Verslag van de vergadering van 28 september 2021 (2021/2022 nr. 1)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 22.25 uur
De heer Rombouts i (CDA):
Voorzitter. Ik wil ook mensen bedanken voor een mooi debat vandaag. Na een wordingsgeschiedenis van negen maanden hebben wij er inmiddels negen uur debat aan toegevoegd. Ik wil de minister bedanken, niet alleen voor een serieuze beantwoording van mijn vragen, maar ook voor de luchtige manier waarop zij opende. Inmiddels is mij door de tussenkomst van een andere oud-wethouder van Amsterdam de tekening van Rembrandt toegekomen. In het kader van de actieve openbaarmaking bied ik u, voorzitter, aan om die in de Handelingen op te nemen, als u dat wilt. Het hoeft natuurlijk niet, want dan wordt natuurlijk ook wel bekend wie die andere oud-wethouder is. Ik wil de initiatiefnemers bedanken voor de gedegen, gepassioneerde en gemotiveerde beantwoording. Daar heb ik bewondering voor. Ik dank de minister voor de toezegging om die internationale vergelijking sowieso op te starten. Dat kan alleen maar winst opleveren voor wat we beogen. Ik wil ook de heer Van der Burg bedanken voor zijn altijd inspirerende manier waarop hij losjes van het papier ons toch weer probeert te verbinden en de kern van de boodschap van vandaag probeert aan te raken. De heer Backer wil ik graag zeggen dat zijn relativering mij uit het hart gegrepen is: we moeten ook naar onszelf kijken en het parlement moet de zelfreflectie ter harte nemen.
Voorzitter. Ik heb goed geluisterd. Dat heb ik nu ook wel laten merken door wat ik zo hier en daar al zei. Ik ben blij te zien dat de initiatiefnemers en de minister geloven in het wetsvoorstel dat ze hier verdedigen, althans, waarover ze hier adviseren. De heer Ganzevoort vatte het al heel mooi samen. Ik had ook een drietrap gemaakt, maar hij zei het nog veel mooier: hart, hoofd en handen. Laat ik het maar op mijn manier zeggen. Ik denk dat het om drie dingen gaat: investeren in techniek, investeren in mentaliteitsverandering en investeren in regelgeving. Maar u voelt al wel dat ik met het laatste de meeste moeite heb. Bij de eerste twee zitten we op hetzelfde spoor. Er moet echt keihard gewerkt worden aan de cultuurverandering. Voor dit debat werd mij door een journalist gevraagd hoe dat dan moet. Daar zijn allerlei methodes voor. Bestuurders in de dop kunnen getraind worden en zij kunnen oefenen om een andere mindset te krijgen dan de afgelopen decennia het geval was.
Ik heb met genoegen gehoord dat de regering er echt groot geld voor over heeft om nu al te investeren. Ik vrees, de getallen van de heer Snels gehoord hebbend, dat er nog veel meer geld voor nodig zal zijn. Als we zo veel belang hechten aan transparantie moeten we dat er ook voor over hebben.
Ik ga wat sneller praten vanwege de klok. Wat overblijft, is dat we een verschil van mening hebben over hoeveel regels erbij moeten komen. Met de Raad van State en de wetenschappers die ik eerder geciteerd heb, geloven wij van het CDA er echt niet in dat we met zo veel fijnmazige en gespecificeerde wetgeving, die er ook nog eens heel gestapeld uit komt te zien met regels op regels en uitzonderingen op uitzonderingen, op de goede weg zijn. Het spijt mij richting de initiatiefnemers, die hier zo veel werk van gemaakt hebben. U hoort waarschijnlijk aan mijn stem dat ik het meen. Maar wij willen ook wel, omdat we de intenties volledig onderschrijven, een alternatieve route aanwijzen. Laten we gezamenlijk doorgaan met dat investeren in een deugdelijk systeem van informatiehuishouding, laten we echt werk maken van die mentaliteitsverandering, maar laten we deze wet niet door deze Kamer laten aanvaarden en doen wat ik in eerste termijn zei. De minister heeft de internationale vergelijking al toegezegd. Laten we in aanvulling daarop een evaluatie van de Wob voorbereiden en een veel minder omvangrijk stelsel van artikelen en wetgeving produceren.
Meneer de voorzitter, ik heb een motie voorbereid die mede ondersteund wordt door de heer Schalk en de heer Talsma van respectievelijk de SGP en de ChristenUnie, waarin ik daarover een uitspraak vraag van de Kamer.
De voorzitter:
Wilt u de motie ook indienen?
De heer Rombouts (CDA):
Ja.
De voorzitter:
Dan moet u haar voorlezen.
De heer Rombouts (CDA):
Omdat ik dit niet wekelijks doe, twijfelde ik even of ik haar mocht voorlezen dan wel dat u dat zou doen.
De voorzitter:
Door de leden Rombouts, Schalk en Talsma wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat er brede consensus is om overheden transparanter te maken, om zo het belang van openbaarheid van publieke informatie voor de democratische rechtsstaat te dienen;
constaterend dat de Raad van State ernstige twijfels heeft uitgesproken of de uitgangspunten van dit initiatiefvoorstel wel bereikt zullen worden;
constaterend dat in wetenschappelijke kring scherpe kritiek is geuit of met dit wetsvoorstel de actieve openbaarmaking en de gewenste omslag in de bestuurscultuur wel dichterbij komen;
spreekt uit dat het niet zozeer gaat om meer en gedetailleerde regelgeving, maar om investeringen in de informatiehuishouding en in een mentaliteitsverandering onder bestuurders;
verzoekt de regering met voortvarendheid een evaluatie van de Wet openbaarheid van bestuur uit te laten voeren en een voorstel voor te bereiden om te investeren in een deugdelijk systeem van informatiehuishouding van de overheid en een mentaliteitsverandering onder bestuurders,
en gaat over tot de orde van de dag.
Naar mij blijkt, wordt de indiening ervan voldoende ondersteund.
Zij krijgt letter Z (33328, 35112).
Wilt u de motie rechts naast u op het tafeltje leggen? Wilt u even blijven staan?
De heer Ganzevoort i (GroenLinks):
Ik heb een verhelderingsvraag. Is deze motie nu een motie, of is het eigenlijk een stemverklaring waarmee u zegt dat u tegen gaat stemmen? Zo klinkt het een beetje.
De heer Rombouts (CDA):
Het is absoluut een motie. Wij verzoeken de regering om iets te gaan doen. Voorzitter, ik zou het heel fijn vinden als u volgende week dinsdag deze motie eerst in stemming brengt, vóór het wetsontwerp. Dan komt de marsroute voor plan B, of hoe je het noemen wilt, eerst in stemming, alvorens we over het wetsontwerp gaan stemmen.
De voorzitter:
De vraag is of de Kamer daar verlof toe geeft. Dat is het geval. Daar is geen bezwaar tegen. Dan gaan we dat zo doen.
Dan geef ik nu het woord aan de heer Van Hattem namens de fractie van de PVV.