T03356

Toezegging Besluitvormingstraject inzet coronamaatregelen (35.401)



De minister van VWS zal de Kamer, naar aanleiding van een vraag van het lid Faber-van de Klashorst (PVV), schriftelijk informeren over het besluitvormingstraject met betrekking tot de bepaling van een directe dreiging en de inzet van concrete maatregelen.


Kerngegevens

Nummer T03356
Status voldaan
Datum toezegging 21 februari 2022
Deadline 1 juli 2022
Verantwoordelijke(n) Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Kamerleden M.H.M. Faber-van de Klashorst (PVV)
Commissie commissie voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS)
Soort activiteit Plenaire vergadering
Categorie brief/nota
Onderwerpen besluitvorming
coronamaatregelen
infectieziektebestrijding
COVID-19
Kamerstukken Wijziging Wet publieke gezondheid in verband met het coronavirus (35.401)


Uit de stukken

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 5, p. 1

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Voorzitter. Deze bevoegdheden betreffen niet alleen maatregelen die zijn gericht op gebouwen, goederen, vervoersmiddelen, havens en luchthavens, maar betreffen ook verregaande maatregelen die opgelegd kunnen worden aan burgers. U moet dan bijvoorbeeld denken aan isolatie, medisch onderzoek, quarantaine, een beroepsverbod. En dit kan dus ook enkel bij een directe dreiging van een epidemie, maar wat is "een directe dreiging"? Worden daar indicatoren voor vastgesteld of zijn die er al? Wanneer is er sprake van een epidemie? Onder welke voorwaarden is er sprake van een epidemie? En wie of welke organisatie is leidend voor dit kabinet om dat te bepalen? Graag een reactie van de minister.

Handelingen I 2021/22, nr. 18, item 7, p. 2

Minister Kuipers:

Dan werd er een vraag gesteld over vergaande maatregelen bij directe dreiging. Wanneer is er sprake van directe dreiging? Bij de bepaling van een directe dreiging en de inzet van concrete maatregelen worden experts van het OMT om advies gevraagd. Zij nemen daarbij ook de situatie in Europa in ogenschouw. Zij kijken regelmatig naar andere Europese landen. In december kwam er bij de komst van de omikronvariant informatie uit Zuid-Afrika. Dat kunt u zich ongetwijfeld herinneren. Ook waren er adviezen van het European Centre for Disease Prevention and Control (ECDC) en van de Wereldgezondheidsorganisatie.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

De minister geeft aan dat er om advies wordt gevraagd bij het OMT. Is er dan een soort beslisboom op basis waarvan zij tot hun oordeel komen? Want ik neem aan dat er iets is op basis waarvan zij besluiten. Het lijkt me geen nattevingerwerk.

Minister Kuipers:

Natuurlijk is er om te beginnen een besluitvormingstraject. Ook is er input. Dan komen we opnieuw terug op de discussie die we zonet al gevoerd hebben. Het gaat dan bijvoorbeeld om de predicties ten aanzien van aantallen ziektegevallen en aantallen personen die zodanig ziek worden dat ze hulp nodig hebben.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Is de minister bereid om die procedure met ons te delen en die schriftelijk naar ons te sturen?

Minister Kuipers:

Al in een eerder debat met de Tweede Kamer heb ik aangegeven dat ik inderdaad van plan ben om dat te doen.

Mevrouw Faber-van de Klashorst (PVV):

Mag ik hieruit concluderen dat dat een toezegging is dat u dat ook naar deze Kamer stuurt?

Minister Kuipers:

Absoluut.


Brondocumenten


Historie