Verslag van de vergadering van 31 mei 2022 (2021/2022 nr. 31)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 18.56 uur
De heer Essers i (CDA):
Voorzitter. Het onderwerp van dit debat heeft iets vervreemdends, iets verontrustends. Onze oosterburen zouden zeggen: iets unheimisch. Aan de ene kant staat het behoud van de betekenis van de KLM voor Nederland centraal: de hubfunctie en de zeer belangrijke werkgelegenheidsaspecten. Aan de andere kant is het ook zo dat de KLM allang niet meer een puur Nederlands bedrijf is. Zonder de samenwerking met een bedrijf als Air France zou de KLM waarschijnlijk niet meer mee kunnen doen aan de champions league van de internationale luchtvaart. Dan zou mogelijk slechts een plekje in de conference league resteren. De vraag is of die competitie dan niet al te hoog gegrepen zou zijn.
Het is goed te begrijpen dat Nederland het huidige belang en de huidige invloed op de besluitvorming bij Air France-KLM wil behouden. Dat streven steunen wij. De realiteit is echter ook dat de meeste aandelen in de holding in handen zijn van de Franse staat. Nederland speelt dan ook zonder verwatering niet de hoofdrol. De door Nederland in het kader van de aan KLM verleende staatssteun opgelegde voorwaarden kunnen zelfs in strijd komen met het belang van Air France. Het meest vervreemdende is dat de Nederlandse regering nog geen concreet beeld heeft gepresenteerd van de langetermijntoekomst van KLM; het is vandaag al meerdere keren aan de orde geweest. Ook het bedrijf heeft dat langetermijnperspectief kennelijk nog niet geschetst. Wat dit betreft is dit wetsvoorstel een walk in the dark.
Dat gevoel wordt versterkt door de onduidelijke gevolgen van de Oekraïneoorlog en de coronapandemie, die nog steeds niet onder controle is. Wat zullen de gevolgen zijn als de oorlogsvoering in Oekraïne leidt tot nog verdere kostentoenemingen? Wat staat de luchtvaart te wachten als corona in het najaar onverhoopt weer toeslaat? Gaat Nederland dan weer een steunpakket verlenen aan KLM, eventueel met aangescherpte voorwaarden?
Een ander onzeker punt is hoe deze suppletoire begroting zich verhoudt tot de EU-staatssteunbepalingen. In hoeverre gaat Nederland zich bij de voorgenomen emissie indekken tegen de financiële gevolgen als onverhoopt toch sprake zou zijn van verboden staatssteun? Dat is toch een niet onbelangrijke vraag.
Dit zijn allemaal onzekerheden, die via dit wetsvoorstel ook op ons bordje worden gelegd. Wij hopen echt dat de regering in dit debat een aantal van die onzekerheden kan wegnemen. Maar eerlijk gezegd koester ik geen al te grote verwachtingen in dezen, want die onzekerheden zijn er ook voor de regering. Het zou heel mooi zijn als er in ieder geval een helder antwoord komt op die vraag rondom de positie van die board member, namelijk of die van afhankelijk naar onafhankelijk zou kunnen gaan ten opzichte van Nederland. Ik heb het gevoel dat dat alweer wat meer comfort zou bieden.
Wel zien wij duidelijk in dat het laten verwateren van het huidige Nederlandse belang in de holding de vele onzekerheden zeker niet zal wegnemen. De problemen zullen dan alleen maar verergeren en zullen de huidige tekenen richting herstel — hoe zwak ook, maar toch — in de weg staan. Zeker niet onbelangrijk is verder dat als wij ons belang laten verwateren, dat een hele sterke symbolische werking zal hebben. Dan laten wij als het ware onze belangen bij de KLM varen. Ik zet het wat zwaarder aan, maar het heeft een symbolische betekenis. Wij moeten echt aan de bal blijven.
Wij kijken uit naar de beantwoording door de regering van onze vragen, maar onze inzet zal zijn dat we deze suppletoire begroting gaan steunen.
Ik dank u wel.
De voorzitter:
De heer Vendrik namens GroenLinks.
De heer Vendrik i (GroenLinks):
De heer Essers noemt de vele onzekerheden die onvermijdelijk niet allemaal vandaag, morgen of overmorgen kunnen worden beantwoord. Het moet blijken. De heer Essers zegt evenwel dat het voor de CDA-fractie als een paal boven water staat dat het belang in Air France-KLM niet mag verwateren. Aan het begin van zijn betoog zei hij ook dat dit weleens vaker zou kunnen terugkomen. Als ik het zo hoor, denk ik dat de CDA-fractie altijd te porren is voor Nederlandse deelname aan de volgende claimemissie en de daaropvolgende claimemissie, want er zijn altijd onzekerheden en die kun je niet helemaal wegnemen. Als er iets als een paal boven water staat, gaat het waarschijnlijk ook gebeuren. Ik ben eigenlijk benieuwd wanneer dat niet zo is: wanneer zou voor de CDA-fractie het antwoord "nee" zijn? Dat vraag ik ook omdat ik in positieve zin getriggerd was door de bijdrage van de heer Van Kesteren namens de CDA-fractie bij de Financiële Beschouwingen. Ik vat die bijdrage als volgt samen: we moeten eigenlijk naar een ander verhaal toe over hoe wij verdergaan met de economie en met duurzaamheid; oude patronen mogen gewoon ter discussie komen te staan. Tot "oude patronen" reken ik het hele luchtvaartcomplex, het oude model van groei van KLM, Schiphol enzovoort. Zo had ik de heer Van Kesteren begrepen. Ik zoek nu eigenlijk een anker in dit verhaal van de heer Essers. Dat probeer ik maar eens met de vraag wanneer de CDA-fractie, ook met zicht op dat andere verhaal, over die transitie, misschien ook een keer nee zou zeggen. Wanneer zou er zo'n moment zijn?
De heer Essers (CDA):
Ik onderstreep helemaal wat de heer Vendrik zegt over onze houding ten opzichte van die transitie. Die transitie vinden wij buitengewoon waardevol. Wij vinden ook het belang van KLM voor de economie buitengewoon waardevol. Die twee kun je wat ons betreft niet scheiden; beide zijn nodig. Daarvoor zul je ook investeringen moeten doen. Een verwatering van 9,3% naar 2% is wel een hele sterke verwatering. Ik heb ook gezegd dat het accepteren daarvan een heel sterke symbolische betekenis heeft. We hebben al een keer eerder een verwatering gehad, maar die was niet zo dramatisch als wat nu dreigt, van 9,3% naar 2%. Ik heb niet voor niks gezegd dat dit wetsvoorstel iets vervreemdends heeft, iets verontrustends, unheimisch, vanwege die onzekerheden. Maar dat is de realiteit waar we mee te leven hebben. Maar dat als argument gebruiken om nu niet te handelen, zouden wij buitengewoon onverstandig vinden. Wat betreft wat de toekomst brengt: je kunt nooit zeggen "wat er ook gebeurt, whatever it takes". Maar dat je wel een houding moet hebben waarbij je je uiterste best doet om dit buitengewoon waardevolle bedrijf voor Nederland te behouden, dat spreekt mijn fractie zeer aan.
De voorzitter:
Mag ik de leden verzoeken het aantal interrupties waar mogelijk te beperken? We moeten namelijk naar een dinerpauze toe. We hebben nog vijf sprekers. Of we houden eerst de dinerpauze, doen dan de rest van de eerste termijn, dan een pauze voor de regering om voor te bereiden, en dan verder. Het is even aan de zaal. Ik vind het prima om … U mag ook doorgaan, meneer Vendrik. Maar het is even de vraag: wilt u de sprekers afronden voor de dinerpauze of wilt u eerst een dinerpauze en dan de rest van deze termijn? Ik vraag het ook even aan de zaal. Doorgaan? Dan verzoek ik wel om de interrupties te beperken tot één vraag per interruptie. Dan gaan we dit afmaken. Ik zie meneer Van Ballekom nu al naar voren komen voor de eerste uitzondering. O, hij haalt water. Zie je, hij heeft nu al een lege maag.
Uw vraag, meneer Otten.
De heer Otten i (Fractie-Otten):
Ik denk dat ik het met mijn reserves nog wel volhoud tot de dinerpauze, dus laten we het afmaken. Ik heb een vraag aan de heer Essers, in navolging van de vraag van de heer Vendrik. Het CDA gaat soms een beetje mee. Hoe kijkt u, meneer Essers, bijvoorbeeld terug op het pakket van 744 miljoen uit 2019? Dat heeft toch niet zo goed uitgepakt. Het punt is, en dat probeerde ik ook aan te geven in mijn bijdrage: doe het goed of doe het niet. Maar we doen het allemaal zo halfhalf. Met de ene emissie doen we wel mee, dan doen we weer niet mee. Dan kopen we te duur en als het goedkoop is, kopen we niks. Hoe ziet de heer Essers dat? Want het is toch een beetje jojobeleid. Dat was mijn vraag.
De heer Essers (CDA):
Ik zie dat toch anders. We zouden nooit een Europese Unie hebben gehad als we de filosofie van de heer Otten hadden gevolgd. Dat is altijd twee stappen vooruit, één stap terug, misschien wel twee stappen terug. Je moet iedere keer ook weer kijken naar de realiteiten. Dan is het soms beter om een pragmatische lijn te volgen, dan radicaal te zeggen: het is dat of niks. Want dat niks zou ook weleens een keer dramatisch kunnen uitpakken. Dus ik ben echt voor idealen, maar je moet om die idealen te bereiken op de lange termijn soms wel bereid zijn om compromissen te sluiten en te bekijken wat mogelijk is; kleine stappen in de goede richting.
De voorzitter:
Dank u wel. Dan is nu het woord aan de heer Schalk namens de SGP.