Verslag van de vergadering van 8 maart 2022 (2021/2022 nr. 20)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 11.01 uur
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel. Fijn dat de kleuren van de Oekraïne in deze zaal hangen.
Een woord vooraf. Tot het wetsvoorstel dat nu hier vandaag voorligt is besloten in het regeerakkoord van Rutte III. Dit voorstel is ook besproken aan de elektriciteitstafel, onderdeel van het Klimaatakkoord, waarvan ik destijds ook op verzoek van minister Wiebes voorzitter ben geweest. Dat iedereen dat weet.
Voorzitter, dan de context van dit wetsvoorstel. De afschuwelijke oorlog die Vladimir Poetin twaalf dagen geleden is gestart in de Oekraïne bezorgt iedereen, en ook de fractie van GroenLinks, diepe buikpijn. De menselijke tragedie waarin de Oekraïense bevolking terecht is gekomen, is onvoorstelbaar. Terecht zijn forse sancties afgekondigd door onder meer de Europese Unie en Nederland, wordt druk gezet op diplomatieke oplossingen en wordt hulp geboden aan de Oekraïense bevolking. En we zien — dat is een link naar dit wetsvoorstel — fors oplopende gasprijzen.
Voorzitter. Vorige week bracht het IPCC, het VN-klimaatpanel, opnieuw een nieuw rapport uit over klimaatverandering. Dat was evenzeer huiveringwekkend. Klimaatverandering gaat nóg sneller dan gedacht en met aanzienlijk meer impact op ecosystemen, samenlevingen en kansen voor mensen. De uitkomst van de klimaattop in Glasgow — 1,5 graad temperatuurstijging moet echt het maximum zijn — is dus nóg weer urgenter geworden. De transitie moet dus veel sneller, ook omdat het IPCC genadeloos laat zien dat mogelijkheden voor adaptatie aan hogere temperaturen, zelfs binnen die 1,5 graad, veel geringer zijn dan gedacht. En, voeg ik er op eigen gezag aan toe, alle uitstoot die de wereld zich nog mág permitteren, het resterende carbonbudget dat correspondeert met 1,5 graad maximale temperatuurstijging, is vandaag de dag al gefinancierd. Het staat allemaal al in de boeken. Elk nieuw fossiel project in de wereld is er dus nú een te veel. Dus moeten we nu stoppen met nieuwe fossiele projecten. Niet morgen, maar nu.
Ik vraag de minister voor Klimaat en Energie om een korte reactie op het IPCC-rapport en de conclusie die ik daar nu aan verbind. Ook hier is de link naar dit wetsvoorstel evident.
De heer Van Strien i (PVV):
Ik hoor de heer Vendrik zeggen: het wordt allemaal nog ernstiger met die opwarming, het gaat nog harder, de laatste resultaten van het IPCC wijzen aan dat het nog dramatischer wordt. Nou vraag ik mij toch af, als wetenschappelijk op een bepaald moment is vastgesteld dat die opwarming van de aarde er is, hoe het dan kan dat in maanden tijd die cijfers bijgesteld moeten worden. Hoe kan dat nou eigenlijk? We horen namelijk iedere paar maanden dat de situatie nóg urgenter is dan een paar maanden geleden. Hoe kan dat, vraag ik aan de heer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Ik hoop dat de heer Van Strien het IPCC-rapport gelezen heeft, 6.500 pagina's. Daar hebben duizenden wetenschappers wereldwijd jaren aan gewerkt. Wat dit IPCC-rapport doet, is als het ware de conclusies trekken die op basis van wetenschappelijk onderzoek van járen nu rijp zijn om daar conclusies aan te verbinden en te publiceren. Dat is wat hier gebeurt en zo werkt het IPCC al 30 jaar. En inderdaad, het is waar, al 30 jaar — een boodschap die u stelselmatig negeert — al 30 jaar wordt in steeds indringender mate verteld hoe hard klimaatverandering gaat. Deze keer ging het over de impact van klimaatverandering en met name over de mogelijkheden van mensen en samenlevingen all over the world om zich hierop aan te passen. Dat was de focus van dit rapport. Dat heb ik verwoord. Dat was dus nog ernstiger dan we een aantal jaar geleden van het IPCC hadden gehoord.
De heer Van Strien (PVV):
Ik ben een paar jaar in de wetenschap actief geweest. Ik kan mij herinneren dat het, als je op een gegeven moment iets uitvond en daar een publicatie van maakte, toch wel heel erg raar overkwam als diezelfde publicatie na een paar maanden al verouderd was. Hoe kan dat in godsnaam? Hoe kan het dat je telkenmale weer opnieuw die cijfers moet bijstellen? Hoe kan dat? Wat voor wetenschap is dat?
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dan constateer ik dus dat de heer Van Strien dat rapport niet gelezen heeft. Ik heb net toegelicht wat daarin staat en waar het vandaan komt. Er worden geen cijfers bijgesteld na een paar maanden. Vorig jaar heeft het IPCC een rapport gelanceerd over de maximaal toelaatbare klimaatverandering. Parijs zei 2 graden, het liefst 1,5. Op basis van het rapport van vorig jaar zei Glasgow: het moet 1,5 zijn. Dat ging over mitigatie, het beperken van uitstoot. Nu komt er een ander rapport, dat hier dichtbij ligt. Dat gaat over het vermogen van ecosystemen, van samenlevingen, van mensen, om zich aan te passen aan omstandigheden van stijgende temperaturen. Dat is een nieuw onderzoek. Daar zit jaren van wetenschappelijke arbeid achter van duizenden mensen wereldwijd. Die komen tot de conclusie dat we misschien nog beter moeten opletten met die mondiale temperatuurstijging, omdat het vermogen om aan te passen, zelfs binnen 1,5 graad, veel geringer is dan we dachten.
De voorzitter:
Dank u wel. De heer Van Strien tot slot.
De heer Van Strien (PVV):
Ik laat het hierbij, want ik krijg geen antwoord op mijn vraag.
De heer Vendrik (GroenLinks):
De heer van Strien heeft een heel duidelijk antwoord van mij gekregen.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Het zou fijn zijn als de PVV-fractie eens een keer wil luisteren naar de wetenschap. Zeker als de heer Van Strien zelf heeft rondgelopen in de wetenschap weet hij de waarde van wetenschap. Dit is het beste wat de wereld op dit moment te bieden heeft.
De voorzitter:
Vervolgt u uw betoog, meneer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Luister eens een keer, ook in het belang van uw kinderen en kleinkinderen, meneer Van Strien. Dat zou goed zijn.
De voorzitter:
Meneer Vendrik, vervolgt u uw betoog en graag via de voorzitter.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Goed, voorzitter. Dat over het IPCC.
Voorzitter. Zowel de oorlog van Poetin als de klimaatnoodtoestand waarin we ons bevinden leidde tot exact dezelfde conclusie: de klimaat- en energietransitie moet nu in de allerhoogste stand worden gebracht. De beste manier om te stoppen met het spekken van de oorlogskas van Rusland en Poetin is namelijk om het gasverbruik aanzienlijk te reduceren door veel snellere uitrol van hernieuwbare elektriciteit en forse besparing op het gebruik van elektriciteit, want van het gas af is van Gazprom af, van Rosneft af. Een kleine 20% van de Nederlandse gasafname betreft op dit moment Russisch gas. De GroenLinksfractie in de Tweede Kamer en de Europese Groenen hebben hierover inmiddels omvattende plannen naar buiten gebracht hoe die radicale versnelling eruit moet zien. Dat deed ook de Nederlandse Vereniging Duurzame Energie. Gisteren deed het International Energy Agency het. Ik begrijp ook dat de Europese commissie nu, vandaag, morgen, met een plan komt, RepowerEU, dat eigenlijk dezelfde kant op denkt. Ik nodig de minister voor Klimaat en Energie uit om hierop te reageren. Ik vraag daarbij — het lijkt namelijk soms van de rand van de tafel af te vallen — bijzondere aandacht voor het grote potentieel dat er vandaag de dag is voor energiebesparing. Dat is namelijk de allereerste oplossing die je moet uitproberen: minder gebruik. Daar kan en moet veel meer. Graag een reactie van de minister. Ik hoor dus ook graag een appreciatie van het kabinet, voor zover dat nu kan, voor dat plan waar de Europese Unie dezer dagen mee komt.
Voorzitter. Ik vraag het kabinet ook naar de afhankelijkheid van Rusland omtrent uranium. De wereldwijde vraag wordt voor 35% voorzien uit materiaal dat afkomstig is uit Rusland. We praten dus niet alleen over gas als we onafhankelijk willen worden van Rusland. We praten dus ook over uranium. Ik vraag de minister voor Klimaat en Energie om dat te bevestigen. Ik vraag hem om te duiden hoe dat zit voor Europa en Nederland, ook al hebben wij maar één kerncentrale, in Borssele. Graag een reactie.
Voorzitter. We spreken hier vandaag over minimumprijzen. Wordt het niet ook tijd om een initiatief te nemen, vraag ik de minister voor Klimaat en Energie, voor een maximumprijs van gas. De Gasrichtlijn biedt daarvoor in uitzonderlijke omstandigheden de ruimte. Daar lijkt vandaag de dag sprake van te zijn. Wat is de stand van zaken van denken in het kabinet op dit punt? Het is voor de fractie van GroenLinks van evident belang dat het kabinet een uiterste inspanning moet leveren om met name de gezinnen met energiearmoede te ontzien. Dat debat hebben we afgelopen jaar al gehad naar aanleiding van de stijgende energieprijzen. Dat is nu belangrijker dan ooit. Hierop moet het kabinet actie ondernemen: duurzame transitie, energiebesparing en het helpen van mensen die dat vandaag nog niet in de portemonnee merken, de gezinnen met energiearmoede. Ik hoor graag het kabinet een reactie geven.
Voorzitter. Ook dit wetsvoorstel moet de snelle transitie dienen. Het voorstel voor een CO2-minimumprijs voorziet in een bodem van de prijs per ton CO2-uitstoot die elektriciteitsproducenten moeten betalen voor de emissie bij de elektriciteitsproductie. Bij het afsluiten van het regeerakkoord van Rutte III in het najaar van 2017 was het doel van de wet een nationale forse correctie op het Europese ETS, dat jarenlang door extreem zware lobby van bedrijven in Brussel nauwelijks serieuze prijzen genereerde. In het jaar dat dit wetsvoorstel in het regeerakkoord belandde, ging het om ruwweg €5. Voor het goede begrip: als je werkelijk alle kosten van klimaatverandering in de prijzen wil internaliseren — dat is uiteindelijk ook de bedoeling van het ETS — praten we over waarschijnlijk €250 per ton. Zeker met het laatste IPCC-rapport kunnen we zien wat de fenomenale schade is van de uitstoot van CO2. Het gekozen prijspad in het regeerakkoord van Rutte III van destijds, van €18 oplopend naar €43 in 2030, was dus nog tamelijk bescheiden.
De minimumprijs is er gekomen om nationaal te corrigeren wat er Europees fout ging. Door ten minste nationaal minimaal te beprijzen zou de elektriciteitsmarkt beter gaan functioneren en komt hernieuwbaar in een betere concurrentiepositie, omdat er schaalvoordelen ontstaan, en kunnen overheidssubsidies worden beëindigd. Heel goed. Maar waarom geldt dat dan alleen als transitietheorie voor de elektriciteitssector, vraag ik de minister voor Klimaat en Energie. Dat geldt dan toch eigenlijk voor het hele ETS? Waarom geldt het daar niet en is er een minimumprijs geïntroduceerd, ook voor de industrie, de andere ETS-sector? Waarom beperkt de werking van dit wetsvoorstel zich tot de elektriciteitssector? Waarom is die scope niet verbreed? Zijn de nieuwe bewindslieden van Rutte IV van plan om deze stap nu te zetten?
Voorzitter. In 2018 gaven studies van PBL en Frontier Economics aan dat bij kleine prijsverschillen tussen productiekosten van met name Nederland en Duitsland elektriciteitsproductie zou kunnen verschuiven van gasgestookte productie in Nederland naar vervuilende productie in met name Duitsland. Daarmee zou ook op termijn de leveringszekerheid in het geding kunnen komen, aldus deze rapporten. Het kabinet en maatschappelijke partijen kwamen in het Klimaatakkoord overeen om een iets behoedzamer prijspad te kiezen om het risico op deze ongewenste uitkomst te mitigeren. Daarmee heeft de minimumprijs eigenlijk een wat ander karakter gekregen, namelijk het verschaffen van zekerheid aan investeerders, zo lees ik in de stukken van het kabinet. Kan de regering dat nog eens nader toelichten? Zekerheid voor wie? En wat is dan nu de beleidstheorie achter dit wetsvoorstel?
Belangrijk is dat er inmiddels in Duitsland ook een nieuw regeerakkoord ligt van een nieuw kabinet. Dat deden ze overigens een stuk sneller dan hier, terwijl het regeerakkoord daar drie keer dikker is dan het regeerakkoord van Nederland. Politiek productiviteitsverschil zullen we maar zeggen. Dat krijg je ervan als je groene partijen uitsluit in de formatie. Nu is van belang dat in Duitsland ook een CO2-minimumprijs voor de elektriciteitssector in het regeerakkoord wordt aangekondigd. Als nationale bodem wordt een bedrag van €60 voorgesteld áls er geen Europese minimumprijs komt, zo begrijp ik. Ik ben nieuwsgierig naar hoe het kabinet deze nieuwe Duitse afspraak beoordeelt en wat hiervan de implicaties kunnen zijn voor het voorliggende wetsvoorstel en het gekozen prijspad. Immers, het was vooral de verplaatsing naar Duitse vervuilender productie die destijds door Frontier werd geproblematiseerd. Met een nationale minimumprijs van €60 is dat gevaar geweken. Het zou zelfs andersom kunnen zijn. Ziet de regering dit ook zo? En zo ja, is dan een hoger prijspad in Nederland, in de vorm van dit wetsvoorstel, dat ten minste aansluit bij het Duitse voorstel, niet logisch? Gaat het kabinet dat ook doen? Dit raakt ook aan de evaluatie in 2023 die met het amendement-Grinwis in de Tweede Kamer in het wetsvoorstel is gekomen. Hoe beziet het kabinet deze nieuwe situatie met betrekking tot de afspraak uit het Klimaatakkoord?
Tot slot nog een technische vraag. Kan de regering ook hier toelichten — ik kon de uitleg in de Tweede Kamer niet helemaal volgen — hoe de destijds voor het regeerakkoord geraamde inkomsten van de CO2-minimumprijs, oplopend naar ruim 600 miljoen in 2030, die nu niet zullen worden gerealiseerd, precies in de begroting zijn verwerkt? Ik zou daarover graag helderheid van het kabinet willen. De hoofdroute was, is en blijft een sterk Europees ETS. Het vorige kabinet was van mening dat er bij voorkeur een Europese minimumprijs zou moeten komen, en anders een nationale. Duitsland vindt dat nu ook. Wat is nu het standpunt van dit nieuwe kabinet?
Voorzitter, een laatste opmerking. Het is evidenter dan ooit dat de verduurzaming van de elektriciteitsproductie veel sneller moet. We weten allang dat 2050 voor alle sectoren veel te laat is. Dat is wat je doet. Dat is waar je komt als je Glasgow serieus neemt. Het kan ook. Hernieuwbare opwek is inmiddels vele malen goedkoper dan tien jaar geleden. Het wint zienderogen terrein; het gaat hard. Minister, zet hier dus de kraan wagenwijd open, in combinatie met forse besparing. Mijn fractie wenst dat in 2035 de gehele elektriciteitsproductie in Nederland duurzaam is. Ziet het kabinet dat ook als nieuw doel? In dat geval is het wetsvoorstel voor een CO2-minimumprijs nog dertien jaar relevant. De beperkte houdbaarheid van dit wetsvoorstel zou dus in het geheel bezien een zeer grote winst zijn. Graag een reactie.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vendrik. Dan is het woord aan de heer Van Strien, namens de PVV.