Verslag van de vergadering van 14 juni 2022 (2021/2022 nr. 33)
Status: gecorrigeerd
Aanvang: 17.01 uur
De heer Vendrik i (GroenLinks):
Voorzitter, dank u wel. Dank aan de minister voor haar antwoorden en dank aan de ambtelijke ondersteuning, die daarbij ongetwijfeld ook aan de orde was. Langs deze weg ook daarvoor grote dank.
Voorzitter, tot slot een paar punten. De belangrijkste discussie zojuist ging over de precieze lezing van de wettekst wat betreft de doelstelling van dit fonds, de focus en het type voorstellen dat door dit fonds moet worden gefinancierd. De minister heeft van mij gehoord dat ik namens de fracties van GroenLinks en Partij van de Arbeid een vette lans hebt willen breken voor het perspectief van de transities en het perspectief van brede welvaart. Ik hoor dat de minister eigenlijk ook die kant op loopt.
Voorzitter. Zonder het debat over te doen, zou ik mijn vraag van zojuist willen herhalen. Als de Eerste Kamer dit wetsvoorstel aanvaardt, komt daarmee ruimte voor het kabinet om komend najaar de jaarbegroting 2023 voor het Nationaal Groeifonds bij het parlement aanhangig te maken. Ik zou het plezierig vinden om dit debat ook een goed vervolg te geven als de minister expliciet wil toezeggen dat ze in de memorie van toelichting van dat wetsvoorstel terugkomt op deze kwestie, de doelstelling en de goede lezing van artikel 1 en artikel 2, en als ze daarbij ook expliciet wil refereren aan de analyse van het CPB vorig jaar. Het CPB heeft toen een analyse gepresenteerd van de eerste ronde en heeft een aantal aanbevelingen gedaan over de goede werking van dit fonds. Die spreken ons aan. Dat gaat juist over de maatschappelijke opdracht. Dat gaat juist over de transitie. Dat gaat juist ook over het bredewelvaartsperspectief in plaats van de focus op bbp-groei. Ik zou de minister willen vragen om dat terug te laten komen in de memorie van toelichting bij het wetsvoorstel komend najaar. Ik denk dat dat een mooie uitkomst van dit debat zou kunnen zijn.
Voorzitter. Dat geldt ook voor de CO2-prijs. Dank voor de antwoorden daar. Ik vind het plezierig om te merken dat het kabinet ook van mening is dat we niet gaan wachten op de WLO 2024, maar dat er zeker in de tussentijd gewerkt moet worden met een nearby-oplossing, zodat in ieder geval de goede, efficiënte CO2-prijs niet alleen bij dit fonds — dat is iets minder relevant geworden — maar rijksbreed wordt benut daar waar MKBA-analyses aan de orde zijn bij besluitvorming. Prettig om dat te merken.
Voorzitter. Dat geldt ook voor de miljoenennota. Ik zie uit naar het volgende exemplaar in september. Wordt vervolgd.
Voorzitter. Dan het laatste punt mijnerzijds. O ja, ook dank voor de toezegging om in de verantwoording over de besteding van de middelen uit het Nationale Groeifonds altijd terug te komen op de kwestie van het intellectueel eigendom. Dat luistert nauw. Ik herhaal nog maar wat ik in eerste termijn heb gezegd. Het kan niet waar zijn dat we gaan herhalen wat er bij het coronavirus is gebeurd: de megawinsten van private farmaceuten tegenover de grote publieke middelen, die om goede redenen zijn besteed aan de ontwikkeling van coronavaccins. Het doet echt pijn aan de ogen. Dat wil je gewoon niet herhalen in het kader van dit fonds, met respect voor intellectueel eigendom op grond van private investeringen; dat snap ik ook. Maar dat luistert nauw en daar hoort dus ook precieze en goede verantwoording bij, zodat we met het kabinet kunnen zien of hier de goede route wordt bewandeld.
Voorzitter. Het laatste punt gaat over het fondsenlandschap: een vriendelijke, aanmoedigende, stimulerende, inspirerende, aanjagende motie. Die is eigenlijk bedoeld voor de minister van Financiën, dus deze minister kan makkelijk toezeggen dat ze hierover het oordeel aan de Kamer laat.
De voorzitter:
Door de leden Vendrik, Crone, Van Apeldoorn, Nicolaï en Van Gurp wordt de volgende motie voorgesteld:
De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
constaterende dat vele fondsen (financieringen, investeringen, subsidies) door en vanwege de rijksoverheid zijn ingesteld en worden beheerd door diverse ministers;
overwegende dat de doelmatigheid en doeltreffendheid van deze fondsen geborgd moeten worden;
van mening dat kansen moeten worden geïdentificeerd voor versterking van de samenhang tussen en governance binnen de fondsen;
verzoekt het kabinet het gehele fondsenlandschap te bezien en opties te ontwikkelen voor versterking van de doelmatige inzet van publieke middelen, en daarbij ook opties voor samenvoeging van fondsen te overwegen,
en gaat over tot de orde van de dag.
Zij krijgt letter G (35976).
De heer Vendrik (GroenLinks):
Voorzitter. Tot slot. Ik ga uiteraard graag in op de uitnodiging van de minister, maar ik moet ook zeggen dat ik zo in elkaar zit dat ik altijd intern heel erg gelukkig word als ik weet dat ambtelijk Financiën met zo'n motie aan de slag gaat om de doelmatigheid en doeltreffendheid van publieke middelen te bevorderen. Daar krijg ik het altijd heel warm van.
De voorzitter:
Dank u wel, meneer Vendrik.
De heer Vendrik (GroenLinks):
Dank u wel, voorzitter.
De voorzitter:
Ik krijg het ook heel warm van leden die zich aan hun door henzelf ingeschreven spreektijd houden en die niet keer op keer met 80% overschrijden. Dan is nu het woord aan de heer Van Strien namens de PVV.