T03331

Toezegging Overzicht communicatie ter voorkoming polarisatie (35.899)



De minister van VWS zegt de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Karakus (PvdA), toe om een overzicht te maken met wat er betreffende communicatie wordt gedaan om mogelijke polarisatie te voorkomen.


Kerngegevens

Nummer T03331
Status voldaan
Datum toezegging 23 november 2021
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden H. Karakus (PvdA)
Commissie commissie voor Justitie en Veiligheid (J&V)
commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
commissie voor Binnenlandse Zaken en de Hoge Colleges van Staat / Algemene Zaken en Huis van de Koning (BiZa/AZ)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen communicatie
polarisatie
COVID-19
Kamerstukken Goedkeuringswet derde verlenging geldingsduur Twm covid-19 (35.899)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8; blz. 1–2.

De heer Karakus (PvdA):

(…)

Voorzitter. Dan misschien wel de meest prangende zorg die de PvdA-fractie op dit moment heeft. Onze fractie maakt zich grote zorgen over de groeiende tweedeling in onze samenleving. De gekozen maatregelen lijken de samenleving te polariseren: gevaccineerden tegen ongevaccineerden, voorstanders van 2G tegen tegenstanders. De samenleving lijkt steeds vaker te bestaan uit groepen die lijnrecht tegenover elkaar staan doordat de weerstand tegen het coronabeleid steeds heviger lijkt te worden. Het blijft daarom van het grootste belang om als overheid te zorgen voor draagvlak voor de maatregelen en begrip voor elkaar onder de burgers. Als de overheid wispelturig handelt, het nut en de noodzaak van de maatregelen niet helder aan de inwoners kan of wil uitleggen, en de effecten niet zichtbaar zijn, werkt dat wantrouwen in de hand. Hoe reflecteert de regering op haar rol in de groeiende polarisatie van onze samenleving? Graag een reactie.

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8; blz. 23

De heer Karakus (PvdA):

Ik had nog gevraagd of de regering wilde reflecteren op haar rol in de groeiende polarisatie. Krijg ik antwoord van deze minister of van minister De Jonge?

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8 – blz. 65 - 67

De heer Karakus (PvdA):

De laatste vraag betreft de toezegging om te reageren op de groeiende polarisatie en de rol van de regering daarin.

Minister De Jonge:

Ja. Vanuit de wil om wat voortgang te boeken, heb ik een aantal bochtjes iets te kort genomen. Dus excuus daarvoor.

(…)

Dan de vragen over polarisatie. College Grapperhaus heeft daar al iets over gezegd. Ik had die zelf gekoppeld aan de coronatoegangsbewijzen, omdat ik meende dat daar ook de koppeling in de vraagstelling zat. Misschien ben ik daarmee zelf te kort door de bocht gegaan. Ik krijg vrij vaak de vraag of de maatregelen die je neemt, of je dat nou wilt of niet, niet ook bijdragen aan de tweedeling in de samenleving. Dat kan natuurlijk zo zijn. Dat is waar. Maar de vervolgvraag is: is dat dan aanleiding om de maatregelen die wel nodig zijn, dan maar niet te nemen? Dat kan dan toch ook weer niet het geval zijn. We hebben nu eenmaal de opdracht om kwetsbare mensen te beschermen en de zorg te beschermen tegen overbelasting. Het is wel een aanvullende opdracht, denk ik, voor de politiek om proportionele maatregelen te nemen en telkens in ogenschouw te nemen dat een flink deel van de mensen te lijden heeft onder het virus, maar dat een nog veel groter deel inmiddels te lijden heeft onder de maatregelen tegen het virus. Dat maakt dat we ons zeer bewust moeten zijn van alles wat je met maatregelen aanricht. We zien een afnemende solidariteit en de hele crisis is één grote test van onze solidariteit. Tijdens de eerste golf zijn we glansrijk geslaagd voor die test. Bij iedere volgende golf is de mate waarin we voor die test van solidariteit slagen afnemend. De laatste tijd gaan we echt maar met de hakken over de sloot. Dat laat onverlet dat ik er ook op wil vertrouwen en erin blijf geloven dat als de nood echt aan de man is, we echt wel weer schouder aan schouder kunnen staan.

Dat maakt dat we behoedzaam moeten zijn in de ruigheid van de maatregelen die we treffen. Dat maakt wel dat we ons er ook van bewust moeten zijn dat na twintig maanden crisis niet iedereen meer even woest enthousiast is over de maatregelen die we nemen en dat niet iedereen het altijd meer even goed kan meemaken. Dat geeft een extra druk op de politiek om in goed evenwicht op maatregelen te besluiten. Maar het kan nooit betekenen — zo bedoelt u het ook niet — dat je maatregelen om de lieve vrede maar niet meer neemt. Want wat je dan terugkoopt, is iets waar je later heel veel spijt van krijgt.

De Voorzitter:

Mag ik u vragen om een korte interruptie? Eventueel kunt u er dan in uw tweede termijn verder op ingaan.

De heer Karakus (PvdA):

Zeker. Natuurlijk moet je maatregelen nemen, maar mij gaat het ook om de vraag: wat zou de rol van de overheid daarin kunnen zijn? Je kunt er ook voor kiezen om te zeggen "we gaan de effecten beter toelichten" of "we gaan proberen om die groepen beter bij elkaar te brengen; daar zetten we iets voor op". Dus je kan meer dan alleen maar zeggen: we hebben maatregelen. Natuurlijk moet je maatregelen hebben. Dat kan polarisatie veroorzaken, maar de vraag was meer: wat kan de overheid daaraan doen, om die groepen toch enigszins bij elkaar te houden?

Minister De Jonge:

Ik ben in ieder geval bereid om alles wat u me aanbeveelt te doen, behalve nog meer in talkshows te acteren. Dat doe ik liever niet, als het niet hoeft, ook omdat het zo veel tijd kost. Ik heb niks tegen talkshows, maar het kost zo veel tijd. Zonder twijfel is er nog ruimte ter verbetering van de communicatie. Zonder twijfel is er nog ruimte ter verbetering van de toelichting van het waarom van maatregelen, dat mensen het ook daadwerkelijk kunnen meemaken. Ik hoop niet dat u mij een resultaatsverplichting oplegt ten aanzien van het enthousiasme voor de maatregelen die we moeten nemen, want we moeten ook bereid zijn maatregelen te treffen als mensen er niet enthousiast over zijn.

Ik zag een onderzoek naar de laatste persconferentie. Aan de kijkcijfers lag het niet; heel veel mensen hebben de persconferentie gevolgd. Ik geloof dat de inhoud van de communicatie van de persconferentie onder de bevolking als geheel een bereik had van zo'n 75%. De waardering voor het feit dat er maatregelen genomen waren, was ook heel erg hoog, maar over welke maatregelen dat moesten zijn, was men behoorlijk verdeeld. Met die verdeeldheid hebben we het ook wel eventjes te doen. Dat laat onverlet dat er een opdracht is aan ons om zo goed mogelijk de noodzaak ervan over het voetlicht te krijgen, maar of we iedereen enthousiast kunnen krijgen, weet ik niet.

De Voorzitter:

Dit debat gaat tot na middernacht duren, zo waarschuw ik u vast, meneer Karakus. Dus als u het in uw tweede termijn kunt doen, zeg ik "graag", maar ik geef u uiteraard het woord.

De heer Karakus (PvdA):

Dank u wel. Mijn allerlaatste punt. Is de minister bereid om wat er wordt gedaan, wat er kan worden gedaan een keer op een rijtje te zetten voor deze Kamer?

Minister De Jonge:

Qua communicatie bedoelt u? Jazeker. Absoluut, heel graag zelfs.

De Voorzitter:

Dank u voor toezegging. (…)

Handelingen I 2021/22, nr. 7, item 8; blz. 77

De heer Karakus (PvdA):

Voorzitter. Een paar dingen nog. Tijdens mijn inbreng probeer ik altijd kritisch te zijn, maar ook opbouwend. Ik probeer ook te onderbouwen waarom iets nodig is. We maken ons inderdaad zorgen over polarisatie. Mevrouw De Boer heeft heel goed aangegeven dat het een karig antwoord was. Het gaat niet om relscheppers, want die moet je hard aanpakken. Het gaat er ook niet om dat je geen maatregelen moet nemen, want die moeten genomen worden. Maar het gaat om alles daartussen, want er zijn ook veel mensen die door wispelturig handelen van de regering niet meer helder hebben waar het allemaal over gaat en daardoor ook geen begrip meer hebben. Je raakt zo ook het draagvlak kwijt. Wij signaleren dat en roepen op om daar wat aan te doen. Kijk ook kritisch naar uw eigen handelen! De minister heeft een brief toegezegd, dus wij zijn benieuwd naar die brief.


Brondocumenten


Historie