Plenair Otten bij behandeling Tijdelijke wet Nationaal Groeifonds



Verslag van de vergadering van 14 juni 2022 (2021/2022 nr. 33)

Status: gecorrigeerd

Aanvang: 14.46 uur


Bekijk de video van deze spreekbeurt

De heer Otten i (Fractie-Otten):

Voorzitter. Op 15 december 2020 debatteerde deze Eerste Kamer in een debatje van slechts één termijn van amper 40 minuten — een debat dat onze fractie nog met veel hangen en wurgen had weten af te dwingen — over de instellingswet Nationaal Groeifonds, waarmee 20 miljard euro belastinggeld werd afgezonken. Een van de meest verbazingwekkende zaken die ik in mijn nu drie jaar lidmaatschap van de Eerste Kamer heb meegemaakt, is dat dit debatje over een fundamentele vorm van staatskapitalisme met enorme financiële implicaties zo werd afgeraffeld in deze Eerste Kamer, die volgens sommigen toch vooral de zorgvuldigheid van de wetgeving zou moeten toetsen. We hebben indertijd nog een hoofdelijke stemming hierover afgedwongen om Nederland voor deze misstap te behoeden, maar het mocht niet baten. Deze groene grabbelton van 20 miljard euro voor de connecties van de Haagse incrowd moest en zou er komen. Het "Nationaal Graaifonds" noemde ik het indertijd. "Geld zoekt Project-fonds": dat zou ook een goede naam zijn.

Inmiddels is het kabinet-Rutte sinds dit minidebatje over het Nationaal Groeifonds al een flink stuk verder de heilloze weg van het staatskapitalisme ingeslagen. De minister-president informeerde ons tijdens de Algemene Politieke Beschouwingen in deze Kamer, in februari dit jaar, naar aanleiding van mijn vraag of het klopt dat alle staatsfondsen bij elkaar, het stikstoffonds, het klimaatfonds, het Invest-NL-fonds, het Invest International-fonds … Dat hebben we niet gehoord bij de vorige sprekers, maar dat hebben we ook nog. We hebben ook nog allerlei provinciale fondsen, want de provincie denkt: als de landelijke overheid dat doet, moeten wij dat ook doen. Ik vroeg aan de minister-president of het in totaal nu richting de 100 miljard euro gaat. De minister-president zei: "Daar heeft de heer Otten gelijk in. Als je alles meetelt, kom je inderdaad op 100 miljard."

Nederland onder Rutte begint zo langzamerhand trekken te vertonen van een land met een regime in zijn nadagen dat vooral nog snel zo veel mogelijk goodies onder de bevriende relaties probeert te verdelen, terwijl de bevolking op een steeds kleiner wordend houtje mag bijten. Deze miljarden moeten worden gebruikt voor belastinghervorming, waarbij met name de heffingskortingen voor lagere en middeninkomens aanzienlijk worden verhoogd, zodat werken meer gaat lonen en ook méér werken meer gaat lonen, in dit deeltijdwalhallaland dat Nederland is geworden, omdat meer werken nu niet loont. Dát is pas een recept voor nationale groei. Ook de directie van De Nederlandsche Bank kwam gisteren met dezelfde aanbeveling, dat werken en meer werken meer moeten gaan lonen in dit land. Daar ga je groei mee realiseren, niet door ambtenaren miljarden uit te laten delen.

100 miljard euro naar staatsfondsen, groeifondsen, stikstoffondsen, klimaatfondsen, terwijl de Nederlandse bevolking het mag uitzoeken met exploderende energieprijzen en de snel stijgende inflatie. Boeren worden kapotgemaakt door jarenlang wanbeleid met Natura 2000-postzegelgebieden, waar Nederland zichzelf nu enorm mee in de vingers snijdt. Willens en wetens wordt de agrarische sector de nek omgedraaid door ondernemerspartij VVD, die zelf zegt er te zijn voor de middenklasse en het mkb. Ik hoor het de dochter van Loek Hermans nog zeggen dit weekend.

Voorzitter. Toen ik onlangs aan een D66-senator vroeg "wanneer gaan jullie eigenlijk fuseren met de VVD?", in navolging van de fusie tussen PvdA en GroenLinks, zei deze D66-senator tegen me: o, een fusie met de VVD is helemaal niet nodig; de VVD doet toch al precies wat we willen. En dat is natuurlijk ook de realiteit.

Wij hebben nog wel een aantal vragen aan de minister van Economische Zaken over het Nationaal Groeifonds. Allereerst, wie is er eindverantwoordelijk voor het Nationaal Groeifonds? Is dat de minister van Economische Zaken, of is dat de minister van Financiën? We hebben dit ook gevraagd tijdens de behandeling van het wetsvoorstel en kregen het volgende antwoord. Ik citeer: "De minister van Economische Zaken en Klimaat en de minister van Financiën zijn gezamenlijk fondsbeheerder. Zij beslissen in unanimiteit. Geen van beide ministers heeft een doorslaggevende stem." Elke minister heeft dus wel een veto, maar niemand is eindverantwoordelijk. Een recept voor mislukking: 20 miljard euro beheren, zonder dat een specifieke bewindspersoon eindverantwoordelijk is. Vanochtend hadden een aantal van ons een informele bijeenkomst met professor Elzinga, hoogleraar Staatsrecht en expert in bestuursrecht van de Rijksuniversiteit Groningen. Hij had ook de observatie dat het Nederlandse bestuur erg dol is op — ik citeer — "het zoekmaken van verantwoordelijkheden". Daar zien we bij de governance van dit Nationaal Groeifonds ook een sterk staaltje van. Hoe ziet de minister dat dit in de praktijk gaat werken?

De ministers geven in hun beantwoording op de inbreng van de Eerste Kamer aan dat de bewindslieden en de departementen zelf niet over voldoende expertise beschikken en dat er daarom is overgegaan tot het selecteren van leden van een Adviescommissie Nationaal Groeifonds om een goed oordeel te kunnen vellen over de bijdrage van de ingediende voorstellen aan het duurzaam verdienvermogen van Nederland. Hoe kun je, als je zelf geen verstand zegt te hebben van het beoordelen van voorstellen, wel verstand hebben van het selecteren van mensen die daar wel verstand van hebben? Graag horen wij van de minister hoe deze selectie tot stand is gekomen en welke selectiecriteria daarbij gehanteerd zijn.

Deze Adviescommissie Nationaal Groeifonds, die dus gaat bepalen waar het geld naartoe gaat of daar in ieder geval over gaat adviseren, wordt ook bijgestaan door externe experts, geeft de minister aan. Welke experts zijn dit? Ik zag iets over planbureaus, het Planbureau voor de Leefomgeving, maar er was ook nog sprake van andere experts. Welke zijn dat en hoe worden deze geselecteerd?

Voorzitter. Dan komen we op de vraag hoe gewaarborgd wordt dat partijpolitieke belangen, special interests, goed georganiseerde lobbygroepen en allerlei andere belangenconflicten bij de toekenning van de miljarden van het Groeifonds adequaat, helder en transparant in beeld komen voordat het geld van het Groeifonds wordt toegekend en uitgedeeld. De minister spreekt hierbij van zes typen belangen die in kaart moeten worden gebracht, maar ze noemt er maar twee: persoonlijke financiële belangen en belangen van de organisatie waaraan men verbonden is. Wat zijn de overige vier typen belangen waar de minister het over heeft? Zijn er eventueel nog andere belangen die ook in kaart gebracht moeten worden en hoe waarborgt de minister de transparantie op dit vlak? Dat is, denk ik, essentieel. Of je nou voor of tegen het Groeifonds bent, het moet zeer transparant zijn wat de verschillende belangen van de diverse mensen zijn. Het gaat namelijk om heel veel belastinggeld.

Voorzitter. Duurzaam verdienvermogen. Hoelang is de periode waarover we dat kunnen meten, was onze vraag. Het antwoord van de minister was dat we hierbij moeten denken aan een tijdshorizon van 20 tot 30 jaar. Dat is volgens ons een onwerkbaar lange periode, waarbij het gevaar levensgroot is dat projecten die niet goed performen eindeloos nieuwe verzoeken om meer geld doen bij het Groeifonds. Zij zeggen dan: heeft u nog even geduld; over 30 jaar komen de baten; geeft u ons nog maar wat extra geld; alles komt goed. Dat is zelfs een scenario dat je in de private sector veel tegenkomt. Als de funding requirements toch wat tegenvallen, dan komen dat soort projecten ook vaak met het verhaal dat er nog maar wat meer geld gegeven moet worden, dat de dip iets dieper is dan gedacht, maar dat het goed komt. Maar in de private sector wacht men daar niet 30 jaar op. Als dat na een paar jaar niet werkt, dan houdt het op. Het gevaar van deze extreem lange periode is dus dat er steeds meer geld naar niet-performende projecten gaat. Hoe denkt de minister dat te kunnen voorkomen?

De volgende vraag die we hebben aan de minister is wat nou de exacte status is van de huidige aanvragen? Zijn er nu bedragen toegekend? Zo ja, hoeveel exact en aan welke projecten? Kan de minister ons daar een overzicht van verstrekken? Wij ontvangen dat bij voorkeur voorafgaande aan haar beantwoording in eerste termijn. Wat zijn de voorwaarden voor deze toekenningen en wat is de status daarvan?

Naast het investeren in projecten, gaat het Nationaal Groeifonds ook subsidies verstrekken, begrijpen wij van de minister. Om hoeveel geld gaat het hier? De minister zegt in de beantwoording dat de Staten-Generaal geen invloed hebben op een eenmaal toegekende subsidie door het Nationaal Groeifonds. Dat is wat ons betreft nog een extra reden om van dit vage plan af te zien. Bovendien kunnen we momenteel onze miljarden wel beter gebruiken bij de koopkrachtslachting die het kabinet momenteel in de samenleving aanricht. Dus, om hoeveel subsidie gaat het en welk deel van deze 20 miljard is subsidie? Hoe denkt de minister de miljarden van dit fonds te gaan funden? In een scenario van negatieve rente of 0% rente op staatsleningen was dit naar onze mening al geen goed idee. Dit kwam net ook al even aan de orde bij een voorgaande spreker. Je had toen goed geld kunnen lenen en dat hebben wij ook geadviseerd: leen bijvoorbeeld 100 miljard tegen 0% rente en gebruik dat om een belastinghervorming te financieren zodat daar extra groei uitkomt. En dan betaal je die lening weer terug met geïnfleerd geld uit een economie die veel groter is. Dat was ons plan, maar dat plan is helaas niet gevolgd. Men heeft besloten om het in een groeifonds te stoppen.

Dat waren voor deze termijn onze eerste vragen aan de minister. Wij zullen er nog meer hebben straks in de uitwisseling met de minister, maar laten het voorlopig even hierbij. Wij zien uit naar de beantwoording door de minister.

Dank u wel.

De voorzitter:

Dank aan meneer Otten. Dan is het woord aan de heer Nicolaï namens de Partij voor de Dieren.