Verslag van de vergadering van 16 november 2021 (2021/2022 nr. 6)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 20.52 uur
De heer Ester i (ChristenUnie):
Voorzitter. Dank aan de beide bewindspersonen en hun staf voor de beantwoording van onze vragen. We kijken terug op een wat gelaten debat, wat mij betreft. Dat kan misschien ook niet anders gezien de demissionaire status van de beide bewindspersonen. De staat van de Nederlandse economie is ambivalent. Ik gaf het al aan. Ons land is financieel-economisch snel opgekrabbeld in de afgelopen twintig maanden, maar het sociale klimaat blijft bepaald pessimistisch: een tegenstrijdig beeld van overvloed en onbehagen. Ik meen dat de minister dat beeld van die januskop ook herkende. De verwijzing naar de demissionaire status van het kabinet domineerde dit debat wel zeer, acht maanden na de verkiezingen, terwijl we aan de andere kant vele, vele, vele miljarden hebben geïnvesteerd. Dat bleek ook uit de Miljoennota en alles wat daarna is gekomen. Misschien moeten we dat demissionaire argument wat minder selectief hanteren.
Ik wil kort nog een paar opmerkingen maken. De Miljoenennota is weliswaar demissionair, maar toch zijn er de nodige ambities. De vraag is of we al die ambities rond klimaat, energietransitie, onderwijs, rechtsstaat, handhaving, jeugdzorg et cetera kunnen realiseren, gezien de enorme krapte op de arbeidsmarkt, een krapte die ook toeneemt. Ik hoop met de minister dat een nieuw kabinet deze discrepantie tussen ambitie en arbeidsmarkt volop adresseert. Lukt dat niet, dan hebben we een serieus probleem met alle voorgestelde transities.
Mijn fractie blijft het een misser vinden dat en de troonrede en de Miljoenennota nauwelijks aandacht besteden aan de positie, de knellende positie, van arme landen, zeker in deze coronatijd. De minister heeft er een reactie op gegeven, maar die vond ik toch een beetje teleurstellend. Laten we hopen dat een nieuw kabinet de noden van andere, vooral arme landen serieus neemt. Zij betalen immers een belangrijk deel van de rekening, een hoge rekening, van de coronacrisis en de klimaatcrisis.
Voorzitter, ik sluit af. De noodzaak van nieuwe budgetdisciplinering, van heldere begrotingsankers, is duidelijk geworden. De minister heeft daarop gereflecteerd. Mijn dank daarvoor. Wat mijn fractie mist in zijn bespiegelingen, is vooral het belang van het langetermijnperspectief, met name de verplichting om een gezonde economie na te laten voor toekomstige generaties. Zij zijn gebaat bij diezelfde disciplinering van overheidsuitgaven en zij zijn ook gebaat bij een beheersbaar houdbaarheidstekort. Dat is een tekort waar mijn fractie zich zorgen over blijft maken, juist gezien de belangen van toekomstige generaties.
Dank u wel.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Ester. Dan is het woord aan de heer Van Apeldoorn namens de SP.