijk zijn voor onze voedselvoorziening en een vitaal platteland. Tegelijkertijd is het belangrijk in kaart te brengen wat er nodig en mogelijk is om ook perspectief te bieden voor infrastructuur, economie en woningbouw. Daaraan blijft de regering werken.

Van de onderwerpen die zowel de grenzen van een kabinetsperiode als onze landsgrenzen overstijgen, is klimaatverandering zonder twijfel het meest dringend. Deze zomer kwam het International Panel on Climate Change met een harde en uitermate zorgelijke waarschuwing. De klimaatverandering en de stijging van de zeespiegel gaan veel sneller en zijn veel ernstiger dan eerder voorzien. Dat raakt onze veiligheid, natuur en leefomgeving, maar bijvoorbeeld ook het wereldwijde armoedevraagstuk en toekomstige migratiestromen. In Nederland houdt de bescherming tegen hoogwater uiteraard de allerhoogste prioriteit. De grootschalige overstromingen in Limburg zijn voor de regering aanleiding om in overleg alle geplande maatregelen opnieuw tegen het licht te houden en te kijken of en waar versnelling nodig is.

Met het Klimaatakkoord en de Klimaatwet is in deze regeerperiode in ons land een belangrijke aanzet gegeven voor het terugdringen van de CO2-uitstoot. De uitvoering van de gemaakte afspraken is in volle gang. Maar dat neemt niet weg dat de gerechtelijke uitspraak in de zogeheten Urgendazaak tot een versnelling dwingt, ook om de doelstellingen van de Klimaatwet te halen. De regering reserveert bijna 7 miljard euro extra voor aanvullende maatregelen, bijvoorbeeld voor verduurzaming van woningen en industrie en om elektrisch rijden verder te stimuleren.

In Europees verband heeft de regering een verhoging bepleit van 49% naar 55% CO2-reductie in 2030. Daarnaast steunt zij de doelstelling van klimaatneutraliteit in 2050, zoals vastgelegd in de Europese Green Deal. Het is duidelijk dat de komende jaren extra inspanningen nodig zijn om deze aangescherpte doelstellingen te halen. Tegelijkertijd biedt een ambitieus klimaatbeleid ook kansen: voorop de kans een mooier, schoner en veiliger land na te laten. Maar ook economische kansen, bijvoorbeeld in de export en toepassing van Nederlandse kennis op het gebied van duurzame technologie en waterveiligheid.

Vandaag, op de Internationale Dag van de Vrede, realiseren we ons hoe ruim 75 jaar vrede en internationale samenwerking ons land ongekende welvaart en welzijn heeft gebracht. De internationale inbedding van ons land in de naoorlogse multilaterale wereldorde blijft van wezenlijk belang, want de wereld waarin we leven is meer en meer als de bekende Rubiks kubus. Alles hangt met alles samen. Zo is vrede ook welvaart, klimaat ook veiligheid, armoedebestrijding ook mensenrechten, duurzaamheid ook economie en internationale stabiliteit ook migratie. Elke draai aan die kubus, elk besluit, werkt door op meerdere terreinen en niveaus. In dat besef is en blijft Nederland een betrouwbare internationale partner. Omdat het in ons eigen belang is, maar ook vanuit de solidariteit en verantwoordelijkheid die we voelen met en voor andere delen van de wereld. Onze uitgezonden militairen verdienen steun en respect voor de belangrijke en moeilijke taak die zij hierin steeds vervullen, zowel tijdens als na afloop van een missie. De regering stelt structureel extra geld beschikbaar voor de operationele inzetbaarheid van onze militairen en voor hulp aan veteranen die dat nodig hebben.

De lidmaatschappen van de Europese Unie, de NAVO en de Verenigde Naties zijn de hoekstenen van het Nederlandse buitenlands beleid. Het is duidelijk dat Nederland samen met de andere lidstaten van de Europese Unie voor strategische keuzes staat in de relaties met China en Rusland, maar ook in de relatie met de Verenigde Staten. Trans-Atlantische samenwerking blijft de basis onder het Nederlandse veiligheidsbeleid, maar we zullen tegelijkertijd meer moeten investeren in Europees veiligheidsbeleid.

In de Europese Unie ligt de prioriteit onder andere bij coronaherstelbeleid, bij de gezamenlijke klimaataanpak via de Green Deal en bij de bewaking van de Europese rechtsstaat en van de Unie als waardengemeenschap. Die waardengemeenschap is fundamenteel. In de landen van de Europese Unie mag iemands leeftijd, huidskleur, geloof, geaardheid, geslacht of herkomst nooit een reden zijn voor ongelijke behandeling, uitsluiting of andere vormen van discriminatie.

De rechtsstaat is het fundament onder de vrije en democratische samenleving, die al zolang kenmerkend is voor ons land. Maar die Nederlandse rechtsstaat staat onder druk. De georganiseerde misdaad wordt steeds meedogenlozer en gewelddadiger. De schokkende moord op Peter R. de Vries is in deze ontwikkeling een nieuw dieptepunt. Het kabinet werkt al langer aan een stevige en meerjarige aanpak die verschillende sporen kent en stelt daarvoor opnieuw extra geld beschikbaar. Criminele organisaties moeten worden opgerold, hun leiders opgepakt en crimineel geld afgepakt. We moeten daarbij ook meer investeren in de aanpak van digitale criminaliteit en veiligheid, omdat de wereldwijde digitale dreigingen op tal van manieren toenemen. Tegelijkertijd moeten kwetsbare wijken worden versterkt, is het belangrijk dat jongeren via scholing en werk worden toegerust om niet in criminaliteit te vervallen en moeten mensen worden beschermd die zich voor onze rechtsstaat inzetten.

Versterking van de rechtsstaat is per definitie een zaak van lange adem. Hiervoor komt per jaar ongeveer 0,5 miljard euro extra beschikbaar.

Tot slot moet de regering bij dat gesprek over de rechtsstaat en rechtszekerheid de hand in eigen boezem steken. De afhandeling van de aardbevingsschade in Groningen is te lang te stroperig geweest. In de toeslagenaffaire heeft de overheid mensen letterlijk en figuurlijk onrecht gedaan. In beide gevallen geldt: fouten moeten worden hersteld en wie recht heeft op compensatie moet die zo snel mogelijk krijgen. Dat blijft voor de regering absolute prioriteit.

Belangrijk is ook dat de deur van de rechtsstaat voor iedereen openstaat. Het kabinet maakt vanaf volgend jaar extra geld vrij voor de sociale advocatuur.

Het antwoord op de dieperliggende vraag hoe het vertrouwen te herstellen, vergt een langere adem en meer aandacht voor de uitvoerbaarheid van beleid.

Leden van de Staten-Generaal,

Als elke tijd overgangstijd is, is maatschappelijke verandering een constante. Onze geschiedenis laat dat ook zien. Het komt er steeds opaan, ook in het hier en nu, elke verandering die zich aandient met open vizier tegemoet te treden. Zo bouwen we samen aan een beter land voor volgende generaties. In dat streven zal de regering de samenwerking blijven zoeken met u, leden van de Staten-Generaal.

U mag zich in uw belangrijke werk gesteund weten door het besef dat velen u wijsheid toewensen en met mij om kracht en Gods zegen voor u bidden.


De voorzitter:

Leve de Koning. Hoera, hoera, hoera!

(Zijne Majesteit de Koning, Hare Majesteit de Koningin en de overige leden van het Koninklijk Huis begeven zich, begeleid door de leden van de Commissie van in- en uitgeleide, naar de uitgang van de kerk).


De voorzitter:

Ik verzoek u plaats te nemen. Zoals aangekondigd, zal nu Ru'ach tova van Karmit Fadael gespeeld worden door het koperkwintet van het Residentie Orkest. Ik vraag uw aandacht voor deze uitvoering.

(De leden van het Residentie Orkest spelen Ru'ach tova van Karmit Fadael.

(Applaus)

(De Commissie van in- en uitgeleide keert terug.)


Mevrouw Bergkamp (voorzitter van de Commissie van in- en uitgeleide):

Meneer de Voorzitter. De Koning heeft de Grote Kerk verlaten.


De voorzitter:

Ik dank de voorzitter en de leden van de Commissie vriendelijk voor het verrichten van hun taak en ontsla hen van verdere verplichtingen.

Ik deel u nog mede dat straks, na het sluiten van de vergadering, in verband met de anderhalvemeterregel, en alleen nadat u daartoe bent uitgenodigd door de hostessen van uw vak, u de kerk kunt verlaten.

Zij, de hostessen, zullen aangeven wanneer uw bus klaarstaat om u terug te brengen naar de tijdelijke huisvestingen van de Eerste en de Tweede Kamer. Blijft u dus zitten tot u het teken tot vertrek krijgt en houdt 1,5 meter afstand!

Het koperkwintet van het Residentie Orkest versterkt met twee paukenisten zal, zoals eerder aangekondigd, de Hymne van de Staten-Generaal van Johan de Meij spelen tijdens ons vertrek uit de kerk.

Ik dank de musici hartelijk voor hun bijdragen.

Dames en heren,

Aan het eind van deze vergadering gekomen wens ik u toe dat u allen uw werkzaamheden in goede gezondheid zult kunnen blijven voortzetten in de periode die voor ons ligt.

Ik vraag u dus nog even te blijven zitten tot u een seintje voor vertrek krijgt.


Sluiting

Sluiting 13.50 uur.