Plenair Van Ballekom bij behandeling Aandelenemissie Air France-KLM



Verslag van de vergadering van 31 mei 2022 (2021/2022 nr. 31)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 19.21 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Van Ballekom i (VVD):

Nee, voorzitter. Ik hoor leden roepen dat ik water ga halen, maar dat water heb ik al gehaald en dat heb ik nu niet nodig.

Voorzitter. Met deze pen, een KLM-pen, heb ik een contract getekend tussen de Europese Investeringsbank en de KLM ter vernieuwing van een deel van de vloot, om 30% minder uitstoot te realiseren en de geluidsoverlast met een kwart terug te brengen en de veiligheid te borgen. Verduurzaming was destijds voor mijn bank — onze bank, want het is een EU-bank — een belangrijke reden om de transactie af te sluiten en ik ben daar reuze trots op.

Voorzitter. Onze Kamer wordt gevraagd in te stemmen met de derde incidentele suppletoire begroting voor het departement van Financiën om daarmee de budgettaire middelen ter beschikking te stellen aan de regering voor deelname aan de aandelenemissie Air France-KLM. Het gaat over een verhoging van de begroting met 220 miljoen euro. De VVD-fractie dankt de minister en haar ambtenaren en de staatsagent voor de uitvoerige beantwoording gisteren en vandaag van de vragen die tijdens de briefings zijn gesteld. Wij hebben dan ook geen nadere vragen. Ook niet omdat aan het al dan niet deelnemen aan een aandelenemissie geen nadere eisen te stellen zijn. Het is volgens ons een eenvoudig ja of nee. Bovendien moet het mij van het hart dat toch vele van in deze plenaire vergadering gestelde vragen op mij overkomen als een herhaling van zetten. Maar goed.

Overigens, wij hebben weliswaar een budgetrecht, maar de politieke afwegingen worden toch aan het Bezuidenhout gemaakt en niet aan het Voorhout. In de visie van mijn partij heeft een aandelenemissie weinig van doen met de kwaliteit van wetgeving en aanverwante zaken waarop wij voorstellen plegen te toetsen. Evenmin heeft mijn fractie behoefte om geschiedenis te schrijven en het daarheen te leiden dat de begroting niet wordt aanvaard. Dat is voor het laatste gebeurd in 1907 en daar zouden we het bij willen laten.

Mijn fractie onderschrijft de afwegingen van de regering. De regering heeft die neergelegd in de brieven die aan onze Kamer zijn gezonden en in de nadere toelichtingen die zijn gegeven tijdens de briefings. Mijn fractie zal deze suppletoire begroting van harte steunen. Het is in de gegeven omstandigheden van belang dat de Nederlandse Staat de vinger aan de pols kan houden in een voor Nederland cruciaal bedrijf. Dit zal naar onze vaste overtuiging veel beter lukken met een belang van ruim 9% in de holding dan met een verwaterd belang — daar heb je dat woord weer: verwaterd belang — van 2%. Want die verwatering zou concreet kunnen inhouden dat we in plaats van een afhankelijk lid een onafhankelijk lid in de board zouden krijgen en dat vermindert onze invloed.

Voorzitter. Hier speelt niet alleen het belang van de KLM. Nederland is met trots een belangrijk handelsland en goede verbindingen zijn daarbij van cruciaal belang. En ja, de luchtvaarsector is stevig uit de kluiten gewassen voor een land als Nederland. Laten we dan ook met kracht inzetten op innovatie, efficiency en verdere verduurzaming om deze belangrijke sector toekomstbestendig te maken. En nu komt het, meneer Crone: een dergelijk beleid kan rekenen op de steun van mijn fractie. Het afschalen en terugbrengen van de activiteiten van het bedrijf is iets waar wij nadrukkelijk niet — ik herhaal: niet — mee willen instemmen.

De voorzitter:

De heer Crone, één vraag.

De heer Crone i (PvdA):

Ik zal het kort houden, voorzitter, want ik ben het eens met alles wat de heer Van Ballekom heeft gezegd, zelfs als het gemeenplaatsen zijn. Maar één ding vroeg ik mij af: hoe weet hij zo zeker dat we afhankelijk c.q. onafhankelijk board member blijven? Dat is juist de vraag. En de minister heeft al gezegd dat we dat niet zeker weten.

De heer Van Ballekom (VVD):

Dat staat ook in de brief. In de brief staat het woord "kunnen".

De heer Crone (PvdA):

Dat staat daar niet. Er staat: "het zou kunnen". "Zou kunnen", maar niet "het moet".

De heer Van Ballekom (VVD):

Nee, maar ik denk …

De heer Crone (PvdA):

U vertoont zekerheid die er niet is.

De heer Van Ballekom (VVD):

Ik denk dat als je je aandelenomvang verlaagt van 9% naar 2%, de beslissing om een afhankelijke board member om te zetten naar een onafhankelijke board member makkelijker te nemen is dan wanneer je dat niet hebt. Het is een inschatting van de minister, zo neem ik aan. Dat is geen zekerheid van Meden en Perzen. Dat hoeft ook niet. Ik wil het risico ook niet lopen, meneer Crone. Dat u dat wel wilt lopen, is een zaak van u en uw partij. Maar de VVD wil dat niet. En die wil ook niet, zoals ik heb gezegd, dat activiteiten van het bedrijf afgeschaald moeten worden. We verwachten dat gemaakte afspraken worden nagekomen. Het gaat allemaal wellicht te langzaam en minder snel dan we hadden gehoopt, maar laten we niet wanhopen. Politici zijn vaak wat ongeduldig, maar het moet bedrijfsmatig allemaal wel te realiseren zijn. Het is voor mijn partij ook belangrijk om dat bij onze overwegingen te betrekken. Maar, voorzitter, het schetsen van het beeld dat er helemaal niets gebeurt op het terrein van verduurzaming, kostenreducties en efficiency, klopt niet. Het irriteert mijn fractie dat dat beeld geschetst wordt.

In zijn rapport heeft de state agent vastgelegd dat de kostenreducties, 15%, in 2021 ruimschoots zijn gehaald. Oké, daar nemen we kennis van. Eveneens heeft de agent gesteld dat het beloningsbeleid als zodanig geen onderdeel is van de afspraken, laat staan dat er sprake moet zijn van een nivelleringsbeleid.

Voorzitter, bij deze twee commentaren op de inbreng van mijn collega's wil ik het graag laten. Ik verwacht en hoop dat deze suppletoire begroting vóór middernacht wordt aanvaard. De heer Vendrik wil mij een vraag stellen.

De heer Vendrik i (GroenLinks):

Een krachtige bijdrage van de heer Van Ballekom, maar vooral in onze richting en niet in de richting van de regering, terwijl hier toch uiteindelijk het budgetrecht van het parlement aan de orde is.

De heer Van Ballekom (VVD):

Ja.

De heer Vendrik (GroenLinks):

In het begin van de bijdrage van de heer Van Ballekom leek het er een beetje op dat dat budgetrecht soms een moetje is. Maar dat is toch niet zo? Dat hebben we toch verkeerd begrepen? Ook de VVD in de Eerste Kamer staat pal voor het budgetrecht. Het kabinet moet het elke keer weer verdienen om belastinggeld van burgers te mogen uitgeven. Zo heb ik het toch goed begrepen?

De heer Van Ballekom (VVD):

Ja, dat begrijpt u goed.

De heer Vendrik (GroenLinks):

Dan is er ten onrechte aan deze kant een indruk ontstaan die niet klopt.

De heer Van Ballekom (VVD):

Maar ik zou vanavond over deze begroting geen geschiedenis willen schrijven door die af te wijzen.

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Ik zat me ook wat te verbazen over de opmerkingen van de heer Van Ballekom van de VVD, die deze Eerste Kamer, waar hij zelf deel van uitmaakt, als een soort hinderlijke hindernis ziet. Op social media zie ik juist allemaal mensen zeggen dat het niveau van het KLM-debat in de Eerste Kamer vele malen hoger ligt dan in de Tweede Kamer. Blijkbaar komen hier heel veel nieuwe inzichten naar boven.

De voorzitter:

Wat is uw korte vraag, meneer Otten?

De heer Otten (Fractie-Otten):

Waarom die negatieve houding bij de VVD ten opzichte van de Eerste Kamer?

De voorzitter:

De heer Van Ballekom, een kort antwoord.

De heer Van Ballekom (VVD):

Als ik het goed begrepen heb, wilde de heer Otten de Eerste Kamer afschaffen bij zijn rechtsstatelijkheiddebat. Dus waar praten we nu over?

De voorzitter:

Nu gaan we echt naar een ander onderwerp. Daar ga ik een eind aan maken. Ik ga naar de heer Berkhout namens de fractie-Nanninga.